ECLI:NL:RBDHA:2022:12651

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 november 2022
Publicatiedatum
28 november 2022
Zaaknummer
NL22.14765
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag mvv op basis van herhaalde aanvraag zonder nieuwe feiten of omstandigheden

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 november 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, een Guinese, heeft een herhaalde aanvraag ingediend voor een mvv met het doel 'familie en gezin', nadat een eerdere aanvraag in 2016 was afgewezen. De staatssecretaris heeft de aanvraag afgewezen op grond van het ontbreken van nieuwe feiten of omstandigheden die de aanvraag zouden rechtvaardigen. Eiseres heeft aangevoerd dat er wel degelijk nieuwe feiten zijn, waaronder een Guinese rechterlijke uitspraak die haar familierelatie met de referente zou aantonen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de identiteit van eiseres niet vaststaat en dat de door haar overgelegde documenten niet voldoende zijn om de familierelatie aan te tonen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de staatssecretaris niet verplicht was om een hoorzitting te houden, omdat er geen reden was om aan te nemen dat de bezwaren van eiseres tot een ander besluit zouden leiden. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard en zijn er geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking gekomen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.14765

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiseres

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. H.A.C. Klein Hesselink),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E.H.J. de Bonth).

Procesverloop

Bij het besluit van 6 juli 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen de weigering om aan haar een mvv [1] te verlenen ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 13 oktober 2022 op zitting behandeld. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verder waren aanwezig [Naam 2], referente, en V.M. Corcelle, tolk.

Overwegingen

1. Eiseres stelt te zijn geboren op [Geboortedatum] en de Guinese nationaliteit te bezitten. Eiseres stelt de dochter te zijn van referente.
2. Ten behoeve van het verblijf van eiseres bij referente in Nederland heeft referente voor het eerst op 26 mei 2016 een aanvraag ingediend voor een mvv met het doel ‘familie en gezin’. Deze aanvraag is afgewezen bij besluit van 22 december 2016. Bij uitspraak van 20 april 2017 heeft deze rechtbank en zittingsplaats het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Het besluit van 22 december 2016 staat daarmee in rechte vast. Op 8 juni 2021 heeft eiseres de huidige, tweede aanvraag ingediend voor een mvv met het doel ‘familie en gezin’.
3. Bij besluit van 15 december 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen op grond van artikel 4:6 van de Awb. [2] Bij het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit gehandhaafd. Verweerder heeft overwogen dat sprake is van een herhaalde aanvraag en dat niet is gebleken van nieuwe feiten of veranderde omstandigheden (nova). De familierelatie tussen eiseres en referente is nog altijd niet aangetoond. De door eiseres overgelegde Guinese rechterlijke uitspraak is geen document om de familierelatie aan te tonen. Verder ziet verweerder niet in waarom eiseres haar geboorteakte niet kan overleggen, nu deze ook in de Guinese rechterlijke uitspraak wordt genoemd. Daarnaast staat de identiteit van eiseres niet vast, omdat zij nog steeds geen kopie van een geldig paspoort heeft overgelegd. Er is geen sprake van bewijsnood. Tot slot heeft verweerder overwogen dat eiseres nog steeds niet heeft aangetoond dat zij aan het middelenvereiste voldoet of daarvan moet worden vrijgesteld.
4. Eiseres voert aan dat de Guinese rechterlijke uitspraak wel degelijk een nieuw feit betreft. Uit deze uitspraak blijkt namelijk dat sprake is van een familierelatie tussen eiseres en referente. Eiseres is vooralsnog niet in staat haar geboorteakte te overleggen, omdat zij daarvoor afhankelijk is van de hulp van anderen. Verder voert eiseres aan dat verweerder ten onrechte referente niet heeft gehoord en geen DNA-onderzoek heeft verricht om de familierelatie vast te stellen. Ten aanzien van het middelenvereiste voert eiseres aan dat voldoende is aangetoond dat referente niet in staat is om in haar eigen inkomen te voorzien. Referente is zo goed als analfabete en volgens een medewerker van de gemeente Terneuzen is het al een grote vooruitgang in de situatie van referente dat zij op beperkte schaal vrijwilligerswerk verricht.
De rechtbank oordeelt als volgt.
Griffierecht
5. Eiseres heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht wegens betalingsonmacht. De rechtbank heeft het verzoek om vrijstelling voorlopig toegewezen. Op grond van de beschikbare informatie is voldoende aannemelijk gemaakt dat eiseres voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling. Het verzoek om vrijstelling van het griffierecht wordt daarom toegewezen.
Het besluit van 22 december 2016
6. Vooropgesteld wordt dat het besluit van 22 december 2016 in rechte vaststaat. Verweerder heeft bij dit besluit de aanvragen voor mvv’s voor drie kinderen van referente, waaronder eiseres, afgewezen. Verweerder heeft daarbij overwogen dat de familierelatie tussen referente en eiseres niet is aangetoond en dat ook niet is voldaan aan de overige voorwaarden voor de gevraagde mvv’s, waaronder het overleggen van een geldig document voor grensoverschrijding en het middelenvereiste.
Nieuwe feiten of omstandigheden
7. Op grond van artikel 4:6, eerste lid, van de Awb is de aanvrager, als na een geheel of gedeeltelijk afwijzende beschikking een nieuwe aanvraag wordt gedaan, gehouden rechtens relevante nova te vermelden. Krachtens het tweede lid van deze bepaling mag verweerder een opvolgende aanvraag afwijzen onder verwijzing naar een eerdere afwijzende beschikking als geen rechtens relevante nova in de aanvraag worden vermeld
.
8. Het is vaste rechtspraak [3] dat onder nova moeten worden begrepen feiten en omstandigheden die na het eerdere besluit zijn voorgevallen of die niet voor dat besluit konden en daarom behoorden te worden aangevoerd, alsmede bewijsstukken van al eerder gestelde feiten of omstandigheden, die niet voor het nemen van het eerdere besluit konden en daarom behoorden te worden overgelegd. Als aan dit criterium wordt voldaan, is toch geen sprake van rechtens relevante nova als op voorhand is uitgesloten dat wat alsnog wordt aangevoerd of overgelegd aan het eerdere besluit kan afdoen.
9. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat eiseres geen rechtens relevante nova aan haar huidige aanvraag ten grondslag heeft gelegd. Eiseres heeft de tegenwerping dat haar identiteit niet vaststaat in beroep niet bestreden. Wat betreft de Guinese rechterlijke uitspraak volgt de rechtbank verweerder in zijn in het verweerschrift nader toegelichte standpunt dat niet vaststaat dat de uitspraak ziet op eiseres nu haar identiteit ook niet vaststaat. Verweerder heeft terecht overwogen dat reeds om die reden de uitspraak niet kan dienen als onderbouwing van de familierelatie. Verder heeft verweerder van eiseres kunnen verlangen dat zij haar geboorteakte overlegt, nu uit de uitspraak van de Guinese rechtbank volgt dat de geboorteakte in het kader van de Guinese procedure is overgelegd. Verweerder heeft gelet hierop niet ten onrechte overwogen dat geen reden bestaat om DNA-onderzoek te verrichten of referente te horen over de gestelde familierelatie. Daarnaast heeft verweerder terecht overwogen dat de e-mail van de gemeente van 22 oktober 2021 en de brief van de coördinator Nederlandse lessen van De Kameleon geen nova zijn, omdat hieruit geen gewijzigde omstandigheden blijken wat betreft het middelenvereiste. Niet ten onrechte heeft verweerder overwogen dat uit deze stukken niet blijkt dat eiseres momenteel niet kan werken en is vrijgesteld van de sollicitatieplicht.
10. Gelet op het bovenstaande heeft verweerder de aanvraag kunnen afwijzen met toepassing van artikel 4:6 van de Awb.
Hoorplicht
11. Op grond van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Awb mag slechts van het horen worden afgezien, als er op voorhand redelijkerwijs geen twijfel over mogelijk is dat de bezwaren niet kunnen leiden tot een andersluidend besluit.
12. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat wat eiseres in bezwaar heeft aangevoerd tot de conclusie leidt dat redelijkerwijs geen twijfel bestond aan de kennelijke ongegrondheid van het bezwaar. Op voorhand was voldoende duidelijk dat de identiteit van eiseres en de familierechtelijke relatie in bezwaar niet alsnog zijn aangetoond alsook dat referente niet nog immer niet voldoet aan het middelenvereiste of daarvan vrij dient te worden gesteld. Op basis van het door eiseres ingediende bezwaarschrift kon verweerder daarom in redelijkheid concluderen dat op voorhand duidelijk was dat eiseres nog altijd niet aan de voorwaarden voldeed van de gevraagde mvv. Een gehoor zou daarom niet tot een ander besluit hebben geleid.
Conclusie
13. Het beroep is ongegrond.
14. Er zijn geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Machtiging tot voorlopig verblijf.
2.Algemene wet bestuursrecht.
3.Onder meer de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 27 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4250.