ECLI:NL:RBDHA:2022:12973

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 december 2022
Publicatiedatum
5 december 2022
Zaaknummer
NL22.20248
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoekster, een asielzoeker, had tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, nadat haar asielaanvraag op 30 september 2022 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Tijdens de zitting op 24 november 2022 is verzoekster, die werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. I Vugs.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit gebeurde in samenhang met een andere zaak, NL22.20247, waarin op dezelfde dag uitspraak is gedaan. De voorzieningenrechter overwoog dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

De uitspraak van de voorzieningenrechter is gedaan in het openbaar en is geanonimiseerd gepubliceerd. De zaak betreft bestuursrecht en vreemdelingenrecht, en is behandeld in de zittingsplaats Middelburg.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.20248
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoekster

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A.K.E. van den Heuvel),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. I Vugs).

Procesverloop

Bij besluit van 30 september 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.20247, op 24 november 2022 op zitting behandeld. Verzoekster is, met bericht vooraf, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.20247, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 24 november 2022 door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.