Overwegingen
1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en de Nigeriaanse nationaliteit te hebben.
2. Op 13 januari 2021 heeft eiser voor het eerst een asielaanvraag ingediend in Nederland. Bij besluit van 23 maart 2021 heeft verweerder die aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië daar verantwoordelijk voor was op grond van de Dublinverordening.Bij uitspraak van 13 juli 2021 van deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, is het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.Bij uitspraak van 28 juli 2021 heeft de Afdelingde uitspraak van de rechtbank bevestigd.Op 18 augustus 2021 heeft verweerder meegedeeld dat eiser in beginsel wordt toegelaten tot de nationale procedure, omdat hij niet tijdig is overgedragen aan de Italiaanse autoriteiten.
3. Op 26 augustus 2021 heeft eiser opnieuw een asielaanvraag ingediend. Hieraan heeft hij het volgende ten grondslag gelegd. Eisers vader had zich in juli 2014 op verzoek van de politieke partij PDP kandidaat gesteld voor het voorzitterschap van de partij. Eisers vader werd daarna ook benaderd door de politieke partij APC om zich juist voor die partij kandidaat te stellen. Eisers vader weigerde dit, waarna hij werd bedreigd door leden van de APC. Toen eiser op 14 augustus 2014 thuis kwam van zijn werk, zag hij dat zijn moeder en broertje bebloed op de grond lagen en dat zijn vader gewurgd werd door twee mannen. Eiser werd beschoten door een derde man en vluchtte. Door een man genaamd Musah werd eiser naar het politiebureau gebracht. Eiser heeft daarna bij Musah en zijn vrouw verbleven. Twee dagen later hebben de drie mannen die eisers familieleden hebben gedood bij Musah ingebroken, waarbij Musah is gedood. Eiser en de vrouw van Musah zijn gevlucht. Eiser is daarna door de vrouw van Musah naar Niger gebracht om te verblijven bij haar broer. De drie mannen hebben vervolgens ingebroken bij de broer van Musahs vrouw en hebben de vrouw van Musah daarbij gedood. Eiser is daarna gevlucht.
4. Bij het bestreden besluit heeft verweerder eisers asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vw.Verweerder acht de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig. De problemen met de APC vanwege de politieke activiteiten van eisers vader acht verweerder niet geloofwaardig. Verweerder overweegt dat eiser summier heeft verklaard over de aanloop naar het kandidaatschap van eisers vader en diens politieke plannen. Ook zijn de verklaringen van eiser over het kandidaatschap van zijn vader voor de PDP tegenstrijdig met openbare bronnen. Eiser verklaart daarnaast vaag en summier over Musah en tegenstrijdig over de dood van Musahs vrouw. De documenten die eiser heeft overgelegd - een uitgave van de krant de
Nigerian Observermet daarin een artikel over de moord op eisers vader, een verklaring onder ede en een politiedagrapport - onderbouwen zijn relaas niet, omdat deze door Bureau Documenten niet echt zijn bevonden.Daarnaast is het in Nigeria mogelijk om tegen betaling krantenartikelen te laten publiceren
(‘brown envelop journalism’). Omdat eiser verklaringen heeft afgelegd die kennelijk vals, duidelijk onwaarschijnlijk en tegenstrijdig zijn met voldoende geverifieerde informatie uit het land van herkomst, de overgelegde documenten vals zijn en eiser relevante informatie heeft achtergehouden aangaande zijn verblijfsstatus in Italië heeft verweerder de asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond.
5. Eiser kan zich niet verenigen met het bestreden besluit en voert daartegen het volgende aan. Verweerder heeft niet voldaan aan zijn vergewisplicht. Ten aanzien van het krantenartikel is niet met absolute zekerheid gezegd dat deze niet in deze verschijningsvorm is uitgegeven. Bureau Documenten heeft bevonden dat pagina’s 9/10 en 23/24 van de krant niet origineel geproduceerd zouden zijn. Het is onduidelijk met welk referentiemateriaal deze pagina’s zijn vergeleken en wat er precies wordt bedoeld met de afwijkende verschijningsvorm. De conclusie betreffende de echtheid, opmaak en afgifte van het artikel vloeit niet dwingend voort uit de stelling dat de verschijningsvorm van het document zou afwijken. Daarbij komt dat het feit dat het artikel ook op de website van de krant te vinden is een indicatie is dat het artikel in de papieren krant echt is. Ook de conclusies van Bureau Documenten ten aanzien de verklaring onder ede en het politiedagrapport vloeien niet logisch voort uit de bevindingen. Verweerder had dan ook navraag moeten doen bij Bureau Documenten. Er is voorts geen sprake van
equality of arms, omdat er geen contra-expert beschikbaar is voor Nigeriaanse documenten. Daarnaast heeft verweerder bij de beoordeling van eisers verklaringen ten onrechte niet betrokken dat hij mogelijk getraumatiseerd is en dat dit van invloed kan zijn geweest op zijn vermogen om volledig en gedetailleerd te verklaren. Verder heeft verweerder ten onrechte tegengeworpen dat er uit algemene informatie blijkt dat er een andere kandidaat was voor de PDP, nu eiser niet geïnteresseerd was in politiek en het ook kan dat zijn vader voor een andere functie binnen de partij kandidaat stond. Verweerder heeft tot slot ten onrechte tegengeworpen dat eiser weinig over Musah zou kunnen vertellen, nu op dit punt geheel niet is doorgevraagd tijdens het gehoor.
De rechtbank oordeelt als volgt.
6. Een advies van Bureau Documenten is een deskundigenadvies aan verweerder ten behoeve van de uitvoering van zijn bevoegdheden.Het bestuursorgaan mag op het advies van een deskundige afgaan, nadat het is nagegaan of dit advies op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, de redenering daarin begrijpelijk is en de getrokken conclusies daarop aansluiten. Deze verplichting volgt uit artikel 3:2 van de Awb.Als een partij concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de zorgvuldigheid van de totstandkoming van het advies, de begrijpelijkheid van de in het advies gevolgde redenering of het aansluiten van de conclusies daarop naar voren heeft gebracht, mag het verweerder niet zonder nadere motivering op het advies afgaan. Zo nodig vraagt verweerder de adviseur een reactie op wat over het advies is aangevoerd.
7. In de verklaring van onderzoek van 5 juli 2022 heeft Bureau Documenten met betrekking tot de krant geconstateerd dat de verschijningsvorm van pagina’s 9/10 en 23/24 afwijkt van het beschikbare vergelijkingsmateriaal. Met betrekking tot de verklaring onder ede en het politiedagrapport is geconstateerd dat de opmaak en afgifte afwijkt van het beschikbare vergelijkingsmateriaal. Bij de verklaring onder ede is tevens opgemerkt dat het bevreemdend is dat een politiedagrapport wordt opgemaakt aan de hand van een verklaring onder ede.
8. Naar het oordeel van de rechtbank is de verklaring van onderzoek van Bureau Documenten concreet en inzichtelijk en heeft verweerder dit als deskundigenoordeel kunnen gebruiken ter onderbouwing van het bestreden besluit. Op basis van de bevindingen heeft Bureau Documenten kunnen concluderen dat de overgelegde
krant, verklaring onder ede en politiedagrapport met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet in deze verschijningsvorm zijn uitgegeven, respectievelijk hoogstwaarschijnlijk niet bevoegd zijn opgemaakt en afgegeven. De vergewisplicht strekt niet zover dat verweerder tot in detail inzichtelijk moet maken hoe Bureau Documenten tot zijn conclusie is gekomen. Daarom hoeft in de verklaring van onderzoek niet te worden opgenomen op welk punt het document afwijkt en welk referentiemateriaal is gebruikt. Het gaat hier immers om vertrouwelijke informatie waarbij het verder inzichtelijk maken zou betekenen dat de details van het onderzoek openbaar moeten worden gemaakt waarmee vervalsers vervolgens hun voordeel kunnen doen.
9. Verweerder heeft voorts deugdelijk gemotiveerd waarom de omstandigheid dat het artikel uit de
Nigerian Observerook op de website van die krant is geplaatst, niet afdoet aan de beoordeling van de documenten door Bureau Documenten. Verweerder heeft daarbij terecht gewezen op informatie van de EASO en de Canadese
Immigration and Refugee Boardwaaruit blijkt dat het Nigeria mogelijk is om een krantenartikel tegen betaling te laten publiceren en dat op de website van de
Nigerian Observerte vinden is dat er mogelijkheden bestaan om tegen betaling nieuwsartikelen te plaatsen in deze krant. Daarnaast heeft verweerder het opmerkelijk kunnen achten dat geen enkele andere krant het nieuws over de moord op eisers vader heeft gepubliceerd en heeft hij niet ten onrechte erop gewezen dat de desbetreffende uitgave van de krant op de website van de
Nigerian Observervoor het laatst is aangepast op 17 januari 2022, jaren na de publicatie.
10. Eiser heeft niet middels een contra-expertise de conclusies van Bureau Documenten
bestreden. Eiser heeft onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er geen geschikte deskundige beschikbaar was voor een contra-expertise. De overgelegde lijst met deskundigen van Vluchtelingenwerk is daarvoor onvoldoende, nu niet is gebleken dat dit een uitputtende lijst met deskundigen betreft. De stelling dat sprake is van strijd met het beginsel van
equality of armswordt dan ook niet gevolgd. Eiser heeft bovendien de mogelijkheid om zijn asielrelaas aannemelijk te maken door middel van het afleggen van geloofwaardige verklaringen of door te komen met ander relevant bewijs.
11. Voor de beoordeling van de door eiser overgelegde documenten heeft verweerder dan ook kunnen volstaan met zijn verwijzing naar de conclusies van Bureau Documenten.
De verklaringen van eiser
12. Eiser wordt niet gevolgd in zijn stelling dat verweerder bij de beoordeling van het asielrelaas onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn psychische gesteldheid. Eiser heeft namelijk niet onderbouwd dat hij met psychische klachten kampt(e) die van invloed zijn op zijn vermogen om te verklaren. Tijdens het onderzoek van MediFirst op 25 januari 2022 zijn er geen medische klachten geconstateerd die een beperking vormen voor het horen en beslissen. Tijdens het gehoor heeft eiser desgevraagd steeds verklaard dat het goed met hem ging. Ook is niet gebleken dat eiser in Italië werd behandeld voor psychische problemen. Verweerder heeft daarbij terecht erop gewezen dat, in tegenstelling tot wat eiser heeft verklaard, uit informatie van de Italiaanse autoriteiten is gebleken dat eiser nimmer een verblijfsvergunning op medische gronden heeft verkregen in Italië.
13. Vastgesteld wordt dat verweerder een aantal vage, summiere en tegenstrijdige verklaringen aan eiser heeft tegengeworpen, waarvan eiser in beroep slechts enkele heeft betwist. De enkele stelling van eiser dat hij niet geïnteresseerd is in politiek heeft verweerder geen afdoende verklaring hoeven achten voor de vage, summiere en tegenstrijdige verklaringen over de politieke plannen, het kandidaatschap en de functie van zijn vader. Verweerder heeft van eiser mogen verwachten dat hij hierover meer kan verklaren, nu het asielrelaas van eiser is gestoeld op de gevolgen van de politieke activiteiten van zijn vader. Eiser wordt voorts niet gevolgd in zijn stelling dat de hoormedewerker onvoldoende heeft doorgevraagd over Musah. Tijdens het gehoor heeft eiser voldoende de gelegenheid gekregen om te verklaren over Musah.Ondanks dat eiser Musah niet kende voorafgaand aan het de dood van eisers vader, heeft verweerder van eiser mogen verwachten dat hij meer kon verklaren over Musah dan alleen dat hij een man is die ‘wel oud’ is. Verder wordt eiser ook niet gevolgd in zijn stelling dat waarschijnlijk sprake was van miscommunicatie met betrekking tot de wisselende verklaringen over zijn aanwezigheid bij de dood van de vrouw van Musah, reeds nu eiser deze grond niet nader heeft geconcretiseerd.
14. Gelet op het voorgaande heeft verweerder niet ten onrechte eisers asielrelaas ongeloofwaardig geacht en zijn asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond.
15. Het beroep is ongegrond.
16. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.