Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een vervolgberoep van eiser tegen de maatregel van bewaring die op 3 oktober 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. Eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het sluiten van het vooronderzoek, zoals voorgeschreven in artikel 96, eerste lid, van de Vreemdelingenwet (Vw), is overschreden. De rechtbank concludeert dat de overschrijding van deze termijn aan haarzelf te wijten is en dat dit leidt tot de onrechtmatigheid van de maatregel van bewaring vanaf 3 december 2022. Eiser heeft aangevoerd dat hij rechtmatig verblijf heeft in Spanje, maar de rechtbank oordeelt dat de door eiser overgelegde documenten niet voldoende zijn onderbouwd om aan te nemen dat hij een verblijfsstatus in Spanje heeft. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, heft de maatregel van bewaring op en kent eiser een schadevergoeding toe van € 1.200 voor de onrechtmatige vrijheidsontneming. Tevens worden de proceskosten van eiser vergoed tot een bedrag van € 759. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.