Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 december 2022 in de zaak tussen
V.O.F. Dijkshoorn, te Bleiswijk, verzoekster
[derde-partij]uit [woonplaats] (belanghebbende).
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 december 2022, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van V.O.F. Dijkshoorn afgewezen. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn, dat haar had gelast om het planologisch strijdige gebruik van een perceel te staken en de oorspronkelijke toestand te herstellen. Het college had eerder al handhavend opgetreden na vaststelling van werkzaamheden die in strijd waren met de bestemming van het perceel, dat als 'Recreatiebos' was aangemerkt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de handhaving niet onevenredig is en dat er geen concreet zicht op legalisatie van de activiteiten van verzoekster bestaat. De voorzieningenrechter concludeert dat de opgelegde lasten onder dwangsom van € 30.000,- per overtreding gerechtvaardigd zijn en dat de begunstigingstermijn van zes weken niet onredelijk is. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.