ECLI:NL:RBDHA:2022:13825
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublin-overdracht naar Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 december 2022 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank oordeelde dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublin-verordening. Eiser had aangevoerd dat de omstandigheden in Italië zodanig slecht zijn dat hij niet terug kan keren, maar de rechtbank oordeelde dat eiser niet voldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat er een reëel risico op schending van zijn rechten bestond bij overdracht naar Italië.
De rechtbank benadrukte dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is, wat inhoudt dat de autoriteiten ervan uit mogen gaan dat Italië zijn verdragsverplichtingen zal nakomen. Eiser was niet in staat om aan te tonen dat de problemen in Italië structureel en ernstig genoeg zijn om de overdracht aan Italië in twijfel te trekken. De rechtbank verwierp ook de stelling van eiser dat de behandeling van zijn asielaanvraag door de Nederlandse autoriteiten had moeten plaatsvinden, omdat de omstandigheden in Italië kennelijk hard zouden zijn.
De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.