ECLI:NL:RBDHA:2022:13833
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen overdrachtsbesluit in het bestuursrecht met betrekking tot interstatelijk vertrouwensbeginsel en kwetsbaarheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een overdrachtsbesluit dat op 17 november 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan de eiser is opgelegd. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit. De rechtbank heeft het beroep behandeld samen met een andere zaak en heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
De rechtbank overweegt dat op basis van de Dublinverordening een overdrachtsbesluit enkel een kennisgeving is aan de vreemdeling dat hij wordt overgedragen aan de verantwoordelijke lidstaat, in dit geval Spanje. De rechtbank stelt vast dat de eiser geen asielverzoek in Nederland heeft ingediend, waardoor de inhoudelijke beroepsgronden van eiser buiten de omvang van het geding vallen. Ten overvloede gaat de rechtbank in op de beroepsgrond dat verweerder ten onrechte is uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De rechtbank concludeert dat verweerder er in het algemeen van uit mag gaan dat Spanje zijn verdragsverplichtingen nakomt, en dat de eiser niet heeft aangetoond dat dit niet het geval is.
De rechtbank wijst erop dat, hoewel er tekortkomingen zijn in de opvang en toegang tot gezondheidszorg in Spanje, dit niet betekent dat er een reëel risico is op schending van artikel 3 van het EVRM. De eiser heeft ook niet voldoende onderbouwd dat hij als kwetsbaar persoon moet worden aangemerkt, waardoor er geen aanleiding is voor bijzondere omstandigheden die een andere beoordeling van zijn asielaanvraag rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.