Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Het verloop van de procedure
Overwegingen
Beslissing:
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan de betrokkene was opgelegd. De betrokkene had een administratieve sanctie ontvangen wegens het overschrijden van de maximum snelheid met 9 km/h op 18 februari 2021. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De gemachtigde van de betrokkene, mr. J. Houweling, voerde aan dat er twijfels waren over de bekwaamheid van de verbalisant, die een certificaat uit 2001 had, en dat deze onvoldoende was opgeleid om het meetmiddel Jenoptik Multaradar CT te bedienen.
Tijdens de zitting op 14 december 2022 heeft de gemachtigde aanvullende stukken ingediend en zijn argumenten herhaald. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde voor het beroep ongegrond te verklaren, en de kantonrechter heeft dit voorstel gevolgd. De kantonrechter oordeelde dat de verbalisant over een geldig certificaat beschikte en dat dit certificaat niet alleen betrekking had op het specifieke merk en type meetmiddel waarvoor hij was opgeleid. De kantonrechter verwees naar eerdere uitspraken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, die bevestigden dat verbalisanten door bijscholing in staat zijn om met verschillende meetmiddelen om te gaan.
De kantonrechter concludeerde dat de beroepsgrond van de betrokkene niet slaagde, omdat de gedraging met voldoende zekerheid was vastgesteld en er geen feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven tot afzien van boeteoplegging of tot matiging. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter, bijgestaan door de griffier.