ECLI:NL:RBDHA:2022:14045

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 december 2022
Publicatiedatum
23 december 2022
Zaaknummer
MB VERZ 22-1257
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betrouwbaarheid van metingen met een lasergun in verkeersboetezaken

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. J. Houweling, had een boete van € 323,00 ontvangen voor het overschrijden van de maximumsnelheid met 28 km/h op 23 maart 2021. De betrokkene betwistte de betrouwbaarheid van de meting, die was uitgevoerd met een lasergun over een afstand van 425,30 meter. De gemachtigde voerde aan dat onduidelijk was of een statief was gebruikt en dat de meting niet correct was uitgevoerd. De vertegenwoordiger van de officier van justitie verdedigde de meting en stelde dat het gebruik van een statief geen wettelijke verplichting is. De kantonrechter concludeerde dat de meting juridisch correct was, omdat de lasergun goedgekeurd en geijkt was, en dat er voldoende pulsen retour waren gekomen om de snelheid vast te stellen. De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende was om de gedraging vast te stellen en dat er geen reden was om aan de juistheid van de informatie te twijfelen. Het beroep werd ongegrond verklaard, en de kantonrechter gaf aan dat er geen feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven tot matiging van de boete. De uitspraak benadrukt de juridische basis voor de betrouwbaarheid van metingen met laserguns in verkeersboetezaken.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
CJIB-nummer: [CJIB-nummer]
Registratienummer team straf: 9808885 MB VERZ 22-1257
Uitspraakdatum : 22 december 2022
Beslissing van de kantonrechter, tevens houdende het opgemaakte proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[appellant]
wonende dan wel gevestigd te: [adres]
, nader ook te noemen: betrokkene.
Gemachtigde: mr. J. Houweling (Verkeersboete.nl)

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 14 december 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde is ter zitting verschenen.

Overwegingen

Aan betrokkene wordt het verwijt gemaakt dat hij op 23 maart 2021 met het voertuig met het [kenteken] op de Vaillantlaan te ’s-Gravenhage de maximum snelheid binnen de bebouwde kom met 28 km/h is overschreden, terwijl betrokkene toen de bestuurder van dit voertuig was. Hierop is betrokkene staande gehouden.
Aan betrokkene is een boete opgelegd van € 323,00, inclusief administratiekosten.
Gemachtigde heeft namens betrokkene beroep ingesteld en in het beroepschrift aangevoerd dat er aanleiding is om aan de betrouwbaarheid van de meting te twijfelen. De meting is verricht over een zeer grote afstand (425,30 meter), terwijl onduidelijk is gebleven of hierbij een statief is gebruikt. Onduidelijk is gebleven welke verbalisant de gedraging heeft vastgesteld. Gemachtigde verwijst hierbij naar jurisprudentie en de Handleiding van de lasergun.
Ter zitting heeft gemachtigde medegedeeld de gronden van het beroep te handhaven en er nog aan toegevoegd dat het een meting over een grote afstand betreft. Er bestaan middelen om het apparaat bijvoorbeeld op de schouder te laten steunen. Hierover staat echter niets in het dossier. Voorts valt het de gemachtigde op dat er wordt verwezen naar handleidingen en die zijn er dus kennelijk wel. Wat gemachtigde betreft, ontbreken deze handleidingen in het dossier. Ten slotte merkt de gemachtigde nog op dat er meerdere kantonrechters zijn die hier toch geen genoegen mee nemen, zoals blijkt uit stukken die eerder al ter sprake zijn gekomen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft voorgesteld het beroep ongegrond te verklaren. Ter zitting is daar nog aan toegevoegd dat er al eens in een andere zaak informatie is opgevraagd bij de heer [naam] , verkeersspecialist van de politie. Met de technieken van nu wordt regelmatig op nog langere afstanden gemeten, ook zonder statief. Het kenteken is daarbij het richtpunt maar in principe kan elk deel van de auto worden gebruikt om op te richten (behalve de autoruit). De door het apparaat uitgezonden pulsen moeten ook weer terugkomen. Als die pulsen niet voldoende terugkomen – bijvoorbeeld door bibberen – dan kan geen meting worden vastgesteld. De vertegenwoordiger stuurt de betreffende informatie van [naam] per e-mail aan de gemachtigde en de griffier. De vertegenwoordiger van de officier van justitie geeft voorts aan dat een statief een handig hulpmiddel kan zijn maar dat het geen wettelijke verplichting is om er gebruik van te maken.
De kantonrechter en de gemachtigde nemen kennis van de informatie van [naam] . Volgens de gemachtigde is ook deze informatie onvoldoende. Om welke handleidingen gaat het dan? Hier zal [naam] nader over moeten worden bevraagd.
De kantonrechter geeft aan dat hij het onderzoek sluit en dat hij dit zal heropenen als hij in raadkamer tot de conclusie komt dat hij onvoldoende is voorgelicht.
De kantonrechter heeft in raadkamer geen reden gezien het onderzoek te heropenen. Hij heeft op grond van de navolgende overwegingen een beslissing genomen.
In WAHV-zaken biedt de verklaring van de verbalisant in het zaakoverzicht in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de verklaring dan wel indien uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken. (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12 oktober 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:8983).
In het zaakoverzicht staat onder meer het volgende:
“De werkelijke snelheid stelde ik vast m.b.v. een voor de meting geteste, geijkte en op de voorgeschreven wijze gebruikt snelheidsmeetmiddel.
Gemeten afgelezen snelheid: 81 km per uur.
Werkelijke gecorrigeerde snelheid: 78 km per uur.
Toegestane snelheid: 50 km per uur.
Overschrijding met: 28 km per uur.
Merk/Soort meetmiddel: Prolaser 4.
Serienummer: LF03299
Meetafstand: 425,30 m.
Goedkeuring meetmiddel geldig tot: 03-07-2021.”
In de reactie van [naam] staat onder meer het volgende:
“Zelf heb ik jaren met diverse merk en types lasergun gewerkt en daarbij regelmatig gemeten op afstanden van 700 – 900 m. zonder gebruik te maken van een statief. Ik zit momenteel in de werkgroep voor de aanbesteding van een nieuwe lasergun en daar bleek dat een statief slechts in zeer weinig gevallen gebruikt wordt door de collega’s. Het aangehaalde leerdocument gaat over een type lasergun dat al meer dan 20 jaar oud is. De techniek is in de loop der jaren verbeterd en dus is het document eigenlijk achterhaald.
Het argument dat er op de kentekenplaat gericht moet worden en dat er op die afstand een foute meting plaats kan vinden is niet terecht. De kentekenplaat is inderdaad een veel gebruikt richtpunt. Echter elk deel van de auto (m.u.v. de ruit) kan worden gebruikt als richtpunt voor de meting. De laser zendt nl. een reeks pulsen uit die gereflecteerd moeten worden. Dat daarbij een kentekenplaat help[t] is een ding dat vast staat. Maar als ik bij een motorrijder op de persoon richt krijg ik ook een reactie terug als er maar voldoende pulsen terugkomen.
Vooral dit laatste is het feit waar de laser mee werkt. De laser zendt in veel gevallen meer dan 1000 pulsen uit. Van deze 1000 pulsen met een heel groot aantal retour komen. Het exacte aantal verschilt wel per laser, maar reken er maar op dat in het geval van 1000 pulsen er ongeveer 950 retour moeten komen. Deze mogen dan ook nog eens een keer niet te veel van elkaar verschillen wil de laser een juridisch juiste meting doen. Als dus niet het overgrote deel van de pulsen retour komt, of er zit een te groot verschil in de metingen, geeft de laser geen snelheid weer. Als de bedienaar dus te veel bibbert of de laser beweegt zal een groot deel van de pulsen dus afwijken of niet retour komen en zal er dus geen meting plaats vinden. Het feit dat aangegeven wordt dat een statief verplicht is, kan ik zo nergens vinden in een handleiding. Het wordt vaak aangegeven dat het een handig hulpmiddel is.”
De kantonrechter heeft geen reden om aan de juistheid van deze informatie te twijfelen. Uit die informatie maakt de kantonrechter op dat de weergave op een lasergun van een snelheid betekent dat de meting is geslaagd. Er zijn dan namelijk in elk geval ongeveer 950 of meer pulsen retour gekomen en die pulsen verschillen niet te veel van elkaar. Als het meetmiddel vervolgens in de relevante periode is goedgekeurd en geijkt, is de meting ook nog eens juridisch correct en hoeft daaraan niet te worden getwijfeld. De opmerking van [naam] dat hij zo nergens in een handleiding kan terugvinden dat het gebruik van een statief verplicht is, leidt niet tot het stellen van aanvullende vragen. De kantonrechter is er immers ambtshalve mee bekend dat het gebruik van een statief een aanbeveling is en geen verplichting.
Verder blijkt uit het dossier voldoende dat de gedraging is waargenomen door twee dan wel één van de twee verbalisanten. De gegevens van beide verbalisanten (naam en dienstnummer dan wel het nummer akte van beëdiging) worden in het zaakoverzicht vermeld, hetgeen voldoende is voor nader onderzoek naar de bekwaamheid van de ambtenaren die de verkeersboete hebben opgelegd. Voor het overige is het vaste jurisprudentie van het gerechtshof dat als uitgangspunt heeft te gelden dat de ambtenaar die de verkeersboete heeft opgelegd daartoe bevoegd en bekwaam is, tenzij hetgeen de betrokkene daaromtrent heeft aangevoerd daarover gerede twijfel doet ontstaan. Daarvan is in deze zaak geen sprake.
De gedraging staat met voldoende zekerheid vast. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aanleiding geven tot matiging van de opgelegde boete.
Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing:

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.R.K.A.M. Waasdorp, kantonrechter, bijgestaan door
D.C. Carsten, griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Den Haag, Team Straf en dient door degene die het beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.