ECLI:NL:RBDHA:2022:14794
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Dublinverordening en interstatelijk vertrouwensbeginsel in asielzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 september 2022 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A.J.P. Lemmen, in beroep ging tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, genomen op 4 augustus 2022, hield in dat de aanvraag van de eiser voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling werd genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de vraag of de uitspraak van de Franse rechter door eiser is ontvangen, in Frankrijk aan de orde had moeten komen. De rechtbank benadrukte dat als eiser het niet eens is met de uitspraak van de Franse rechter, hij daartegen een rechtsmiddel moet aanwenden in Frankrijk. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 september 2022.