ECLI:NL:RBDHA:2022:15043

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 december 2022
Publicatiedatum
30 januari 2023
Zaaknummer
10104480 \ RL EXPL 22-15081
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van overeenkomst wegens onduidelijke betalingsverplichting bij online bestelling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 december 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Azzurro Investments S.À. R.L., een rechtspersoon gevestigd in Luxemburg, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door ACCS Gerechtsdeurwaarders B.V., heeft een vordering ingesteld op basis van een overeenkomst die gesloten zou zijn op afstand. De gedaagde partij is op de rolzitting van 13 september 2022 niet verschenen, waardoor verstek is verleend.

De kantonrechter heeft de vordering beoordeeld aan de hand van de wettelijke informatieplichten die gelden bij overeenkomsten gesloten op afstand, zoals vastgelegd in artikel 6:230m BW e.v. De rechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat aan deze informatieplichten is voldaan. In het bijzonder is gekeken naar de formulering op de bestelknop van de webwinkel, die de tekst "Bestelling afronden" bevatte. De kantonrechter oordeelde dat deze tekst niet duidelijk genoeg was om de consument te informeren over de betalingsverplichting die met de bestelling gepaard ging.

Als gevolg van deze tekortkoming in de informatievoorziening heeft de kantonrechter geoordeeld dat de overeenkomst vernietigbaar is. De rechter heeft ambtshalve de sanctie van vernietiging toegepast, wat betekent dat de eisende partij niet meer in de gelegenheid wordt gesteld om te reageren op deze beslissing. De vordering van de eisende partij is afgewezen en deze is veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde partij tot op dat moment op nihil zijn begroot.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats ‘s-Gravenhage
Rgf/a
Rolnr.: 10104480 \ RL EXPL 22-15081
Datum: 8 december 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht de rechtspersoon naar buitenlands recht Azzurro Investments S.À. R.L.,
gevestigd te Luxemburg,
eisende partij,
gemachtigde: ACCS Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij.

1.Verloop van de procedure

De kantonrechter heeft kennis genomen van de dagvaarding van 13 september 2022 met producties.
Gedaagde partij is op de in de dagvaarding bepaalde rolzitting niet verschenen en heeft ook anderszins niet gereageerd. De voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn in acht genomen. Tegen gedaagde partij is daarom verstek verleend.

2.Beoordeling

2.1.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst gesloten op afstand dan wel buiten een verkoopruimte, tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument worden voldaan aan de essentiële informatieplichten van artikel 6:230m BW e.v. en de informatieplichten waaraan de wet specifieke sancties verbindt. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd en bij schending een sanctie daaraan verbinden, dus ook als er op dat punt geen verweer is gevoerd (Hoge Raad 12 november 2021, ECLI:HR:NL:2021:1677, hierna: het arrest). De eventuele omstandigheid dat eisende partij de vordering op grond van cessie heeft verkregen of op een andere manier in de rechten van de handelaar is getreden, maakt dat niet anders. Eisende partij moet inzichtelijk maken welke informatie aan de consument is verstrekt voordat de overeenkomst werd gesloten en dat daarmee aan de wettelijke verplichtingen is voldaan.
2.2.
Volgens artikel 6:230v lid 3 BW moet de handelaar het elektronische bestelproces zo inrichten dat de consument een aanbod pas kan aanvaarden als hem op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk is gemaakt dat zijn bestelling een betalingsverplichting inhoudt. Een bestelkop of soortgelijke functie moet een ondubbelzinnige formulering bevatten die goed leesbaar is en waaruit blijkt dat het plaatsen van een bestelling een betalingsverplichting ten opzichte van de handelaar inhoudt. Een overeenkomst die in strijd met artikel 6:230v lid 3 BW tot stand komt, is vernietigbaar.
2.3.
Om te beoordelen of de handelaar aan deze verplichting heeft voldaan, moet alleen rekening worden gehouden met de woorden
opde bestelknop waarmee de consument het bestelproces afrondt. Zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 7 april 2022 (ECLI:EU:C:2022:269). Er mag geen acht worden geslagen op de verdere omstandigheden van het bestelproces.
2.4.
Uit de toelichting en stukken blijkt dat op de bestelknop van de webwinkel de tekst “ Bestelling afronden” staat. Daarmee is naar het oordeel van de kantonrechter geen duidelijke mededeling gedaan dat de consument met het aanklikken van die knop een betalingsverplichting aangaat. Er is dan ook niet voldaan aan de verplichting van artikel 6:230v lid 3 BW. Als gevolg daarvan is de overeenkomst vernietigbaar.
2.5.
De kantonrechter is verplicht om ambtshalve de daaraan verbonden sanctie toe te passen en zal de overeenkomst vernietigen (zie r.o. 3.1.20 van het arrest van de Hoge Raad en de conclusie van P-G Wissink van 19 april 2022, randnummer 20 e.v. (ECLI:NL:PHR:2022:545)). Gedaagde partij is de gevorderde hoofdsom daarom niet verschuldigd. De vorderingen van eisende partij zullen gelet daarop worden afgewezen.
2.6.
Eisende partij zal niet meer in de gelegenheid worden gesteld om te reageren op de vernietiging. Het rechtsgevolg vernietiging van de overeenkomst is in de wet opgenomen en moet ambtshalve worden toegepast. Gedaagde partij is niet verschenen en van enig bezwaar tegen vernietiging van de overeenkomst is niet gebleken.
2.7.
Aan ambtshalve toetsing van de overige (pre)contractuele informatieplichten komt de kantonrechter niet toe.
2.8.
Eisende partij wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, aan de zijde van gedaagde partij tot op heden begroot op nihil.

3.Beslissing

De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt eisende partij in de proceskosten, tot op deze uitspraak aan de zijde van gedaagde partij begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. B.C. Vink en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 december 2022.
de griffier, de kantonrechter,