ECLI:NL:RBDHA:2022:15129
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- D. Biever
- M.J.J. Roks
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot uitstel van vertrek
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van verzoeker, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Verzoeker had eerder een aanvraag voor uitstel van vertrek ingediend, welke was afgewezen op 31 maart 2022. Dit besluit was gebaseerd op een eerder terugkeerbesluit van 9 januari 2014, waarbij werd aangegeven dat de vertrekplicht nog steeds geldt en dat verzoeker kan worden uitgezet. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard op 3 juni 2021. Vervolgens heeft verzoeker beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij de behandeling van zijn beroep in Nederland kan afwachten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder, de staatssecretaris, zich niet verzet tegen de toewijzing van de voorlopige voorziening. Beide partijen hebben aangegeven geen gebruik te willen maken van hun recht om ter zitting te worden gehoord, waardoor het onderzoek ter zitting achterwege kon blijven. De voorzieningenrechter heeft het verzoek als kennelijk gegrond toegewezen, wat betekent dat verzoeker niet kan worden uitgezet totdat de rechtbank uitspraak heeft gedaan op het beroep. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan verzoeker.
De voorzieningenrechter heeft de proceskosten vastgesteld op € 759,- en het griffierecht op € 184,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.