ECLI:NL:RBDHA:2022:15435

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 augustus 2022
Publicatiedatum
20 februari 2023
Zaaknummer
NL22.12031 en NL22.12033
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing voorlopige voorziening in asielzaken van Georgische verzoekers

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 augustus 2022 uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL22.12031 en NL22.12033. Verzoekers, een Georgisch gezin, hebben een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van hun asielaanvraag. De aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd waren door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. Daarnaast was er een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor twee jaar opgelegd aan de verzoekers.

De verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde mr. M.K. Bulthuis, hebben op 15 juli 2022 hun zaak gepresenteerd, waarbij ook een tolk aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening behandeld, maar heeft geconcludeerd dat deze niet meer nodig waren, aangezien er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in de beroepszaken NL22.12030 en NL22.12032. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.12031 en NL22.12033

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker] en [verzoekster] ,mede namens hun minderjarige zoon: [minderjarige] , verzoekers
V-nummers: [V-nummer 1] , [V-nummer 2] en [V-nummer 3]
(gemachtigde: mr. M.K. Bulthuis), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: J. Post).

Procesverloop

Bij besluiten van 21 juni 2022 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. Ook heeft verweerder verzoekers een terugkeerbesluit en inreisverbod voor twee jaren opgelegd.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken samen met de beroepszaken NL22.12030 en NL22.12032, op 15 juli 2022 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Djavakhadze. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoekers hebben de Georgische nationaliteit en zijn geboren op [1981] respectievelijk [1983] . Zij hebben samen drie kinderen, waarvan hun minderjarige zoon is meegekomen naar Nederland. Hij is geboren op [2014] en heeft ook de Georgische nationaliteit.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL22.12030 en NL22.12032, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L.L. Hol, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
01 augustus 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.