ECLI:NL:RBDHA:2022:15471
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit tot niet toekennen van bestuurlijke dwangsom in asielaanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 november 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. D.H. Yabasun, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft op 16 augustus 2022 beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 21 juli 2022, waarin geen bestuurlijke dwangsom werd toegekend. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig werd geacht en heeft het onderzoek gesloten zonder behandeling op zitting. Eiser verzocht de rechtbank om de hoogte van de verbeurde dwangsom vast te stellen. De rechtbank overwoog dat op basis van de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND, die sinds 11 juli 2021 van kracht is, de artikelen van de Awb betreffende dwangsommen niet van toepassing zijn op besluiten inzake asielaanvragen voor bepaalde tijd. De rechtbank verwees naar een eerdere uitspraak van de meervoudige kamer van 5 augustus 2022, waarin werd geoordeeld dat het afschaffen van de bestuurlijke dwangsom niet in strijd is met het Unierechtelijke gelijkwaardigheidsbeginsel en het doeltreffendheidsbeginsel. Gelet op deze overwegingen kon de rechtbank niet vaststellen dat verweerder een bestuurlijke dwangsom had verbeurd, waardoor het beroep ongegrond werd verklaard. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.