ECLI:NL:RBDHA:2022:16053

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 oktober 2022
Publicatiedatum
16 augustus 2023
Zaaknummer
22_5109
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende vooraankondiging van bestuursdwang

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 oktober 2022 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker tegen het college van burgemeester en wethouders van Westland. De zaak betreft een vooraankondiging van bestuursdwang die op 28 juli 2022 aan de verzoeker is verzonden. In deze brief werd aangegeven dat het college voornemens was om de verzoeker te gelasten toegang te verlenen tot zijn woning voor een controle op 22 augustus 2022. Indien de verzoeker hieraan geen medewerking verleende, zou het college op diezelfde dag bestuursdwang toepassen.

De verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen deze vooraankondiging en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat een vooraankondiging van bestuursdwang geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waartegen bezwaar en beroep openstaat. Hierdoor kon het verzoek om voorlopige voorziening niet worden toegewezen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

Rechtbank DEN Haag

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/5109
uitspraak van de voorzieningenrechter van 28 oktober 2022 op het verzoek om voorlopige voorziening van

[verzoeker], te [woonplaats], verzoeker,

tegen

het college van burgemeester en wethouders van Westland, verweerder

(gemachtigde: A.M. Bos)

Procesverloop

Bij brief van 28 juli 2022 heeft verweerder verzoeker meegedeeld dat hij voornemens is verzoeker te gelasten op grond van artikel 5:14 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in verbinding met artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) om de inspecteur toegang te verlenen tot de woning op 22 augustus 2022, 10.00 uur, om in de woning een controle uit te voeren. Indien verzoeker op de genoemde datum op genoemd tijdstip geen medewerking verleent aan de controle, zal verweerder op 22 augustus 2022 om 14.00 uur door middel van de toepassing van bestuursdwang, toegang verschaffen tot de woning. De toepassing van deze bestuursdwang vindt plaats op verzoekers kosten.
Hiertegen heeft verzoeker bij brief van 12 augustus 2022 bezwaar gemaakt. Hij heeft bij brief van 17 augustus 2022 de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1.1
Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld, dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
1.2
Artikel 8:83, derde lid, van de Awb bepaalt dat de voorzieningenrechter uitspraak kan doen zonder dat partijen worden uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, indien hij kennelijk onbevoegd is of het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
1.3
De voorzieningenrechter ziet aanleiding van deze bevoegdheid gebruik te maken.
2.1
Voor het treffen van een voorlopige voorziening is het noodzakelijk dat er sprake is van een besluit. Ingevolge artikel 1:3, eerste lid, van de Awb wordt onder een besluit, waartegen op grond van artikel 7:1 en artikel 8:1 van de Awb bezwaar en beroep open staat, verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
2.3
In de brief van 28 juli 2022 is verwoord dat het gaat om een voornemen. Deze brief is te kwalificeren als een vooraankondiging van bestuursdwang. Van een bestuursdwangbesluit moet worden onderscheiden de zogenaamde vooraankondigingen. Een vooraankondiging van bestuursdwang (onder welke benaming ook) heeft de strekking te dreigen met bestuursdwang of daarvoor alvast te waarschuwen. Een vooraankondiging is echter geen besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb, waartegen bezwaar en beroep openstaat. Dat betekent dat tegen het bestreden bericht geen bezwaar en beroep openstaan en dat het verzoek om voorlopige voorziening reeds daarom niet kan worden toegewezen.
3. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
4
.Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van A. Jansen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2022.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.