ECLI:NL:RBDHA:2022:1812
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een aanvraag voor een faciliterend visum op basis van een valse huwelijksakte en de beoordeling van een duurzame relatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een Syrische vrouw, en de minister van Buitenlandse Zaken over de afwijzing van haar aanvraag voor een faciliterend visum. Eiseres had de aanvraag ingediend om zich te voegen bij haar Duitse echtgenoot die in Nederland verblijft. De aanvraag werd afgewezen op basis van het feit dat de huwelijksakte die eiseres had overgelegd vals was bevonden door Bureau Documenten. Eiseres stelde dat een huwelijk niet noodzakelijk is om als familielid van een Unieburger aangemerkt te worden en dat er sprake moet zijn van een duurzame en exclusieve relatie. De rechtbank oordeelde dat de valse huwelijksakte betekende dat eiseres niet kon aantonen dat zij een familielid was van een Unieburger, en dat verweerder niet verplicht was om te toetsen of er een duurzame relatie bestond. De rechtbank verwierp ook het beroep van eiseres op een rapport van de Nationale Ombudsman, omdat er geen nieuwe afwijzingsgrond was. Eiseres had voldoende gelegenheid gekregen om haar standpunten naar voren te brengen en de rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was. De rechtbank verklaarde dat verweerder geen proceskosten hoefde te vergoeden.