ECLI:NL:RBDHA:2022:2022
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Algerijnse eiser wegens onvoldoende geloofwaardigheid van verklaringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 februari 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Algerijnse man, had op 22 december 2021 een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld via een beeldverbinding, waarbij zowel eiser als verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De rechtbank heeft de asielaanvraag van eiser ongegrond verklaard, omdat eiser niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn claims over vervolging door salafistische terroristen. Eiser had verklaard dat hij na het overlijden van zijn vader in 2020 in de negatieve aandacht was gekomen van deze groepering, maar de rechtbank oordeelde dat zijn verklaringen ongeloofwaardig waren. Eiser had geen concrete informatie over de groepering of de redenen waarom hij zou worden gezocht. Bovendien was het opmerkelijk dat hij pas in oktober 2021 asiel vroeg, terwijl hij al sinds medio 2020 problemen zou ondervinden. De rechtbank concludeerde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij internationale bescherming nodig had, en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en de uitspraak werd openbaar gemaakt.