ECLI:NL:RBDHA:2022:2428
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om inschrijving tolk op C1-niveau in het Register beëdigde tolken en vertalers
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 maart 2022 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om inschrijving als tolk Nederlands-Somali op C1-niveau in het Register beëdigde tolken en vertalers. Eiser, die jarenlang als niet-beëdigde tolk en vertaler heeft gewerkt, heeft zijn verzoek ingediend op 17 januari 2020. Het primaire besluit van de minister van Justitie en Veiligheid, dat op 7 april 2020 werd genomen, wees het verzoek af omdat eiser niet aan alle voorwaarden voor inschrijving op C1-niveau voldeed. In het bestreden besluit van 21 september 2020 werd het bezwaar van eiser gedeeltelijk gegrond verklaard, en werd hij ingeschreven op B2-niveau, maar niet op C1-niveau.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet kan aantonen dat hij de Somali taal op C1-niveau beheerst, wat een vereiste is voor inschrijving op dat niveau. Eiser heeft aangevoerd dat de taal Somali niet toetsbaar is en dat hij vanwege zijn werkervaring en scholing geen bewijs hoeft te leveren van zijn taalvaardigheid. De rechtbank oordeelt echter dat de minister op goede gronden heeft geweigerd om eiser op C1-niveau in te schrijven, omdat hij niet voldoet aan de wettelijke eisen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.