ECLI:NL:RBDHA:2022:2769
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wajong-uitkering; beoordeling van de ingangsdatum en bijzondere omstandigheden
Op 10 maart 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. R.M. Noorlander, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door mr. B.M. de Wolff. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van 13 november 2020, waarin zijn bezwaar tegen een eerder besluit van 17 april 2020 ongegrond was verklaard. Dit eerdere besluit kende eiser een Wajong-uitkering toe met ingang van 6 januari 2019. Eiser stelde dat hij niet eerder in staat was om de aanvraag voor de Wajong-uitkering in te dienen vanwege zijn aandoening, die pas kort voor de aanvraag was vastgesteld. De rechtbank heeft de zaak op 15 februari 2022 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder.
De rechtbank heeft overwogen dat eiser voldoet aan de voorwaarden voor de Wajong-uitkering, maar dat het geschil zich richt op de vraag of de uitkering eerder had moeten ingaan. De rechtbank heeft artikel 3:29 van de Wajong in overweging genomen, dat bepaalt dat de uitkering ingaat op de dag dat de jonggehandicapte aan de vereisten voldoet, maar dat in bijzondere gevallen van deze regel kan worden afgeweken. Eiser voerde aan dat zijn stoornissen hem verhinderden om eerder een aanvraag in te dienen, maar de rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts voldoende had gemotiveerd dat er geen medische of psychische redenen waren die de late aanvraag rechtvaardigden.
De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om de ingangsdatum van de uitkering te vervroegen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en stelde vast dat de ingangsdatum van de uitkering terecht was vastgesteld op 6 januari 2020, een jaar voor de aanvraagdatum. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Munsterman, in aanwezigheid van griffier mr. M. Klaus, en werd openbaar uitgesproken op 10 maart 2022.