ECLI:NL:RBDHA:2022:2951
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende omgevingsvergunning en overtredingen Activiteitenbesluit
Op 24 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen Biota Nutri B.V. en het college van burgemeester en wethouders van Kaag & Braassem. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening hangende bezwaar tegen een besluit van 20 januari 2022, waarin verzoekster werd gelast om geconstateerde overtredingen van het Activiteitenbesluit milieubeheer binnen vier weken te beëindigen. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 24 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld, waarbij verzoekster zich liet vertegenwoordigen door haar gemachtigde en verweerder door zijn gemachtigde.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het belang van verzoekster in dit geval zwaarder weegt dan het belang van verweerder. De voorzieningenrechter heeft het bestreden besluit geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van het betaalde griffierecht van € 365,- en de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 1.518,-. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de lasten die aan verzoekster zijn opgelegd onvoldoende gemotiveerd zijn en dat verzoekster verschillende maatregelen heeft getroffen om aan de wettelijke vereisten te voldoen. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.