ECLI:NL:RBDHA:2022:333

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 januari 2022
Publicatiedatum
24 januari 2022
Zaaknummer
NL21.19202
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.19202

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. D. de Heuvel),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. G.T. Cambier).

ProcesverloopBij besluit van 8 december 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser in de verlengde procedure niet-ontvankelijk verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL21.19203, op 6 januari 2022 op zitting behandeld te Breda. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Mahassen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en de Syrische nationaliteit te bezitten. Op 18 juni 2021 heeft hij een asielaanvraag ingediend in Nederland.
2. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vw, [1] omdat de Filipijnen voor eiser als veilig derde land wordt aangemerkt. Eiser heeft een band heeft met de Filipijnen, omdat zijn echtgenote en kind daar verblijven en zijn echtgenote de Filipijnse nationaliteit bezit. Het is voldoende aannemelijk dat eiser zal worden toegelaten tot de Filipijnen. Uit openbare bronnen blijkt namelijk dat eiser in aanmerking kan komen voor een tijdelijke verblijfsvergunning voor verblijf bij zijn echtgenote, een zogenoemde
Temporary Resident Visa(TRV).
3. Eiser voert daartegen aan dat hij niet zal worden toegelaten tot de Filipijnen. Verweerder heeft zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat niet is gebleken van een poging van eiser om toegang te krijgen tot de Filipijnen. Eiser heeft namelijk meerdere malen contact opgenomen met de Filipijnse ambassade om te vragen of het mogelijk is dat hij toegang krijgt tot de Filipijnen, maar het antwoord op die vraag was steeds ontkennend. Het ligt op de weg van verweerder om de informatie te verifiëren bij de ambassade.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Uitsluitend in geschil is of eiser zal worden toegelaten tot de Filipijnen.
5. Uit de jurisprudentie van de Afdeling [2] volgt dat verweerder, indien hij tegenwerpt dat een land voor de vreemdeling een veilig derde land is, aannemelijk moet maken dat die vreemdeling wordt toegelaten tot dat land. Hij dient hiertoe aan de hand van informatie uit algemene bronnen, of op basis van de verklaringen van die vreemdeling, redenen aan te dragen waarom toegang in beginsel mogelijk moet zijn. [3] Vervolgens ligt het op de weg van de vreemdeling om aan te tonen dat de door verweerder geschetste mogelijkheden om toegang te krijgen tot dat land, in zijn geval niet aanwezig zijn.
6. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder voldoende aannemelijk gemaakt dat eiser tot de Filipijnen zal worden toegelaten. Verweerder heeft in het bestreden besluit en ter zitting gewezen op een aantal openbare bronnen waaruit blijkt dat eiser een TRV kan verkrijgen. [4] Daarmee heeft verweerder voldaan aan de maatstaf die volgt uit de eerdergenoemde jurisprudentie van de Afdeling.
7. Met wat eiser aanvoert, heeft hij niet aangetoond dat hij geen TRV kan verkrijgen. Ter zitting heeft eiser verklaard dat hij geen paspoort heeft en dat hij volgens de Filipijnse ambassade daarom niet zal worden toegelaten tot de Filipijnen. Over zijn paspoort heeft eiser ter zitting verder verklaard dat hij dit is kwijtgeraakt in Turkije. Deze verklaring strookt niet met de verklaring van eiser tijdens het aanmeldgehoor dat hij er zelf voor heeft gekozen om zijn paspoort bij een kamergenoot in Turkije achter te laten toen hij naar Griekenland vertrok. [5] Ook zijn de verklaringen van eiser ter zitting over het contact met de kamergenoot uit Turkije na eisers aankomst in Griekenland tegenstrijdig met de verklaringen van eiser tijdens het gehoor. Zo heeft eiser tijdens het nader gehoor verklaard dat de kamergenoot de ene keer zei dat hij niet wist waar eisers documenten waren, en de andere keer zei dat hij aan het verhuizen is. [6] Ter zitting heeft eiser echter verklaard dat hij geen contact kon krijgen met de kamergenoot. Vervolgens heeft eiser, na confrontatie met zijn verklaringen tijdens het nader gehoor, verklaard dat de kamergenoot hem een tijdje aan het lijntje heeft gehouden en dat eiser daarna geen contact meer met hem kon krijgen. Het ligt voorts op de weg van eiser om een nieuw paspoort aan te vragen. Eiser heeft niet met stukken onderbouwd dat dit niet mogelijk is. Van het contact met de Filipijnse ambassade heeft eiser geen stukken overgelegd. Tot slot heeft eiser ter zitting desgevraagd verklaard dat noch hijzelf, noch zijn echtgenote een aanvraag heeft ingediend voor een TRV. Niet is gebleken dat eiser voldoende inspanningen heeft verricht om tot de Filipijnen te worden toegelaten, terwijl dat wel van hem had mogen worden verwacht. Gelet op dit alles kan de beroepsgrond dat verweerder bij de Filipijnse ambassade had moeten verifiëren dat eiser geen toegang kan krijgen tot de Filipijnen, geen doel treffen.
8. De aanvraag is terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is ongegrond.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr.W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
2.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
3.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 13 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3379.
4.www.refworld.org/docid/3ae6b5589.html, www.immigration.gov.ph en www.visasphilippines.com.
5.Pagina 4 van het rapport aanmeldgehoor.
6.Pagina 3 van het rapport nader gehoor.