ECLI:NL:RBDHA:2022:3653

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 april 2022
Publicatiedatum
20 april 2022
Zaaknummer
C/09/593157 / HA ZA 20-506
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.F.R. van Heemstra
  • J.Th. van Walderveen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot kinderfietsen en vorderingen tot rectificatie, vernietiging en schadevergoeding

Op 20 april 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen T.O.M. B.V. en Prijskiller.NL B.V. over inbreuk op intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot kinderfietsen. T.O.M. B.V. vorderde onder andere een verbod op inbreuk op haar geregistreerde en niet-geregistreerde modelrechten en auteursrechten, alsook schadevergoeding. De rechtbank oordeelde dat Prijskiller met de verkoop van de 2Cycle kinderfietsen inbreuk maakte op de rechten van T.O.M. en dat de ontwerpen van de AMIGO kinderfietsen origineel waren en beschermd door het auteursrecht. De rechtbank wees de vorderingen van T.O.M. toe, waaronder een verbod op verdere inbreuk, een recall van de inbreukmakende fietsen, en schadevergoeding. Prijskiller voerde aan dat de Gemeenschapsmodellen van T.O.M. nietig waren, maar de rechtbank verwierp deze stelling. De rechtbank oordeelde ook dat de conservatoire beslagen die door T.O.M. waren gelegd, niet onrechtmatig waren, behalve voor de modellen die geen inbreuk maakten. De vorderingen in reconventie van Prijskiller werden afgewezen, en de rechtbank oordeelde dat T.O.M. onrechtmatig had gehandeld door beslag te leggen op bepaalde modellen. De proceskosten werden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/593157 / HA ZA 20-506
Vonnis van 20 april 2022
in de zaak van
T.O.M. B.V.,
te Bladel,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. C.S. Mastenbroek te Ouderkerk aan de Amstel,
tegen

1.PRIJSKILLER.NL B.V.,

te Sint Annaparochie,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. S. Tigu te Rotterdam,
2.
PDK TRADING B.V.,
te Sint Annaparochie,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. S. Tigu te Rotterdam,
3.
[gedaagde 3] B.V.,
te [plaats 1],
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. S. Tigu te Rotterdam,
4.
[gedaagde 4] HOLDING B.V.,
te [plaats 2],
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. S. Tigu te Rotterdam,
5.
[gedaagde 5] HOLDING B.V.,
te [plaats 3],
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. S. Tigu te Rotterdam,
6.
[gedaagde 6],
te [plaats 2],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. S. Tigu te Rotterdam,
7.
[gedaagde 7],
te [plaats 3],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. S. Tigu te Rotterdam,
8.
EASTMAN INDUSTRIES LIMITED,
te Ludhiana (India),
gedaagde in conventie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna T.O.M. (eiseres in conventie/verweerster in reconventie) respectievelijk Prijskiller (gedaagden in conventie/eiseressen in reconventie sub 1 t/m 7) en Eastman (gedaagde in conventie sub 8) genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
 de dagvaarding;
 het jegens Eastman verleende verstek;
 de akte overlegging producties van T.O.M. van 20 mei 2020 met daarbij producties EP01 t/m EP48;
 de akte vermindering van eis en overlegging producties van T.O.M. van 8 juli 2020 met daarbij producties EP49 en EP50;
 de akte overlegging producties van T.O.M. van 2 september 2020 met daarbij producties EP51 t/m EP57;
 de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties GP01 t/m GP35;
 de akte overlegging aanvullende producties van Prijskiller van 16 december 2020 met daarbij producties GP34 (nieuwe versie) en GP36;
 de conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende akte overlegging aanvullende productie van T.O.M. met daarbij productie EP58;
 het tussenvonnis van 28 juli 2021 waarbij ambtshalve een mondelinge behandeling is bepaald;
 de brief van Prijskiller van 12 november 2021 met daarbij producties GP37 t/m GP43;
 de akte overlegging productie van T.O.M. van 23 november 2021 met daarbij productie EP59;
 de akte overlegging productie van T.O.M. van 23 november 2021 met daarbij productie EP60;
 het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 23 november 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

T.O.M.

2.1.
T.O.M. drijft een onderneming die online een verscheidenheid aan producten verkoopt aan consumenten, waaronder kinderfietsen met het merk AMIGO. Onder dit merk biedt zij onder meer de AMIGO Bloom, AMIGO BMX Fun, AMIGO Superstar, AMIGO 2Cool, AMIGO BMX Turbo en AMIGO Magic aan. Daarnaast heeft T.O.M. ontwerptekeningen gemaakt, althans laten maken, voor de AMIGO Firefighter en AMIGO Lovely.
2.2.
T.O.M. heeft met betrekking tot de AMIGO Magic, Lovely, Superstar en Firefighter Gemeenschapsmodelrechten laten registreren. In onderstaande tabel staan de kinderfietsen van T.O.M. afgebeeld, met - waar van toepassing - de bijbehorende geregistreerde modellen en openbaarmakingsdata.
Amigo Bloom (openbaarmaking september 2018, geen geregistreerd model)
AMIGO BMX Fun (openbaarmaking september 2018, geen geregistreerd model)
AMIGO Superstar (openbaarmaking 27 augustus 2019)
0007390935-0004 en 0005, depot 13 december 2019
AMIGO 2Cool (openbaarmaking augustus 2019, geen geregistreerd model)
AMIGO BMX Turbo (openbaarmaking september 2019,
geen geregistreerd model)
AMIGO Magic (openbaarmaking 6 november 2019)
0007390935-0009 en 0010, depot 13 december 2019
AMIGO Firefighter (nog niet openbaar gemaakt)
0007390935-0006, depot 13 december 2019
AMIGO Lovely (nog niet openbaar gemaakt)
0007390935-0007 en 0008, depot 13 december 2019
Eastman
2.3.
De AMIGO Bloom werd in 2018 ten behoeve van T.O.M. geproduceerd door Eastman (gedaagde sub 8). Met betrekking tot de collectie 2018/2019 heeft T.O.M. aan Eastman offertes opgevraagd voor de productie van de AMIGO Lovely, AMIGO Magic en AMIGO Superstar. Uiteindelijk heeft T.O.M. de gehele productie voor de collectie 2018/2019, inclusief de AMIGO Bloom, ondergebracht bij een andere producent.
2.4.
Op 4 januari 2018 heeft T.O.M. aan Eastman een e-mail gestuurd met, onder meer, de volgende tekst:

12. The styling of the bikes of the brand AMIGO is worldwide owned by TOM bv. If EASTMAN BIKES bikes produces and/or sells with the same styling than the bikes of the AMIGO brand to other customers than TOM bv, then Eastman Bikes paid a fine of €100,= per Eastman Bikes produced/sold bike to TOM bv.”
Hierop heeft Eastman gereageerd:

We confirm”.
Prijskiller
2.5.
Gedaagden sub 1 tot en met 5 behoren allemaal tot het Prijskiller concern, waarvan gedaagden sub 6 en 7 aandeelhouder zijn (via hun holdingvennootschappen, de gedaagden sub 4 en 5).
2.6.
Op (onder meer) de website www.prijskiller.nl worden verschillende producten verkocht, waaronder ook kinderfietsen onder het merk 2Cycle. In 2019 heeft zij de volgende kinderfietsen aangeboden:
2Cycle Desire
2Cycle BMX Fun
2Cycle Superstar
2Cycle Cruiser/Cargo
2Cycle BMX
2Cycle Magic
2Cycle Firefighter
2Cycle Lovely
2.7.
De 2Cycle fietsen worden in opdracht van Prijskiller geproduceerd door Eastman.
2.8.
Op grond van het op 24 december 2019 door de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag verleende verlof heeft T.O.M. conservatoir beslag tot afgifte gelegd op bescheiden, gegevensdragers en kinderfietsen, alsmede conservatoir verhaalsbeslag gelegd op de gehele kinderfietsenvoorraad van Prijskiller. Ook heeft zij conservatoir verhaalsbeslag onder diverse derden gelegd.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
T.O.M. heeft, na vermindering van eis, de volgende vorderingen ingesteld:
Verbod
I. Primair: gedaagden te verbieden in de Europese Unie inbreuk te maken op de geregistreerde en/of niet-geregistreerde modelrechten met betrekking tot de AMIGO Bloom, AMIGO Superstar, AMIGO Magic, AMIGO Firefighter en AMIGO Lovely;
Subsidiair: gedaagden te verbieden in Nederland inbreuk te maken op de auteursrechten met betrekking tot de AMIGO Bloom, AMIGO Superstar, AMIGO Magic, AMIGO Firefighter en AMIGO Lovely;
Meer subsidiair: gedaagden te gebieden het onrechtmatig handelen jegens T.O.M. in Nederland te staken en gestaakt te houden, welk onrechtmatig handelen bestaat uit:
a. het slaafs nabootsen van de AMIGO Bloom, AMIGO Superstar, AMIGO Magic, AMIGO Firefighter en AMIGO Lovely;
b. het gebruik maken van de bedrijfsgeheimen van T.O.M. met betrekking tot de AMIGO Bloom, AMIGO Superstar, AMIGO BMX Turbo, AMIGO Magic, AMIGO Firefighter en AMIGO Lovely;
c. en het profiteren van de wanprestatie van Eastman met betrekking tot de AMIGO kinderfietsen;
Recall
II. Gedaagden te bevelen om uiterlijk binnen 5 (vijf) dagen na betekening van het door de rechtbank te wijzen vonnis de inbreukmakende Prijskiller kinderfietsen uit het handelsverkeer in Europa dan wel Nederland terug te roepen door middel van het sturen van een brief aan alle afnemers, waarin aan de afnemers wordt gevraagd om zo spoedig mogelijk de (nog resterende voorraad van de) betreffende inbreukmakende Prijskiller kinderfietsen, te retourneren aan gedaagden, op diens kosten en de advocaten van T.O.M. gelijktijdig te voorzien van de kopieën van de brieven aan de afnemers;
Vernietiging
III. Gedaagden te bevelen om binnen 14 (veertien) dagen na betekening van het door de rechtbank te wijzen vonnis de volledige voorraad van de inreukmakende Prijskiller kinderfietsen om niet aan T.O.M. over te dragen ter vernietiging op kosten van gedaagden, waarbij de advocaten van T.O.M. worden voorzien van deugdelijk bewijs van de vernietiging;
Rectificatie advertenties
IV. Gedaagden sub 1 tot en met 7 te bevelen om uiterlijk binnen 14 (veertien) dagen na betekening van het door de rechtbank te wijzen vonnis alle advertenties en/of aanbiedingen van de inbreukmakende Prijskiller kinderfietsen 2Cycle Desire, 2Cycle Superstar, 2Cycle BMX, 2Cycle Magic, 2Cycle Firefighter en 2Cycle Lovely gedurende de periode van een maand te vervangen met een duidelijk leesbaar bericht, met uitdrukkelijke vermelding van Prijskiller (dat wil zeggen de uitdrukkelijke vermelding van haar statutaire naam) als afzender, met uitsluitend de navolgende inhoud, zonder enig commentaar of toevoeging in welke vorm dan ook, onder gelijktijdige toezending van kopieën van deze advertenties c.q. berichten aan de advocaten van T.O.M.:
"
Geachte heer/mevrouw,
Recentelijk hebben wij de volgende kinderfietsen van 2Cycle aangeboden, geleverd en/of verkocht:
[INVULLEN AANGEBODEN, GELEVERDE EN VERKOCHTE INBREUKMAKENDE KINDERFIETSEN VAN HET TYPE , MET VERMELDING VAN AANTALLEN, ARTIKELNUMMERS EN INCHMATEN]
Deze kinderfietsen mogen door ons niet op de markt worden gebracht in verband met exclusieve rechten van T.O.M. B.V.
Deze fietsen worden vanaf heden dan ook niet meer aangeboden en verkocht door Prijskiller."
Althans een door de rechtbank in goede justitie aan te geven andersluidende brief.
Rectificatie website
V. Gedaagden sub 1 tot en met 7 te bevelen om uiterlijk binnen 14 (veertien) dagen na betekening van het door de rechtbank te wijzen vonnis op de homepage van de website www.prijskiller.nl een duidelijk leesbaar bericht te plaatsen, met dezelfde lettertype en grootte als die op de website wordt gebruikt, met uitsluitend de navolgende inhoud, zonder enig commentaar of toevoeging in welke vorm dan ook, onder gelijktijdige toezending van een kopie van dit bericht aan de advocaten van T.O.M.:
"
Geachte heer/mevrouw,
Recentelijk hebben wij de volgende kinderfietsen van 2Cycle aangeboden,
geleverd en/of verkocht:
[INVULLEN AANGEBODEN, GELEVERDE EN VERKOCHTE INBREUKMAKENDE KINDERFIETSEN PRIJSKILLER VAN HET TYPE [INVULLEN AANGEBODEN, GELEVERDE EN VERKOCHTE INBREUKMAKENDE KINDERFIETSEN VAN HET TYPE 2Cycle Desire, 2Cycle Superstar, 2Cycle BMX, 2Cycle Magic, 2Cycle Firefighter en/of 2Cycle Lovely, MET VERMELDING VAN AANTALLEN, ARTIKELNUMMERS EN INCHMATEN]
Deze kinderfietsen mogen door ons niet op de markt worden gebracht in verband met exclusieve rechten van T.O.M. B.V.
Deze fietsen worden vanaf heden dan ook niet meer aangeboden en verkocht door Prijskiller."
Althans een door de rechtbank in goede justitie aan te geven andersluidende brief.
Rectificatie Eastman
VI. Gedaagde sub 8 te bevelen om uiterlijk binnen 14 (veertien) dagen na betekening van het door de rechtbank te wijzen vonnis op de homepage van de website www.eastmanbikes.com, voor zover deze in de Europese Unie toegankelijk is, een duidelijk leesbaar bericht te plaatsen, met uitsluitend de navolgende inhoud, zonder enig commentaar of toevoeging in welke vorm dan ook, onder gelijktijdige toezending van kopie van dit bericht aan de advocaten van T.O.M.:
"
Dear Sir/Mrs,
Recently we have offered, delivered and/or sold the following children's bikes:
[INVULLEN AANGEBODEN, GELEVERDE EN VERKOCHTE INBREUKMAKENDE KINDERFIETSEN PRIJSKILLER VAN HET TYPE [INVULLEN AANGEBODEN, GELEVERDE EN VERKOCHTE INBREUKMAKENDE KINDERFIETSEN VAN HET TYPE 2Cycle Desire, 2Cycle Superstar, 2Cycle BMX, 2Cycle Magic, 2Cycle Firefighter en/of 2Cycle Lovely, MET VERMELDING VAN AANTALLEN, ARTIKELNUMMERS EN INCHMATEN]
These children's bicycles violate the exclusive rights of T.O.M. B.V. by whom the original bicycles are designed and marketed.
These bikes are from now on no longer offered and sold by Eastman".
Althans een door de Reehtbank in goede justitie aan te geven andersluidende brief.
Inzage in beslag genomen stukken
VII. Gedaagde sub 1 te bevelen om met onmiddellijke ingang na betekening van het door de rechtbank te wijzen vonnis te gedogen dat T.O.M., middels tussenkomst van AGIN Pranger deurwaarders en/of DigiJuris, een kopie verkrijgt van de op 10 januari 2020 in beslag genomen fysieke en digitale bestanden en documenten uit de administratie van Prijskiller, zoals beschreven in productie 3, teneinde de aard en de omvang van de gepleegde inbreuken en onrechtmatige daden (slaafse nabootsing en het op onrechtmatige wijze profiteren van de wanprestatie van Eastman), alsook de hoogte van de door T.O.M. in een nader te voeren schadestaatprocedure te vorderen schadevergoeding e.g. winstafdracht te kunnen bepalen (ex artikel 28 lid 9 Aw, artikel 3.18 lid 4 BVIE jo. 89 lid 1 GeModVo en artikel 843a Rv).
Verstrekken kopie administratie
VIII. Gedaagde sub 1 te bevelen binnen 14 (veertien) dagen na betekening van het door de rechtbank te wijzen vonnis een kopie te verstrekken aan de advocaten van T.O.M. van fysieke en digitale bestanden en documenten van gedaagde met betrekking tot de betrokkenheid bij de inbreuk en het onrechtmatig handelen zoals omschreven in deze dagvaarding, waaronder maar niet uitsluitend, facturen, paklijsten, vrachtbrieven, orders, orderbevestigingen, voorraadadministratie, douanestukken, e-mails en/of andere bewijsstukken waaruit de bron van de inbreukmakende fietsen blijkt, de aantallen aan- en verkoopprijzen, data, en afnemers (niet zijnde natuurlijke personen), teneinde de aard en omvang van de gepleegde inbreuk en onrechtmatige daad en de hoogte van de door T.O.M. in een nader te voeren schadestaatprocedure te vorderen schadevergoeding e.g. winstafdracht te kunnen bepalen (ex artikel 28 lid 9 Aw, artikel 3.18 lid 4 BVIE jo. 89 lid 1 GeModVo en artikel 843a Rv).
Opgave
IX. Gedaagden sub 1 tot en met 8 te veroordelen om binnen l (één) maand na betekening van het door de rechtbank te wijzen vonnis op eigen kosten aan de advocaat van T.O.M. een schriftelijke opgave te doen, gerangschikt per type/soort/kleur/maat fiets en per leverancier, producent of distributeur en commerciële afnemer, welke opgave ter staving vergezeld dient te zijn van goed leesbare en niet-geanonimiseerde kopieën van alle relevante brondocumenten (waaronder in ieder geval maar niet beperkt tot facturen, paklijsten, vrachtbrieven, orders, orderbevestigingen, voorraadadministraties op alle relevante data, douanestukken, e-mails en overige correspondentie) (ex artikel 28 lid 9 Aw, artikel 3.18 lid 4 BVIE jo. 89 lid 1 GeModVo en artikel 843a Rv), van:
a. de leverancier(s), maker(s), producent( en), distributeur(s), verkoper(s), vervoerder(s) en afnemer(s) (niet zijnde consumenten), van de inbreukmakende Prijskiller kinderfietsen, die zijn vervaardigd, aangeboden, in de handel gebracht, ingevoerd, uitgevoerd, gebruikt en/of voor deze doeleinden in voorraad zijn of zijn gehouden;
b. de aan gedaagden geleverde totale aantallen van de in deze dagvaarding bedoelde inbreukmakende Prijskiller kinderfietsen, onder verrnelding van de inkoopprijzen en leverdata;
c. de aantallen van inbreukmakende Prijskiller kinderfietsen, die gedaagden aan commerciële afnemers en/of aan consumenten hebben verkocht en/of geleverd, onder vermelding van de verkoopprijzen en verkoop-/leverdata;
d. de door gedaagden met de verkoop van de in deze dagvaarding bedoelde inbreukmakende Prijskiller kinderfietsen, behaalde totale bruto-omzet en de behaalde brutowinst;
Dwangsom
X. Iedere gedaagde te veroordelen tot betaling aan T.O.M. van een dwangsom ter hoogte van EUR 5.000,00 (vijfduizend euro) voor iedere dag of gedeelte van een dag dat, dan wel EUR 500,00 (vijfhonderd euro) voor ieder product waarmee – ter keuze van T.O.M. – de betrokken gedaagde geheel of gedeeltelijk in strijd heeft gehandeld met een van de aan hem/haar onder I tot en met IX gegeven verboden en bevelen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van EUR 500.000,00 (vijfhonderdduizend euro) per gedaagde;
Boete
XI. Gedaagde sub 8 te veroordelen om uiterlijk binnen 5 (vijf) dagen na betekening van het door de rechtbank te wijzen vonnis de afspraken die tussen T.O.M. en Eastman zijn gemaakt (zie productie 35) na te komen door het betalen van een voorschot op de door Eastman verbeurde boetes ter hoogte van EUR 618.700,00 voor de (tot nu toe bekende) productie van inbreukmakende Prijskiller kinderfietsen;
Schade
XII. Gedaagden sub 1 tot en met 8 hoofdelijk te veroordelen om de door T.O.M. geleden en nog te lijden schade dan wel, ter keuze van T.O.M., de met de verkoop van de inbreukmakende Prijskiller kinderfietsen genoten winst – voor zover deze vordering is gebaseerd op de onrechtmatige daad (te weten slaafse nabootsing, plegen van wanprestatie, of profiteren van wanprestatie) en inbreuk op de auteursrechten betreft het de genoten winst in Nederland ex artikel 6:104 BW en artikel 27a Aw; voor zover deze vordering is gebaseerd op inbreuk op de modelrechten betreft het de genoten winst in de Europese Unie ex artikel 3. 17 lid 4 BVIE jo artikel 89 lid 1 GeModVo - te betalen, nader op te maken bij staat;
XIII. Gedaagden sub l tot en met 8 hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan T.O.M. binnen 7 (zeven) dagen na het in deze zaak te wijzen vonnis van de door volledige door T.O.M. gemaakte proceskosten ex artikel 1019h en 1019i Rv, vermeerderd met de nakosten in het geval dat betekening van het vonnis nodig blijkt, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 14 (veertien) dagen na datum van het in deze zaak te wijzen vonnis.
3.2.
In de dagvaarding hadden de vorderingen van T.O.M. onder I betrekking op alle hierboven onder 2.2 genoemde AMIGO kinderfietsen. Met betrekking tot de AMIGO BMX Fun, AMIGO 2Cool en AMIGO BMX Turbo heeft T.O.M. haar vorderingen bij akte van 8 juli 2020 verminderd in die zin dat zij:
haar vorderingen ten aanzien van alle drie intrekt voor zover die zijn gegrond op het modelrecht, auteursrecht en slaafse nabootsing;
de vorderingen die betrekking hebben op de AMIGO BMX Fun en de AMIGO 2Cool ook intrekt voor zover die gegrond zijn op de stelling dat onrechtmatig gebruik is gemaakt van de bedrijfsgeheimen van T.O.M.
3.3.
De primaire en subsidiaire vorderingen, alsmede de nevenvorderingen van T.O.M. zijn gegrond op de stelling dat gedaagden met de verkoop van de 2Cycle Desire, 2Cycle Superstar, 2Cycle Magic, 2Cycle Firefighter en/of 2Cycle Lovely inbreuk maakt op de (niet-)ingeschreven Gemeenschapsmodelrechten, althans de auteursrechten met betrekking tot – respectievelijk – de AMIGO Bloom, AMIGO Superstar, AMIGO Magic, AMIGO Firefighter en AMIGO Lovely. Daarbij gaat het in het bijzonder op het ontwerp van de op de frames aangebrachte tekeningen en versieringen (ook wel het “design”). T.O.M. stelt niet de maker/ontwerper te zijn van de fietsframes als zodanig.
3.4.
Meer subsidiair stelt T.O.M. dat gedaagden onrechtmatig handelen door de AMIGO Bloom, AMIGO Superstar, AMIGO Magic, AMIGO Firefighter en AMIGO Lovely slaafs na te bootsen. Verder stelt T.O.M. dat gedaagden op onrechtmatige wijze gebruik maken van de bedrijfsgeheimen van T.O.M., meer in het bijzonder de ontwerptekeningen die Prijskiller heeft verstrekt aan Eastman met betrekking tot de de AMIGO Bloom, AMIGO Superstar, AMIGO BMX Turbo, AMIGO Magic, AMIGO Firefighter en AMIGO Lovely. Tot slot handelen gedaagden 1 tot en met 7 volgens T.O.M. onrechtmatig door te profiteren van de wanprestatie van Eastman, nu Eastman de afspraak dat de ontwerpen aan T.O.M. toebehoren niet nakomt.
in reconventie
3.5.
Prijskiller vordert – dat de rechtbank:
I. voor recht zal verklaren dat T.O.M. door het leggen van conservatoir beslag van het recht tot afgifte van roerende zaken, bewijsbeslag betreffende rechten van intellectuele eigendom, conservatoir verhaalsbeslag (onder derden) en het starten van deze procedure onrechtmatig en schadeplichtig heeft gehandeld jegens Prijskiller;
II. T.O.M. veroordeelt om de door Prijskiller geleden en nog te lijden schade te betalen, nader op te maken bij staat;
III. de inschrijving van de geregistreerde Gemeenschapsmodelrechten met de volgende kenmerken nietig verklaart :
1. AMIGO Magic, registratienummer
007390935-0009;
2. AMIGO Magic, registratienummer
007390935-0010
3. AMIGO Lovely, registratienummer
007390935-0007
4. AMIGO Lovely, registratienummer
007390935-0008
5. AMIGO Superstar, registratienummer
007390935-0005
6. AMIGO Superstar, registratienummer
007390935-0004
7. AMIGO Firefighter, registratienummer
007390935-0006
IV. de niet-geregistreerde Gemeenschapsmodelrechten nietig verklaart.
met veroordeling van T.O.M. in de kosten van deze procedure, onder de bepaling dat:
  • i) de proceskosten voldaan dienen te worden binnen veertien dagen na dagtekening van het door de rechtbank te wijzen vonnis, en
  • ii) voor het geval voldoening binnen deze termijn niet plaatsvindt de proceskosten dienen te worden vermeerderd met de wettelijke rente, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.6.
De reconventionele vorderingen van Prijskiller zijn gegrond op de stelling dat:
de Gemeenschapsmodellen van T.O.M. nietig zijn wegens gebrek aan nieuwheid, althans eigen karakter,
de AMIGO kinderfietsen niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen, en
Prijskiller met het verhandelen van de 2Cycle fietsen geen inbreuk heeft gemaakt op de rechten van T.O.M. en jegens T.O.M. ook niet onrechtmatig heeft gehandeld.

4.De beoordeling in conventie

Met betrekking tot Prijskiller (gedaagden sub 1 tot en met 7)

4.1.
De conventionele en reconventionele vorderingen houden zodanig verband met elkaar dat zij zich lenen voor gezamenlijke behandeling. De rechtbank zal dan ook eerst de betwistingen van Prijskiller en de door haar gevoerde verweren kort noemen en deze vervolgens bespreken.
4.2.
Prijskiller voert het volgende aan:
a) Betwist wordt dat voor zover sprake is van enig recht van intellectueel eigendom met betrekking tot de fietsen, deze rechten toekomen aan T.O.M. Enige rechten van intellectueel eigendom komen toe aan Eastman;
b) Betwist wordt dat de fietsen van T.O.M. beschermd worden door enig intellectueel eigendomsrecht;
c) Voor zover wél sprake zou zijn van het bestaan van enig aan T.O.M. toekomend intellectueel eigendomsrecht ten aanzien van de kinderfietsen, dan betwist Prijskiller dat zij daarop inbreuk maakt, omdat de fietsen van T.O.M. en Prijskiller voldoende van elkaar afwijken;
d) Prijskiller betwist dat zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens T.O.M.;
e) T.O.M. heeft in strijd met haar verplichtingen uit hoofde van artikel 21 Rv gehandeld door niet inzichtelijk te maken met welke reden zij haar eis heeft verminderd;
f) Gedaagden sub 4 tot en met 7 kunnen niet aansprakelijk worden gehouden;
4.3.
Daarnaast heeft Prijskiller verweren gevoerd tegen de vorderingen en nevenvorderingen, zoals deze door T.O.M. zijn geformuleerd.
Ad a) de rechten met betrekking tot de fietsen komen toe aan Eastman
4.4.
Prijskiller wijst erop dat het ontwerp van een fiets bestaat uit twee elementen, namelijk het ontwerp van het frame en het ontwerp van de op het frame aangebrachte tekeningen en versieringen (ook wel het “design”). In de samenwerking tussen Prijskiller en Eastman, is het ontwerp van het frame steeds afkomstig geweest van Eastman en komt daarna het design tot stand in samenspraak tussen Eastman en Prijskiller. Zo werkt Prijskiller ook met andere fietsproducenten samen. Op deze wijze werkt, volgens Prijskiller, de gehele fietsindustrie, uitgezonderd producenten van designmerken zoals Van Moof. Dat T.O.M. ook op deze wijze werkt, volgt volgens Prijskiller ook uit de correspondentie tussen Eastman en T.O.M. die Prijskiller in het geding heeft gebracht. Dit blijkt in het bijzonder uit de volgende citaten uit die e-mails (aldus Prijskiller):
e-mail van 7 september 2017 van T.O.M. aan Eastman:

[…] Please sent us the software for graphic designs of the stickers, so that our designer can modify each bike with color and stickers […].”
e-mail van 19 september 2017 van Eastman aan T.O.M.:

[…] Kindly find the below link to download the design files fromwe transferlink. […]”
4.5.
Verder zou dit volgens Prijskiller blijken uit het standpunt dat Eastman heeft ingenomen in een gerechtelijke procedure die Eastman in India tegen T.O.M. aanhangig heeft gemaakt.
4.6.
Daarnaast verwijst Prijskiller naar een Whatsapp bericht dat Eastman aan Prijskiller heeft gestuurd met de volgende tekst:

we should not have done your model with tom
It was a mistake from Eastman
4.7.
Hieruit blijkt volgens Prijskiller dat niet T.O.M., maar Eastman als ontwerper van de AMIGO fietsen dient te worden aangemerkt. Immers: Eastman is de ‘ontwerper’ van het frame (het meest in het oog springende onderdeel van de geregistreerde en niet-geregistreerde modellen AMIGO) en het design, aldus Prijskiller.
4.8.
Verder heeft Prijskiller in dit verband ook gewezen op de concepten voor de vaststellingsovereenkomst waarover T.O.M. en Eastman met elkaar onderhandelden. Volgens Prijskiller blijkt uit deze concepten dat er tussen deze partijen discussie bestond over de vraag waar de rechten liggen.
4.9.
T.O.M. stelt wel degelijk de ontwerper te zijn van de modellen (voor zover het het design betreft) en verwijst in dit verband naar de schriftelijke verklaring van haar werknemer, mevrouw [naam], die verklaart de ontwerpen voor de designs te hebben gemaakt.
4.10.
De rechtbank oordeelt in dit verband als volgt. Uit de door Prijskiller overgelegde e-mailcorrespondentie kan niet worden afgeleid dat Eastman als ontwerper van de AMIGO fietsen moet worden aangemerkt. De e-mails wijzen eerder de andere kant op. De tekst
“please sent us the software for graphic designs of the stickers, so that our designer can modify each bike with color and stickers”lijkt er immers op te duiden dat T.O.M. aan Eastman vraagt om het ontwerpprogramma te sturen, waarbinnen de ontwerper van T.O.M. vervolgens het design kan verwerken ten behoeve van de vervaardiging voor Eastman.
4.11.
In het door Prijskiller genoemde Whatsapp bericht van Eastman kan evenmin een aanwijzing worden gevonden dat T.O.M. niet de ontwerper van de AMIGO kinderfietsen is. Dit bericht, ten aanzien waarvan overigens niet duidelijk is over welke fiets het gaat, kan niet de stelling van Prijskiller dragen dat Eastman de ontwerper is van de kinderfietsen.
4.12.
Ten aanzien van de stelling van Prijskiller dat de gehele fietsindustrie op dezelfde wijze werkt als Prijskiller met Eastman samenwerkte, overweegt de rechtbank als volgt. Prijskiller heeft deze stelling niet nader onderbouwd, laat staan dat zij heeft onderbouwd dat ook T.O.M. op deze wijze met Eastman samenwerkte. De enkele verwijzing naar een algemene stelling die Eastman in een procedure voor de Indiase rechter tegen T.O.M. heeft ingenomen is hiertoe niet voldoende. Aan deze stelling van Eastman, die niet gestaafd wordt door enig ander bewijsstuk en waarbij Eastman een evident belang heeft, kan de rechtbank dan ook weinig waarde hechten.
4.13.
Haar beroep op de concept vaststellingsovereenkomsten die tussen T.O.M. en Eastman zijn uitgewisseld, baat Prijskiller niet. Geen van deze concepten – de definitieve versie is niet in het geding gebracht – ondersteunt het door Prijskiller ingenomen standpunt dat de rechten bij Eastman liggen en niet bij T.O.M.
4.14.
Dit leidt tot de slotsom dat Prijskiller onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat de ontwerpen van de AMIGO kinderfietsen afkomstig zijn van T.O.M. en dat T.O.M. als de ontwerper, respectievelijk maker van het design van de AMIGO kinderfietsen moet worden beschouwd.
Ad b en c) de AMIGO fietsen genieten geen bescherming, althans Prijskiller maakt met de verhandeling van de 2Cycle fietsen geen inbreuk op de rechten op de AMIGO fietsen
4.15.
Prijskiller betoogt dat de door T.O.M. ingeroepen Gemeenschapsmodellen niet voldoen aan de vereisten van nieuwheid en eigen karakter. Ook zijn de ontwerpen volgens Prijskiller onvoldoende oorspronkelijk om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen. Prijskiller verwijst in dit verband naar het door haar overgelegde vormgevingserfgoed.
4.16.
Prijskiller voert verder aan dat uit het Karen Millen-arrest (HvJ EU 19 juni 2014, IEF 13959, zaak C-345/) volgt dat er bij de vaststelling van het ontbreken van een eigen karakter van een model ‘gemozaiekt’ mag worden: indien de verschillende kenmerken in verschillende losstaande eerdere ontwerpen terug zijn te vinden, dan leidt dit met toepassing van de mozaïek-regel ertoe dat de losstaande eerdere ontwerpen het eigen karakter van het model aantasten, aldus Prijskiller. Ook mogen volgens Prijskiller elementen die voortvloeien uit een stijl, mode of trend niet worden meegewogen in het kader van de beoordeling van het eigen karakter.
4.17.
Verder heeft Prijskiller aangevoerd dat T.O.M. onvoldoende heeft gesteld waarom haar Gemeenschapsmodellen nieuw zijn en/of een eigen karakter hebben. Volgens Prijskiller had T.O.M. dat per model moeten onderbouwen. Nu T.O.M. dat heeft nagelaten, kan Prijskiller zich niet verweren, aldus Prijskiller.
4.18.
Voor zover er wel sprake zou zijn van geldige modelrechten of auteursrechten, betwist Prijskiller dat zij met de verhandeling van de 2Cycle fietsen daarop inbreuk maakt.
4.19.
De rechtbank zal hierna per model kinderfiets de geldigheid van de gestelde modelrechten en auteursrechten, alsmede de inbreukvraag beoordelen. Daarbij neemt de rechtbank de hierna te bespreken maatstaven en uitgangspunten in acht.
Gemeenschapsmodelrecht
4.20.
Voorwaarde voor bescherming als Gemeenschapsmodel is dat het model nieuw is en een eigen karakter heeft (artikel 4 lid 1 GModVo).
4.21.
Een model is nieuw indien geen identiek (slechts in onbelangrijke details verschillend) model eerder voor het publiek beschikbaar is gesteld.
4.22.
Een model wordt geacht een eigen karakter te hebben indien de algemene indruk die het bij de geïnformeerde gebruiker wekt, verschilt van de algemene indruk die bij die gebruiker wordt gewekt door modellen die voor het publiek beschikbaar zijn gesteld vóór de datum van indiening van de inschrijvingsaanvraag. Daarbij wordt rekening gehouden met de relevante sector, de kenmerken van de geïnformeerde gebruiker, de mate van vrijheid die de ontwerper heeft en het resultaat van de, indien mogelijk rechtstreekse, vergelijking van de algemene indrukken die het litigieuze model en elk ouder, voor het publiek beschikbaar gesteld model, individueel bekeken, bij de geïnformeerde gebruiker wekken (HvJ EU 13 juni 2019, ECLI:EU:T:2019:417,
EasyFix).
4.23.
Volgens de rechtspraak dient het begrip „geïnformeerde gebruiker” te worden opgevat als een tussencategorie tussen de – op het gebied van het merkenrecht gehanteerde – gemiddelde consument, van wie geen enkele specifieke kennis wordt verwacht en die de conflicterende merken in de regel niet rechtstreeks vergelijkt, en de vakman met grondige technische deskundigheid. Het begrip „geïnformeerde gebruiker” dient derhalve aldus te worden opgevat dat het betrekking heeft op een gebruiker die niet slechts gemiddeld, maar in hoge mate aandachtig is, hetzij door zijn persoonlijke ervaring, hetzij door zijn uitgebreide kennis van de betrokken sector.
4.24.
Wat meer specifiek het aandachtsniveau van de geïnformeerde gebruiker betreft, is deze gebruiker weliswaar niet de normaal geïnformeerde, redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument die een model gewoonlijk als een geheel waarneemt en niet op de verschillende details ervan let, maar evenmin de deskundige of de vakman die in detail de minieme verschillen die mogelijkerwijs tussen de betrokken modellen bestaan, kan onderscheiden. Het bijvoeglijke naamwoord „geïnformeerde” suggereert dan ook dat de gebruiker, zonder een ontwerper of een technisch deskundige te zijn, verschillende in de betrokken sector bestaande modellen kent, een zekere kennis bezit met betrekking tot de elementen die deze modellen over het algemeen bevatten, en door zijn belangstelling voor de betrokken voortbrengselen blijk geeft van een vrij hoog aandachtsniveau bij gebruik ervan (HvJ EU 20 oktober 2011, ECLI:EU:C:2011:679,
PepsiCo). Voor de onderhavige zaak betekent het voorgaande dat de geïnformeerde gebruiker oog zal hebben voor het gebruikte design van een fiets.
4.25.
De mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van een model wordt onder meer bepaald door de beperkingen als gevolg van het feit dat de technische functie van het voortbrengsel of een deel daarvan bepaalde kenmerken oplegt, of door de wettelijke voorschriften die voor het voortbrengsel gelden. De invloed die de factor betreffende de mate van vrijheid van de ontwerper heeft op het eigen karakter, varieert volgens een omgekeerde evenredigheidsregel: hoe groter de vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van een model, hoe geringer derhalve de kans dat kleine verschillen tussen de conflicterende modellen volstaan om bij de geïnformeerde gebruiker een andere algemene indruk te wekken. Omgekeerd geldt: hoe beperkter de vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van een model, hoe groter de kans dat de kleine verschillen tussen de conflicterende modellen volstaan om bij de geïnformeerde gebruiker een andere algemene indruk te wekken. Met andere woorden, een hoge mate van vrijheid van de ontwerper versterkt de conclusie dat modellen die geen belangrijke verschillen vertonen, bij de geïnformeerde gebruiker eenzelfde algemene indruk wekken, en dat het litigieuze model dus geen eigen karakter heeft. Omgekeerd bevordert een geringe mate van vrijheid van de ontwerper de conclusie dat voldoende duidelijke verschillen tussen de modellen een verschillende algemene indruk bij de geïnformeerde gebruiker zullen wekken, en dat het litigieuze model dus wel een eigen karakter heeft (HvJ EU 13 juni 2019, ECLI:EU:T:2019:417,
EasyFix).
4.26.
De vergelijking van de algemene indruk die de conflicterende modellen wekken moet synthetisch zijn. Dit wil zeggen dat de vergelijking betrekking moet hebben op de modellen in hun geheel en zich niet mag beperken tot de analytische vergelijking van een opsomming van gelijkenissen en verschillen. Deze vergelijking moet worden gemaakt op basis van de in het litigieuze model openbaar gemaakte kenmerken en dient uitsluitend betrekking te hebben op de beschermde kenmerken, zonder rekening te houden met de met name technische kenmerken die van bescherming zijn uitgesloten (HvJ EU 13 juni 2019, ECLI:EU:T:2019:417,
EasyFix). Voorts geldt dat de vergelijking steeds moet worden gemaakt met individuele oudere modellen. Men mag derhalve niet, zoals Prijskiller heeft betoogd met verwijzing naar HvJ EU 19 juni 2014, ECLI:EU:C:2014:2013 (
Karen Millen), “mozaïeken”, oftewel elementen van verschillende modellen bij elkaar rapen om tot een fictief ouder overeenstemmend model te komen. Het door Prijskiller aangehaalde arrest bepaalt juist dat dat niet de correcte wijze van vergelijken is.
4.27.
Hetgeen geldt ten aanzien van de vraag of een model een eigen karakter heeft, is tevens bepalend, zij het in spiegelbeeldige zin, voor de vraag of een voortbrengsel inbreuk maakt op een model. Met andere woorden, een voortbrengsel dat geen andere algemene indruk wekt bij de geïnformeerde gebruiker dan het Gemeenschapsmodel, maakt daarop inbreuk (rekening houdend met de sector en de vrijheid van de ontwerper).
4.28.
Ter zitting heeft Prijskiller betoogd dat de modelinschrijvingen niet geldig zijn omdat T.O.M. heeft nagelaten de frames van de fietsen met een stippellijn weer te geven in de gedeponeerde tekeningen, terwijl T.O.M. de vorm van de frames als zodanig niet claimt. Dit verweer faalt. T.O.M. claimt noch het frame, noch het design in abstracto maar de combinatie van het frame met het daarop toegepaste design. Dit blijkt voldoende duidelijk uit de gehanteerde tekeningen en van ongeldig depots is dan ook geen sprake.
Auteursrecht
4.29.
Ten aanzien van het auteursrecht geldt het volgende. Een werk is auteursrechtelijk beschermd als het oorspronkelijk is, in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van de maker, en de auteursrechtelijk te beschermen bestanddelen een uitdrukking van een dergelijke intellectuele schepping vormen (HvJ EU 16 juli 2009, ECLI:EU:C:2009:465,
Infopaq I). Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van inbreuk op een auteursrecht op een gebruiksvoorwerp, moet worden beoordeeld in welke mate de totaalindrukken van het beweerdelijk inbreukmakende werk en het beweerdelijk nagebootste werk overeenstemmen. De auteursrechtelijk beschermende trekken van het werk zijn daarbij bepalend. Bij de vergelijking van de totaalindrukken moeten ook de onbeschermde elementen in aanmerking worden genomen, voor zover de combinatie van al deze elementen in het beweerdelijk verveelvoudigde werk aan de werktoets voldoet (zie HR 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1533,
Hauck/Stokkeen HR 29 december 1995, LJN ZC1942, NJ 1996/546,
Decaux/Mediamax).
4.30.
Prijskiller heeft in dit verband met betrekking tot alle AMIGO kinderfietsen betoogd, met verwijzing naar het arrest HR 29 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY8661 (
Broeren/Duijsens) dat zij zijn ontleend aan een stijlprincipe en daarom niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Prijskiller voert verder aan dat het ontwerp van de AMIGO kinderfietsen niet objectief en nauwkeurig kan worden geïdentificeerd. De ontwerpkeuzes van het ontwerp van de AMIGO kinderfietsen zijn volgens Prijskiller zo banaal dat consumenten en concurrenten bij waarneming van de kinderfietsen niet nauwkeurig en objectief kunnen vaststellen wat het werk dan precies omvat. In dit verband beroept zij zich op het arrest HvJ EU 13 november 2018, ECLI:EU:C:2018:899 (
Levola/Smilde). Tot slot betoogt Prijskiller dat T.O.M. heeft nagelaten een opsomming te geven van de elementen van de AMIGO kinderfietsen die maken dat sprake is van een eigen intellectuele schepping.
4.31.
Ten aanzien van het beroep op het
Broeren/Duijsensarrest, overweegt de rechtbank dat uit dat arrest volgt dat stijlkenmerken als zodanig niet door het auteursrecht worden beschermd. Uit dat arrest volgt echter niet dat een werk dat tot stand is gekomen met toepassing van reeds bestaande stijlkenmerken, waar die toepassing getuigt van originele keuzes, geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. Prijskiller kan derhalve niet worden gevolgd in haar betoog dat de designelementen van de AMIGO kinderfietsen tot een stijl behoren en er dus geen auteursrechtelijke bescherming aan de individuele fietsen toekomt.
4.32.
Het argument van Prijskiller dat bij waarneming van de AMIGO kinderfietsen niet kan worden vastgesteld wat het werk precies omvat, treft geen doel. Aan de hand van de door T.O.M. overgelegde afbeeldingen en de door haar ingenomen stellingen, kan er geen onduidelijkheid bestaan over hetgeen door T.O.M. wordt geclaimd. De rechtbank wijst er in dit verband op dat T.O.M. in haar dagvaarding, in het kader van de bespreking van de individuele gestelde inbreuken, steeds opsomt welke elementen volgens haar door Prijskiller zijn overgenomen. Het volgt uit de aard der zaak dat dit dan ook de elementen zijn waarvan T.O.M. stelt dat zij maken dat sprake is van een beschermd werk. Voor zowel de rechtbank als Prijskiller is dan voldoende duidelijk gemaakt wat het werk omvat.
Bespreking van de individuele modellen
4.33.
De rechtbank komt nu toe aan de beoordelingen, per model, van de gestelde inbreuken.
AMIGO Bloom vs 2Cycle Desire
AMIGO Bloom
2Cycle Desire
4.34.
T.O.M. beroept zich met betrekking tot de AMIGO Bloom primair op een niet-ingeschreven Gemeenschapsmodelrecht. Op het moment van deze uitspraak is de op grond van artikel 11 GModVo geldende beschermingstermijn van 3 jaren na eerste openbaarmaking (september 2018) verstreken. Deze grondslag kan daarom de primaire verbodsvordering niet (meer) dragen. De rechtbank zal daarom eerst de auteursrechtelijke grondslag bespreken.
4.35.
Als auteursrechtelijk relevante elementen van het ontwerp van de AMIGO Bloom heeft T.O.M. gewezen op het model frame, het kleurgebruik, de inch- en wielmaat, de gebruikte accessoires en specificatiekeuzes zoals zadel, handvaten, spatbord en remtype.
4.36.
Niet al deze elementen getuigen naar het oordeel van de rechtbank van een eigen intellectuele schepping. Elementen zoals inch- en wielmaat, alsmede het remtype zijn eerder functionele dan creatieve keuzes. Ten aanzien van de gekozen kleurstelling kan echter wel worden gezegd dat deze blijk geven van een creatieve keuze. Daarin heeft de ontwerper immers een grote mate van vrijheid. Verder kan de ontwerper kiezen uit een grote variëteit van frames. De keuze van het frame, en de toepassingen van de kleurstelling op het gekozen frame, de voor- en achterdrager, getuigen, alles in samenhang bezien, van een creatieve keuze.
4.37.
Prijskiller heeft bij conclusie van antwoord in conventie diverse afbeeldingen overgelegd van kinderfietsen waarvan zij stelt dat deze ouder zijn dan de AMIGO Bloom en die, aldus Prijskiller, aantonen dat de AMIGO Bloom niet kan worden beschouwd als een eigen intellectuele schepping van de maker. In geen van deze afbeeldingen is echter sprake van een kinderfiets met eenzelfde of vergelijkbare kleurstelling. Enkele voorbeelden van de door Prijskiller overgelegde afbeeldingen worden hieronder getoond:
4.38.
Dit betekent naar het oordeel van de rechtbank dat de AMIGO Bloom een eigen intellectuele schepping is van de maker en door het auteursrecht wordt beschermd.
4.39.
Ten aanzien van de vraag of de 2Cycle Desire inbreuk maakt op het auteursrecht dat rust op de AMIGO Bloom, heeft Prijskiller gewezen op de volgende verschillen:
 ander Frame: de korte buis boven de kettingkast zit bij de 2Cycle Desire bijvoorbeeld veel lager. Daarnaast is de hoek van de kettingkast anders. Ook de spatborden zijn anders: de spatborden van de 2Cycle Desire zijn groter;
 andere kleur Frame: uit de afbeeldingen wordt direct duidelijk dat de 2Cycle Desire een donkere kleur grijs heeft;
 ander ‘Design’: de details op de fiets (de bloemetjes) zijn compleet anders: de AMIGO Bloom bevat afbeeldingen van allerlei kleinere bloemetjes, terwijl de 2Cycle Desire veel grotere bloemen op de kettingkast heeft.
4.40.
De rechtbank is van oordeel dat deze verschillen van ondergeschikte aard zijn en niet wegnemen dat de totaalindrukken van de 2Cycle Desire en de AMIGO Bloom overeenstemmen. De totaalindruk wordt in belangrijke mate bepaald door de combinatie van het gekozen frame, de accessoires (in het bijzonder de voor- en achterdrager) en de gekozen kleurstelling. Dit leidt tot de conclusie dat Prijskiller met het aanbieden van de 2Cycle Desire inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van T.O.M.
AMIGO Superstar vs. 2Cycle Superstar
AMIGO Superstar Gemeenschapsmodel
2Cycle Superstar
4.41.
De rechtbank zal eerst ingaan op de vraag of de 2Cycle Superstar inbreuk maakt op het ingeschreven Gemeenschapsmodel van T.O.M. met nummer 0007390935-0005.
4.42.
Prijskiller heeft in dit verband aangevoerd dat het model van T.O.M., in het licht van het vormgevingserfgoed, niet nieuw is, althans geen eigen karakter heeft. Prijskiller heeft om dit te staven de afbeeldingen in het geding gebracht van oudere modellen, waarvan de onderstaande door Prijskiller als het meest relevant zijn aangemerkt:
4.43.
De rechtbank constateert dat, anders dan dat de door Prijskiller aangedragen modellen een vergelijkbaar frame hebben, gekarakteriseerd door een s-vormige boven- en onderbuis die parallel lopen deze modellen sterk afwijken van het ingeroepen Gemeenschapsmodel. Dit geldt uitdrukkelijk ten aanzien van het op de fiets aangebrachte design. Het Gemeenschapsmodel is daarom nieuw en zal voorts bij de geïnformeerde gebruiker – die immers ook oog zal hebben voor het gekozen design – een andere algemene indruk wekken.
4.44.
Het gekozen design van de AMIGO Superstar wordt gekenmerkt door de volgende elementen:
  • Het sterrenpatroon dat de gehele kettingkast bedekt;
  • De sterren aangebracht op het achterste deel van het zadel, vlak onder de zadelpen, op de bovenste helft van de voorvork en op de staande achtervork (vlak bij de kettingkast);
  • Het tussen de bovenbuis en onderbuis, tegen de stuuropbouw aangebrachte plaatje met daarop een ster.
4.45.
Ten aanzien van de stelling dat Prijskiller met de verhandeling van de 2Cycle Superstar inbreuk maakt op het model, heeft Prijskiller op de volgende verschillen gewezen:
  • de Frames van beide fietsen zijn verschillend: uit de vergelijking wordt direct zichtbaar dat het gat bij het stuur van de fiets bij de 2Cycle Superstar groter is. Ook hebben de stangen van de fiets duidelijk een andere vorm en daardoor een andere uitstraling. De onderste stang in het frame van de 2Cycle Superstar is rechter van vorm van dan de onderste stang van de AMIGO Superstar;
  • het design van de fietsen is anders: uit de vergelijking wordt direct duidelijk dat de sterren op de zadels compleet anders zijn vormgegeven en gepositioneerd. Daarnaast is de kleur van de fietsen anders;
  • de accessoires van beide fietsen zijn compleet anders: de trapper van de AMIGO Superstar is blauw, terwijl de trapper van de 2Cycle zwart is. Daarnaast heeft de 2Cycle Superstar een koperen lamp, die direct in het oog springt;
4.46.
Voor zover de argumenten van Prijskiller zijn gebaseerd op kleurverschillen, miskent Prijskiller dat in dit geval het ingeschreven Gemeenschapsmodel niet beperkt is tot de door T.O.M. in werkelijkheid gebruikte kleuren voor de AMIGO Superstar. De vergelijking dient derhalve te worden gemaakt, geabstraheerd van de gebruikte kleuren.
4.47.
De rechtbank constateert dat de hiervoor genoemde kenmerkende elementen van het design van de AMIGO Superstar, zoals dat blijkt uit de registratie van het Gemeenschapsmodel, alle op vrijwel identieke wijze zijn verwerkt in de 2Cycle Superstar. Dit, in combinatie met het feit dat de 2Cycle Superstar een vergelijkbaar frame heeft, maakt dat de 2Cycle Superstar bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt dan het model van T.O.M. Daarbij is relevant dat de ontwerper, getuige ook het door Prijskiller overgelegde vormgevingserfgoed, een grote mate van vrijheid heeft bij het maken van het design. De door Prijskiller genoemde verschillen zijn dermate ondergeschikt en weinig in het oog springend, dat die aan dat oordeel niet af kunnen doen. De conclusie is dat Prijskiller met de verhandeling van de 2Cycle Superstar inbreuk maakt op het geregistreerde Gemeenschapsmodelrecht van T.O.M. met betrekking tot de AMIGO Superstar.
AMIGO Magic vs 2Cycle Magic
AMIGO Magic Gemeenschapsmodel
2Cycle Magic
4.48.
Prijskiller heeft in dit verband aangevoerd dat het model van T.O.M., in het licht van het vormgevingserfgoed, niet nieuw is, althans geen eigen karakter heeft. Prijskiller heeft om dit te staven de afbeeldingen in het geding gebracht van oudere modellen, waarvan de onderstaande door Prijskiller als het meest relevant zijn aangemerkt:
4.49.
Hoewel de fietsen die volgens Prijskiller tot het vormgevingserfgoed behoren een vergelijkbaar frame kennen als de AMIGO Magic modellen, is het design steeds zodanig verschillend dat van een identiek model of eenzelfde algemene indruk bij de geïnformeerde gebruiker geen sprake kan zijn.
4.50.
Als relevante elementen die maken dat de fietsen van Prijskiller inbreuk maken op het modelrecht op de AMIGO Magic fietsen, heeft T.O.M gewezen op:
  • de naam Magic
  • dezelfde vormgeving van het frame
  • het ontwerp op de kettingkast
  • de kleurstelling
  • de inchmaat, wielmaat
  • de gekozen accessoires zoals mandje, stuurslingers, poppenzitje
  • dezelfde keuze wat betreft specificaties zoals remtype, spatbord.
4.51.
Prijskiller heeft op de volgende verschillen gewezen:
  • de bovenste stang van de 2Cycle Magic is een stuk dikker dan de stang van de AMIGO Magic. Ook de hoek van de kettingkast is anders. De 2Cycle Magic krijgt daardoor een wat stabielere (minder ‘kinderachtige) ‘feel’;
  • de kleuren van beide fietsen zijn totaal anders. Daarnaast zijn belangrijke onderdelen van de fietsen anders gekleurd/vormgegeven. Zo is het stoeltje achterop de AMIGO Magic volledig paars, terwijl het stoeltje van de lichtroze 2Cycle Magic allerlei tekeningen bevat;
  • de AMIGO Magic bevat opvallende reflectoren, terwijl de 2Cycle Magic deze reflectoren in het geheel niet heeft. Ook de loshangende slierten die uit het stuur komen zijn volledig verschillend. De slierten van de AMIGO Magic komen tot ongeveer halverwege de fiets, terwijl de slierten van de 2Cycle Magic vrij kort zijn. Daarnaast heeft de AMIGO Magic grote reflectoren op de spaken, terwijl de 2Cycle Magic deze reflectoren niet heeft, en daardoor een veel meer ‘open’ uitstraling heeft;
  • de bagagedrager van de lichtgroene 2Cycle Magic is veel ‘hoekiger’ bij het zadel en de buizen richting het stuur lopen veel steiler omhoog. Hierdoor heeft de 2Cycle Magic een veel ‘stabielere’ ‘look and feel’;
  • de tekeningen op de fietsen zijn op andere plaatsen weergegeven. Bij de 2Cycle Magic zijn de tekeningen halverwege de bovenste buis geplaatst, terwijl dat bij de AMIGO Magic juist vooraan aan de achterkant van de buis het geval is. Daarnaast verschillen de tekeningen op detailniveau: er is sprake van een andere vormgeving;
  • de lichtgroene 2Cycle Magic bevat een duidelijk opvallende witte vormlamp, terwijl de AMIGO Magic deze lamp niet heeft. Daarnaast heeft de lichtgroene 2Cycle Magic een duidelijk opvallende rood bagagedrager elastiek. De AMIGO Magic heeft deze band in het geheel niet. Dit element van de fiets valt direct op. Ook heeft de 2Cycle Magic een witte bel, die de AMIGO Magic niet heeft.
4.52.
Bij het beoordelen van de mate van overeenstemming in het kader van de geregistreerde Gemeenschapsmodellen, zal de rechtbank de kleurstelling buiten beschouwing laten, omdat de kleurstelling geen onderdeel uitmaakt van de inschrijvingen. Ook zaken die enkel zijn ingegeven door functionele eisen, zoals maatvoering, blijven buiten de beoordeling.
4.53.
Een aantal overeenkomsten springen dan in het oog. In de eerste plaats kennen zowel de AMIGO modellen als de 2Cycle kinderfietsen een vrijwel identiek patroon van vlindertjes en bloemetjes. Dit patroon is steeds op dezelfde, of nagenoeg dezelfde, plek op het frame geplaatst, te weten rondom de trapas, de achteras, onder het zadel en op de bovenbuis. Deze ontwerpelementen zijn toegepast op frames die nagenoeg identiek zijn. De door Prijskiller aangevoerde verschillen in frames acht de rechtbank van ondergeschikte aard. Met betrekking tot de naam “
Magic” is gekozen voor eenzelfde lettertype en eenzelfde plaatsing op de kettingkast. Deze overeenkomsten, die zwaarder wegen dan de door Prijskiller genoemde verschillen, maken dat de 2Cycle Magic fietsen bij de geïnformeerde gebruiker dezelfde algemene indruk zullen wekken als de AMIGO Magic modellen.
4.54.
Het beroep dat Prijskiller in dit kader doet op de zogenaamde “tangwerking” kan haar niet baten. Dit verweer houdt in dat als een modelrechthebbende verschillende modelinschrijvingen heeft verricht voor min of meer gelijkende modellen, de modelrechthebbende kennelijk zelf vond dat deze inschrijvingen voldoende afwijkend zijn van elkaar. Prijskiller stelt dat hiervan ook sprake is door de verschillende modelinschrijvingen die T.O.M. heeft verricht. Dit brengt, zo stelt Prijskiller, met zich dat ook de Prijskiller-fietsen voldoende afwijkend van de genoemde geregistreerde AMIGO modellen zijn, zodat van enige inbreuk op deze modelrechten geen sprake kan zijn, aldus Prijskiller.
4.55.
De rechtbank overweegt dat het in deze zaak gaat om modellen die gelijktijdig door T.O.M. zijn gedeponeerd. Deze omstandigheid staat aan het beroep op “tangwerking” in de weg omdat de verschillende modellen in verband met de regels betreffende nieuwheid, eigen karakter en de terme de grâce, geen afbreuk aan elkaars nieuwheid of eigen karakter kunnen dan wel mogen doen en ook niet aan de beschermingsomvang. Met andere woorden, bij gelijktijdige (meervoudige) depots, speelt de “tangwerking” geen rol van betekenis.
AMIGO Firefighter vs 2Cycle Firefighter
AMIGO Firefighter Gemeenschapsmodel
2Cycle Firefighter
4.56.
In het kader van haar verweren met betrekking tot het beroep op het Gemeenschapsmodel voor de AMIGO Firefighter, heeft Prijskiller de volgende afbeeldingen als vormgevingserfgoed in het geding gebracht.
4.57.
Voor zover Prijskiller op grond van deze afbeeldingen betoogt dat de AMIGO Firefighter niet nieuw is of geen eigen karakter heeft, faalt dat betoog. Het zijn weliswaar vergelijkbare frames, maar de op de frames aangebrachte designs lijken in geen enkel opzicht op die van de AMIGO Firefighter.
4.58.
Bij het vergelijken van het Gemeenschapsmodel met de fiets van Prijskiller, beroept T.O.M. zich op de volgende elementen:
  • dezelfde modelnaam;
  • de vorm van het frame;
  • het kleurgebruik;
  • hetzelfde ontwerp op het frame, zadel en kettingkast;
  • de inchmaat en wielmaat;
  • onderdelen als zadel, stuurkussen;
  • overeenstemmende specificatiekeuzes zoals remtype, spatbord.
4.59.
Prijskiller wijst op haar beurt op de volgende verschillen:
  • de 2Cycle Firefighter heeft een meer compact uiterlijk, door de wat ‘scherpere’ hoeken van de stangen van de 2Cycle Firefighter;
  • de tekeningen die op de fiets zijn aangebracht zijn niet hetzelfde. De 2Cycle Firefighter verschilt qua design enorm van de AMIGO Firefighter, door de doorschijnende kettingkast;
  • de reflectoren zijn verschillend en de 2Cycle Firefighter heeft een opvallend licht aan de voor- en achterkant, terwijl de AMIGO Firefighter dit niet heeft.
4.60.
De rechtbank oordeelt als volgt. De kleur en accessoires buiten beschouwing latend, zal de 2Cycle Firefighter bij de geïnformeerde gebruiker eenzelfde algemene indruk wekken als het Gemeenschapsmodel van T.O.M. De op de – nagenoeg identieke – frames aangebrachte gestileerde vlammen stemmen in grote mate overeen en zijn op dezelfde plaats op de fiets aangebracht, namelijk: op het zadel, op de kettingkast net boven het middelpunt, op de bovenbuis richting de stuuropbouw en op de voorvork. Tegen de achtergrond van het door Prijskiller overgelegde vormgevingserfgoed, had Prijskiller een grote mate van vrijheid om haar fiets, ook binnen dezelfde stijl en thematiek, een verschillend uiterlijk te geven. Dit heeft zij niet gedaan en daarmee maakt zij inbreuk op het Gemeenschapsmodelrecht van T.O.M.
AMIGO Lovely vs 2Cycle Lovely
AMIGO Lovely Gemeenschapsmodel
2Cycle Lovely
4.61.
Onderstaand vormgevingserfgoed is door Prijskiller in het geding gebracht als zijnde relevant.
4.62.
Ook in dit geval is het door Prijskiller overgelegde vormgevingserfgoed eerder een indicatie van de vrijheid die de ontwerper heeft om het design op een kinderfiets – binnen een bepaalde stijl of een bepaald thema – vorm te geven, dan dat het de ongeldigheid van het Gemeenschapsmodel meebrengt. Ook hier zijn het de overeenstemmingen tussen de modellen van T.O.M. en de fietsen van Prijskiller die in het oog springen en niet de door Prijskiller genoemde verschillen. Prijskiller heeft in dit verband het volgende aangevoerd:
  • de 2Cycle Lovely heeft een veel ‘compacter’ uiterlijk, doordat de buizen van de fiets op ‘galantere’ wijze zijn gevormd, ten opzichte van de AMIGO Lovely. Daarnaast staat het stuur bij de AMIGO Lovely wat ‘vooruit’ doordat er een knik in de verbinding tussen het stuur en de rest van de fiets zit. Hiervan is bij de 2Cycle Lovely geen sprake;
  • het ontwerp van het zadel is duidelijk verschillend. Ook de tekeningen op de fietsen zijn allesbehalve identiek;
  • de zijwieltjes van de AMIGO Lovely bevatten op de modelinschrijving hartjes, terwijl de zijwieltjes van de grijze 2Cycle Lovely wit zijn. De modelinschrijving van de AMIGO Lovely bevat geen reflectoren, terwijl de 2Cycle Lovely zulke reflectoren wel bevat.
4.63.
Deze verschillen wegen echter niet op tegen het identieke patroon op de kettingkast, waarbij de naam in hetzelfde lettertype op dezelfde plek is aangebracht, de overeenstemmende versieringen op de achterkant van de zadels, en de identieke drie hartjes die zijn aangebracht op de bovenbuis, vlakbij de stuuropbouw. Dit heeft tot gevolg dat de 2Cycle Lovely dezelfde algemene indruk bij de geïnformeerde gebruiker wekt als het Gemeenschapsmodel van T.O.M., zodat Prijskiller daarop inbreuk maakt.
Ad d) Onrechtmatig handelen
4.64.
Nu met betrekking tot de AMIGO Bloom, AMIGO Superstar, AMIGO Magic, AMIGO Firefighter en AMIGO Lovely sprake is van inbreuk op rechten van intellectueel eigendom, komt de rechtbank aan de bespreking van de (meer) subsidiaire grond van onrechtmatig handelen ten aanzien van deze modellen niet toe.
4.65.
Dit betekent dat de rechtbank alleen nog dient te beoordelen of Prijskiller met betrekking tot de AMIGO BMX Turbo onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van de bedrijfsgeheime informatie van T.O.M. en/of Prijskiller op onrechmatige wijze heeft geprofiteerd van de wanprestatie van de zijde van Eastman met betrekking tot de AMIGO 2Cool, de AMIGO BMX Fun en de AMIGO BMX Turbo.
Bedrijfsgeheime informatie
4.66.
Voor zover T.O.M. haar vorderingen heeft gegrond op de stelling dat Prijskiller onrechtmatig gebruik maakt van de bedrijfsgeheimen van T.O.M. met betrekking tot de AMIGO BMX Turbo, wordt deze vordering afgewezen. Om in aanmerking te komen voor bescherming onder de Wet bescherming bedrijfsgeheimen dient de betreffende informatie aan de volgende voorwaarden te voldoen:
a. zij is geheim in die zin dat zij, in haar geheel dan wel in de juiste samenstelling en ordening van haar bestanddelen, niet algemeen bekend is bij of gemakkelijk toegankelijk is voor degenen binnen de kringen die zich gewoonlijk bezighouden met dergelijke informatie;
b. zij bezit handelswaarde omdat zij geheim is; en
c. zij is door degene die daar rechtmatig over beschikt, onderworpen aan redelijke maatregelen, gezien de omstandigheden, om deze geheim te houden.
4.67.
Prijskiller betwist dat T.O.M. aanspraak kan ontlenen aan het bepaalde in de Wet bescherming bedrijfsgeheimen. Hiertoe voert zij onder meer aan dat T.O.M. onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt over welke informatie het hier zou gaan.
4.68.
Het betoog van Prijskiller treft doel. Ten aanzien van dit model heeft T.O.M. zelf in haar dagvaarding verklaard dat het in september 2019 openbaar is gemaakt. Het uiterlijk van deze fiets is derhalve geen informatie die bestemd is om geheim te blijven, zodat de stellingen van T.O.M. haar vordering in dit verband niet kunnen dragen.
Profiteren van wanprestatie
4.69.
Met betrekking tot de grondslag dat Prijskiller op onrechtmatige wijze zou hebben geprofiteerd van de wanprestatie van Eastman, baseert T.O.M. zich op de in de in overweging 2.4 genoemde e-mail waarin volgens T.O.M. is overeengekomen dat alle ontwerpen van de AMIGO fietsen, waaronder ook de 2Cool, BMX Turbo en BMX Fun, aan T.O.M. toekomen. T.O.M. stelt dat Eastman deze overeenkomst heeft geschonden door ten behoeve van Prijskiller de 2Cycle BMX, BMX Fun, Cruiser/Cargo te produceren.
4.70.
De rechtbank stelt voorop dat het enkele profiteren door Prijskiller van de wanprestatie van Eastman het handelen van Prijskiller niet onrechtmatig maakt. Daarvoor zijn bijkomende omstandigheden vereist, waaronder in ieder geval de omstandigheid dat Prijskiller bekend was met de vermeende overeenkomst en de wanprestatie van Eastman.
4.71.
Prijskiller heeft onder meer aangevoerd dat zij niet bekend was met enige afspraak tussen Eastman en T.O.M. T.O.M. heeft daarover gesteld dat Eastman gebruik heeft gemaakt van tekeningen van T.O.M., waarop ook de naam van T.O.M. stond vermeld en dat deze tekeningen door Prijskiller moeten zijn gezien. Dit is door Prijskiller betwist en door T.O.M. verder niet op enige wijze onderbouwd. Dit leidt tot de conclusie dat T.O.M. onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat Prijskiller op de hoogte was van enige afspraak tussen Eastman en T.O.M., zodat deze grondslag de vorderingen van T.O.M. niet kan dragen.
Ad e) eisvermindering en artikel 21 Rv
4.72.
Door niet goed uit te leggen waarom zij haar eis vermindert, houdt T.O.M. relevante feiten achter, waardoor Prijskiller in haar processuele belangen wordt geschaad, aldus Prijskiller. Prijskiller verzoekt de rechtbank daaraan de gevolgen de verbinden die de rechtbank geraden acht. Zij stelt verder in dit verband aanspraak te maken op een extra proceskostenvergoeding ad € 1.000,00.
4.73.
De rechtbank overweegt dat T.O.M. niet concreet heeft aangegeven waarom zij haar eis heeft verminderd. Dat maakt echter niet dat zij in strijd heeft gehandeld met de verplichtingen uit hoofde van artikel 21 Rv. Het is immers geen gegeven dat de beweegredenen die ten grondslag liggen aan een eisvermindering, gebaseerd zijn op feiten die relevant zijn in het kader van de beoordeling van de overgebleven vorderingen. Prijskiller heeft ook niet aangegeven waarom die feiten wel relevant zouden kunnen zijn. Bij deze stand van zaken, is er onvoldoende aanleiding om aan te nemen dat T.O.M. in strijd met het in artikel 21 Rv bepaalde heeft gehandeld.
Tussenconclusie
4.74.
Het voorgaande brengt met zich dat de vorderingen, voor zover gericht tegen de verhandeling van de 2Cycle BMX, 2Cycle BMX Fun, 2Cycle BMX Cruiser en 2Cycle BMX Cargo voor afwijzing gereed liggen.
4.75.
Ten aanzien van de 2Cycle Desire is de rechtbank van oordeel dat deze fiets inbreuk maakt op de auteursrechten van T.O.M. met betrekking tot de AMIGO Bloom. De modellen 2Cycle Superstar, 2Cycle Magic, 2Cycle Firefighter en 2Cycle Lovely maken inbreuk op de geregistreerde Gemeenschapsmodelrechten van T.O.M. met betrekking tot respectievelijk de AMIGO Superstar, AMIGO Magic, AMIGO Firefighter en AMIGO Lovely kinderfietsen.
4.76.
Hierna zal de rechtbank ingaan op de verweren van Prijskiller ten aanzien van de aangesproken partijen en de (neven)vorderingen.
Ad f) Welke gedaagden zijn aansprakelijk?
4.77.
Prijskiller stelt dat, voor zover sprake is van inbreuk, er geen gronden bestaan om de vorderingen jegens gedaagden sub 4 tot en met 7, als (middellijk) bestuurders van de gedaagden sub 1 tot en met 3, toe te wijzen.
4.78.
T.O.M. heeft in dit kader aangevoerd dat de [gedaagden 6 en 7] (gedaagden sub 6 en 7) persoonlijk betrokken waren bij de verhandeling van de 2Cycle fietsen, terwijl zij wisten of behoorden te weten dat daarmee inbreuk werd gemaakt op de rechten van T.O.M.
4.79.
De rechtbank stelt voorop dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen de vordering tot schadevergoeding enerzijds en de verbodsvordering (en andere nevenvorderingen) anderzijds.
Verbodsvordering (en nevenvorderingen) jegens de bestuurders
4.80.
De verbodsvordering kan worden toegewezen indien de inbreuken mede onder leiding van, althans met medeweten en goedkeuring van, de bestuurder hebben plaatsgevonden. Hiervan kan sprake zijn als de bestuurder hetzij het inbreuk plegen bevordert, hetzij niet voorkomt dat inbreuk wordt gepleegd, terwijl hij daartoe wel in staat was. Onder die omstandigheden handelt de bestuurder in strijd met de zorgvuldigheid waartoe hij jegens de rechthebbende is gehouden (HR 15 februari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD6095,
Jack Daniëls).
4.81.
Prijskiller heeft gemotiveerd betwist dat zij opzettelijk en bewust inbreuk heeft gemaakt op de rechten van T.O.M. Zij geeft immers aan in de veronderstelling te hebben verkeerd dat Eastman rechthebbende was. In dat verband merkt de rechtbank op dat het enkele gegeven dat de [gedaagden 6 en 7] bekend waren met de AMIGO fietsen, niet zonder meer betekent dat zij ook bekend waren met de rechten van T.O.M. Bij deze stand van zaken kan niet als vaststaand worden aangenomen dat de [gedaagden 6 en 7] wisten of behoorden te weten dat zij inbreuk maakten op de rechten van T.O.M. Echter, ook indien dat wel vast zou komen te staan, is nog niet aan alle vereisten voldaan om tot een toewijzing van de verbodsvordering te komen. Naast de (geobjectiveerde) bekendheid met de inbreuk, is immers ook vereist dat er voldoende grond bestaat voor de vrees dat de bestuurder in de toekomst onrechtmatig jegens de rechthebbende zal handelen door te bevorderen of toe te laten dat door deze of andere door hem gecontroleerde vennootschappen opzettelijk inbreuken als de onderhavige zullen worden gepleegd. Dat er een dergelijke grond bestaat, is door T.O.M. niet gesteld of onderbouwd.
4.82.
De jegens gedaagden sub 4 tot en met 7 ingestelde verbodsvorderingen en nevenvorderingen zullen daarom worden afgewezen.
Schadevergoedingsvordering jegens de bestuurders
4.83.
Om de bestuurders, naast de vennootschappen die zij besturen (gedaagden sub 1, 2 en 3), aansprakelijk te houden voor de schade die T.O.M. heeft geleden, is vereist dat de bestuurders – in het bijzonder de [gedaagden 6 en 7] – persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Daarvoor is in ieder geval vereist dat zij ervan op de hoogte waren of behoorden te zijn dat met de verhandeling van de 2Cycle fietsen inbreuk wordt gemaakt op de rechten van T.O.M. Zoals hiervoor reeds overwogen, is dat door Prijskiller gemotiveerd betwist en derhalve niet vast komen te staan. Prijskiller heeft ten aanzien van dit punt geen specifiek bewijsaanbod gedaan. Zij heeft in de dagvaarding een algemeen bewijsaanbod gedaan ten aanzien van “al haar stellingen” en ze heeft specifiek bewijs aangeboden met betrekking tot:

de samenwerking, afspraken en mondelinge toezeggingen met/van Eastman, het produceren van de fietsen, alsook over de kwaliteit, de nieuwheid, het eigen karakter en het eigen gezicht in de markt van de AMIGO kinderfietsen, en over de (omvang c.q. berekening van de) schade die T.O.M. heeft geleden en lijdt als gevolg van de verhandeling van inbreukmakende kopieën van deze modellen c.q. werken, hoe de markt van (kinder)fietsen in elkaar steekt.”
Ook nadat de conclusie van antwoord in conventie was genomen, waarin namens de [gedaagden 6 en 7] wordt betwist dat zij bekend waren met de rechten van T.O.M., heeft T.O.M. geen bewijs aangeboden van haar stelling dat de bestuurders van Prijskiller bewust inbreuk maakten op de rechten van T.O.M. Onder deze omstandigheden komt de rechtbank niet toe aan nadere bewijslevering. Aldus is niet komen vast te staan dat de [gedaagden 6 en 7] wisten of behoorde te weten dat inbreuk werd gemaakt op de rechten van T.O.M. en kan hen persoonlijk terzake de inbreuk geen ernstig verwijt worden gemaakt.
4.84.
Voor zover T.O.M. zich beroept op de aansprakelijkheidsgrondslag zoals die is geformuleerd in het arrest van de Hoge Raad van 23 november 2012 (ECLI:NL:HR:2012:BX5881,
Spaanse Villa), heeft zij onvoldoende onderbouwd waarom het handelen van de [gedaagden 6 en 7] moet worden beschouwd als handelen anders dan in het kader van hun taakvervulling als bestuurder van de Prijskiller vennootschappen.
4.85.
Het voorgaande brengt mee dat de vordering tot schadevergoeding, voor zover gericht tegen de gedaagden sub 4 tot en met 7, zal worden afgewezen.
De vorderingen in conventie
4.86.
De rechtbank zal hierna ingaan op de ingediende vorderingen en de daartegen door Prijskiller gevoerde verweren.
Verbodsvordering
4.87.
Nu vast is komen te staan dat sprake is van inbreuk op de auteursrechten en ingeschreven gemeenschapsmodelrechten van T.O.M., is de onder I ingestelde primaire en subsidiaire verbodsvordering toewijsbaar met betrekking tot de AMIGO Bloom, AMIGO Superstar, AMIGO Magic, AMIGO Firefighter en AMIGO Lovely.
Recall
4.88.
Prijskiller maakt bezwaar tegen de gevorderde recall. T.O.M. heeft bij deze vordering volgens Prijskiller geen belang, aangezien Prijskiller alleen aan consumenten heeft verkocht. In het licht van deze betwisting is door T.O.M. onvoldoende gemotiveerd gesteld dat Prijskiller fietsen aan professionele afnemers heeft verkocht. Daarom zal deze vordering, bij gebrek aan belang, worden afgewezen.
Vernietiging
4.89.
Prijskiller voert aan dat, ook indien er een verbod wordt toegewezen voor de EU, zij nog steeds de fietsen mag verkopen in gebieden waar de fietsen niet zijn beschermd. Zij stelt voor dat T.O.M. haar in de gelegenheid stelt de fietsen buiten de EU te verkopen.
4.90.
De rechtbank oordeelt in dit verband als volgt. Bij de beoordeling van de vordering tot vernietiging, heeft de rechtbank rekening te houden met de evenredigheid tussen de ernst van de inbreuk en de gelaste maatregelen, alsmede met de belangen van derden. Onder die belangen van derden schaart de rechtbank ook het algemene belang dat verband houdt met de wijze waarop zorgvuldig omgegaan dient te worden met (schaarse) productiemiddelen en met de omstandigheid dat onnodige verspilling moet worden tegengegaan.
4.91.
In het licht van de aard van de inbreuk, die ziet op het op de fietsen aangebrachte design maar niet op de fietsen los van dat design, acht de rechtbank het vanuit maatschappelijk oogpunt niet te uit te leggen dat duizenden, deugdelijk functionerende kinderfietsen worden vernietigd.
4.92.
Prijskiller kan ervoor kiezen de fietsen van een ander design te voorzien of partijen kunnen een regeling treffen met betrekking tot de resterende voorraad inbreukmakende fietsen. De rechtbank zal de vordering tot vernietiging echter afwijzen.
Rectificaties
4.93.
Prijskiller betoogt dat T.O.M. geen belang heeft bij de gevorderde rectificaties en dat deze enkel zijn bedoeld om Prijskiller in een kwaad daglicht te stellen.
4.94.
T.O.M. heeft niet nader onderbouwd welk belang zij heeft bij de gevorderde rectificaties. De inbreukmakende fietsen zijn, als gevolg van het gelegde beslag, al enige tijd uit de handel. Er is dus geen sprake van een voortdurende inbreuk die rechtvaardigt dat het in aanmerking komende publiek hierover door Prijskiller wordt geïnformeerd. Deze vordering zal daarom worden afgewezen.
Inzage en opgave
4.95.
T.O.M. heeft drie vorderingen ingesteld met betrekking tot de door gedaagden te verstrekken informatie:
- de eerste (vordering VII) ziet op inzage in alle bescheiden waarop beslag is gelegd;
- de tweede (vordering VIII) ziet op inzage in stukken
“van gedaagde met betrekking tot de betrokkenheid bij de inbreuk waaronder maar niet uitsluitend, facturen, paklijsten, vrachtbrieven, orders, orderbevestigingen, voorraadadministratie, douanestukken, e-mails en/of andere bewijsstukken waaruit de bron van de inbreukmakende fietsen, blijkt, de aantallen aan- en verkoopprijzen, data, en afnemers (niet zijnde natuurlijke personen) […]”;
- de derde vordering (IX) betreft een schriftelijke opgave, vergezeld van kopieën van alle relevante brondocumenten, van de leveranciers, makers, producenten, distributeurs, verkopers, vervoerders en afnemers (niet zijnde consumenten), van de inbreukmakende fietsen, de aan gedaagden geleverde totale aantallen van de in deze dagvaarding bedoelde kinderfietsen, onder vermelding van de inkoopprijzen en leverdata, de aantallen verkochte fietsen en de daarmee behaalde winst.
4.96.
Prijskiller heeft zich tegen de twee inzagevorderingen (VII en VIII) verweerd met het argument dat het voor het berekenen van de schade, niet nodig is volledige inzage te krijgen in de gehele administratie van Prijskiller. De vordering is volgens Prijskiller ook onvoldoende gespecificeerd.
4.97.
De rechtbank oordeelt in dit verband als volgt. T.O.M. heeft deze vorderingen ingesteld om haar in staat te stellen de omvang van de inbreuk en dus de door haar geleden schade vast te stellen. Voor zover T.O.M. deze vorderingen baseert op de artikelen 3.18 lid 4 BVIE, dan wel artikel 28 lid 9 Aw, kunnen deze grondslagen de vordering niet dragen. Deze artikelen hebben tot doel de rechthebbende in staat te stellen de schakels in de keten van productie en distributie van inbreukmakende zaken en/of diensten te achterhalen en zodoende de inbreuk dichter bij de bron te bestrijden. Deze bepalingen hebben niet tot doel de rechthebbende in staat te stellen zijn schade te begroten. Bovendien is tussen partijen niet in geschil dat de 2Cycle kinderfietsen afkomstig zijn van Eastman, zodat niet valt in te zien welk belang T.O.M heeft bij de vordering tot inzage met betrekking tot de identiteit van de leveranciers en producenten van de fietsen.
4.98.
De rechtbank zal de vordering onder IX tot opgave toewijzen, voor zover nodig om T.O.M. in staat te stellen de omvang van de inbreuk en de schade vast te stellen. Daarmee is Prijskiller gehouden alle gegevens ten behoeve van berekening van de schade / winst over te leggen, zodat inzage in de stukken onder het bewijsbeslag of anderszins, zoals gevorderd onder VII en VIII niet meer noodzakelijk is. T.O.M. heeft ook niet onderbouwd waarom, naast de gevorderde opgave, het nodig is ook inzage te krijgen in de administratie van Prijskiller.
Dwangsommen
4.99.
T.O.M. vraagt de rechtbank aan de verschillende verboden en geboden een dwangsom te verbinden van € 5.000,00 (vijfduizend euro) voor iedere dag of gedeelte van een dag dat, dan wel € 500,00 (vijfhonderd euro) voor ieder product waarmee - ter
keuze van T.O.M. - de betrokken gedaagde geheel of gedeeltelijk in strijd heeft
gehandeld met een van de aan hem/haar gegeven verboden en bevelen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van EUR 500.000,- (vijfhonderdduizend euro) per gedaagde.
4.100. Prijskiller heeft aangegeven dat de gevorderde dwangsommen niet in verhouding staan tot de gestelde inbreuk, maar heeft dit niet nader onderbouwd. De rechtbank zal de gevorderde dwangsommen toewijzen zoals gevorderd.
Schadevergoeding
4.101. Nu vaststaat dat Prijskiller inbreuk heeft gemaakt op de rechten van T.O.M., is zij gehouden de als gevolg van die inbreuk door T.O.M. geleden schade te vergoeden. . In het licht van hetgeen de rechtbank heeft overwogen onder 4.81 is niet komen vast te staan dat sprake is van kwade trouw aan de zijde van Prijskiller zodat de vordering tot winstafdracht zal worden afgewezen. De rechtbank acht het aannemelijk dat T.O.M. door deze inbreuken schade heeft geleden en de vordering tot vergoeding van schade zal daarom worden toegewezen. De zaak zal worden verwezen naar de schadestaatprocedure.

5.De beoordeling in conventie met betrekking tot Eastman (gedaagde sub 8)

5.1.
Eastman is niet in de procedure verschenen. Om die reden is tegen haar verstek verleend.
5.2.
Nu Eastman in India is gevestigd, dient de rechtbank ambtshalve vast te stellen of zij bevoegd is om op de vorderingen jegens Eastman te beslissen. Voor zover de vorderingen van T.O.M. strekken tot handhaving van haar Gemeenschapsmodelrechten, is de rechtbank bevoegd op grond van artikel 82 lid 2 GModVo aangezien T.O.M. in Nederland is gevestigd. Voor zover de vorderingen zijn gebaseerd op het auteursrecht of onrechtmatige daad, ontleent de rechtbank rechtsmacht aan artikel 6 onder e. Rv, nu het schadebrengende feit zich in Nederland voordoet.
5.3.
Ten aanzien van de vordering tot betaling van een voorschot op een contractuele boete, is artikel 6 onder a. Rv van toepassing. Het komt dan aan op de vraag of de overeenkomst die aan de boete ten grondslag ligt, in Nederland moet worden uitgevoerd. De plaats waar de overeenkomst moet worden uitgevoerd, dient te worden vastgesteld aan de hand van het recht dat op de overeenkomst van toepassing is. Dit moet worden bepaald aan de hand van artikel 10:153 BW jo. artikel 4 Rome I-verordening. De rechtbank is van oordeel dat de contractuele boete is afgesproken in het kader van de tussen partijen gesloten overeenkomst met betrekking tot de productie door Eastman van kinderfietsen ten behoeve van T.O.M. Dit betreft een overeenkomst voor de verkoop van roerende zaken als bedoeld in artikel 4 lid 1 sub a. Rome I-verordening. Dientengevolge is het recht van het land waar de verkoper (Eastman) zijn gewone verblijfplaats heeft van toepassing op de overeenkomst. De rechtbank zal derhalve op grond van het recht van India moeten bepalen of de plaats van uitvoering van de overeenkomst Nederland is.
5.4.
Uit de stukken blijkt niet dat partijen daarover met elkaar een afspraak hebben gemaakt en dit is ook niet door T.O.M. gesteld. Voor de situatie dat er geen afspraak is gemaakt ten aanzien van de plaats waar de overeenkomst moet worden uitgevoerd, bestaat er een regeling in artikel 49 van de Indian Contract Act, 1872:

When a promise is to be performed without application by the promisee, and no place is fixed for the performance of it, it is the duty of the promisor to apply to the promisee to appoint a reasonable place for the performance of the promise, and to perform it at such place.”
5.5.
Hieruit volgt dat niet kan worden vastgesteld dat de plaats van uitvoering van de overeenkomst Nederland is, zodat de rechtbank niet bevoegd is te beslissen op de vordering tot betaling van de contractuele boete.
5.6.
Ten aanzien van de overige vorderingen geldt dat er geen sprake is van een zodanige rechtsbetrekking tussen gedaagden dat een voor alle gedaagden gelijke beslissing zou moeten worden genomen, met uitzondering van de beslissing met betrekking tot de proceskosten. De overige vorderingen tegen Eastman zullen – nu deze de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen – worden toegewezen, met uitzondering van de verbodsvordering die is gebaseerd op het op onrechtmatige wijze gebruikmaken van bedrijfsgeheimen van T.O.M. Deze vordering is alleen nog relevant met betrekking tot de AMIGO BMX Turbo. Ten aanzien van dit model heeft T.O.M. zelf in haar dagvaarding verklaard dat het in september 2019 openbaar is gemaakt. Het uiterlijk van deze fiets is derhalve geen informatie die bestemd is om geheim te blijven, zodat de stellingen van T.O.M. haar vordering in dit verband niet kunnen dragen.

6.Beoordeling in reconventie

De gelegde beslagen

6.1.
Prijskiller stelt dat de door T.O.M. gelegde beslagen onrechtmatig zijn en vordert in dat verband schadevergoeding, nader op te maken bij staat. Nu de rechtbank tot het oordeel komt dat Prijskiller met de verhandeling van een deel van haar fietsen inbreuk maakt op de rechten van T.O.M., en de vorderingen dus deels worden toegewezen, zijn de conservatoire verhaals- en bewijsbeslagen niet onrechtmatig.
6.2.
Voor zover conservatoir beslag tot afgifte is gelegd op de fietsen van het type 2Cycle BMX, BMX Fun, Cruiser/Cargo, is dat beslag ten onrechte gelegd, nu deze modellen geen inbreuk maken op de rechten van T.O.M.. Daarmee heeft T.O.M. onrechtmatig gehandeld jegens gedaagde sub 1, zodat deze de schade die gedaagde sib 1 daardoor heeft geleden moet vergoeden.
De Gemeenschapsmodelrechten
6.3.
Prijskiller vordert nietigverklaring van de ingeschreven en niet-ingeschreven Gemeenschapsmodelrechten met betrekking tot de AMIGO Magic, Lovely, Superstar en Firefighter (registratienummers 007390935-0004, 0005, 0006, 0007, 0008, 0009 en 0010).
6.4.
De rechtbank heeft in conventie geoordeeld dat deze modellen geldig zijn, zodat deze vordering zal worden afgewezen. Dit geldt evenzeer voor de niet-ingeschreven Gemeenschapsmodelrechten met betrekking tot de AMIGO Magic, Lovely, Superstar en Firefighter,
6.5.
Ten aanzien van de overige niet-ingeschreven Gemeenschapsmodelrechten geldt dat de rechten met betrekking tot de AMIGO Bloom inmiddels door tijdsverloop zijn verlopen zodat Prijskiller geen belang meer heeft bij de nietigverklaring daarvan. Ten aanzien van de overige niet-ingeschreven Gemeenschapsmodelrechten (AMIGO BMX Turbo, BMX Fun en 2Cool) begrijpt de rechtbank de door T.O.M. bij akte van eisvermindering ingenomen stelling aldus dat T.O.M. geen aanspraak meer maakt op die rechten. Daarmee is het belang van Prijskiller bij de nietigverklaring komen te vervallen.

7.Proceskosten

In conventie

7.1.
In conventie zijn gedaagden sub 1 tot en met 3 en gedaagde sub 8 de overwegend in het ongelijk gestelde partij. Deze partijen zullen daarom worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van T.O.M. die zijn gemaakt met betrekking tot de handhaving van haar rechten van intellectueel eigendom.
7.2.
T.O.M. maakt in dat verband aanspraak op vergoeding van de redelijke en evenredige proceskosten als bedoeld in artikel 1019h Rv. De door T.O.M. gemaakte advocaatkosten tellen tot en met de mondelinge behandeling op tot een bedrag van € 100.369,45.
7.3.
Teneinde de redelijkheid en evenredigheid van de opgevoerde kosten te kunnen beoordelen, wordt aansluiting gezocht bij de landelijk vastgestelde Indicatietarieven in
IE-zaken. De daarin vermelde tarieven worden geacht redelijk en evenredig te zijn. T.O.M. heeft niet onderbouwd waarom in deze zaak daarvan zou moeten worden afgeweken en de rechtbank ziet daar ook geen aanleiding voor. Onderhavige zaak is naar het oordeel van de rechtbank te beschouwen als een complexe bodemzaak in de zin van genoemde Indicatietarieven. Het daarbij behorende tarief bedraagt maximaal € 35.000,00 als vergoeding voor de werkzaamheden van de advocaat. In deze zaak ziet naar het oordeel van de rechtbank voor 80% op intellectueel eigendom en voor 20% op andere grondslagen. Derhalve zal een bedrag van € 28.000,00 aan T.O.M. worden toegewezen. Bedoelde kosten moeten worden vermeerderd met het door T.O.M. betaalde griffierecht (€ 4.131,00) en de dagvaardingkosten (€ 258,90). Het totaalbedrag aan toe te wijzen proceskosten sluit dan op een bedrag van € 32.389,90.
7.4.
De vorderingen die zijn gericht tegen gedaagden sub 4 tot en met 7 worden afgewezen, zodat ten aanzien van die partijen T.O.M. als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van deze partijen zal worden veroordeeld. Nu die vorderingen waren gebaseerd op bestuurdersaansprakelijkheid, zullen de advocaatkosten worden toegewezen overeenkomstig het liquidatietarief. Aangezien T.O.M. haar schade schat op € 2.550.000,00 zal de rechtbank tarief VIII (vorderingen boven € 1.000.000,00) hanteren. De proceskosten aan de zijde van deze gedaagden worden begroot op € 7.998,00,00 (2 punten x € 3.999,00).
in reconventie
7.5.
In reconventie worden partijen over en weer deels in het gelijk en deels in het ongelijk gesteld, zodat de rechtbank aanleiding ziet de proceskosten in reconventie te compenseren.

8.De beslissing

De rechtbank
in conventie
8.1.
veroordeelt gedaagden sub 1, 2, 3 en 8 om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis in de Europese Unie iedere inbreuk op de geregistreerde modelrechten met betrekking tot de AMIGO Superstar, AMIGO Magic, AMIGO Firefighter en AMIGO Lovely (registratienummers 007390935-0004, 0005, 0006, 0007, 0008, 0009 en 0010) te staken en gestaakt te houden, meer in het bijzonder te staken en gestaakt te houden het (laten) vervaardigen, aanbieden, in de handel brengen, invoeren, uitvoeren of gebruiken van de 2Cycle Superstar, Firefighter, Lovely en Magic kinderfietsen,
8.2.
veroordeelt gedaagden sub 1, 2, 3 en 8 om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis iedere inbreuk op de auteursrechten met betrekking tot de AMIGO Bloom in Nederland te staken en gestaakt te houden, meer in het bijzonder te staken en gestaakt te houden het openbaarmaken en verveelvoudigen van de 2Cycle Desire,
8.3.
veroordeelt gedaagden sub 1, 2, 3 en 8 om binnen l (één) maand na betekening van dit vonnis op eigen kosten aan de advocaat van T.O.M. een schriftelijke opgave te doen, gerangschikt per type/soort/kleur/maat fiets en per leverancier, producent of distributeur en commerciële afnemer, welke opgave ter staving vergezeld dient te zijn van goed leesbare en niet-geanonimiseerde kopieën van alle relevante brondocumenten (waaronder in ieder geval maar niet beperkt tot facturen, paklijsten, vrachtbrieven, orders, orderbevestigingen, voorraadadministraties op alle relevante data, douanestukken, e-mails en overige correspondentie) van:
a. de aan gedaagden geleverde totale aantallen van de in 2Cycle Desire, Superstar, Firefighter, Lovely en Magic, onder verrnelding van de inkoopprijzen en leverdata;
b. de aantallen van inbreukmakende Prijskiller kinderfietsen, die gedaagden aan commerciële afnemers en/of aan consumenten hebben verkocht en/of geleverd, onder vermelding van de verkoopprijzen en verkoop-/leverdata; en
c. de door gedaagden met de verkoop van de in deze dagvaarding bedoelde inbreukmakende Prijskiller kinderfietsen, behaalde totale bruto-omzet en de behaalde brutowinst,
8.4.
veroordeelt gedaagde sub 8 om uiterlijk binnen 14 (veertien) dagen na betekening van het ten deze te wijze vonnis op de homepage van de website www.eastmanbikes.com, voor zover deze in de Europese Unie toegankelijk is, een duidelijk leesbaar bericht te plaatsen, met uitsluitend de navolgende inhoud, zonder enig commentaar of toevoeging in welke vorm dan ook, onder gelijktijdige toezending van kopie van dit bericht aan de advocaten van T.O.M.:
"
Dear Sir/Mrs,
Recently we have offered, delivered and/or sold the following children's bikes:
[INVULLEN AANGEBODEN, GELEVERDE EN VERKOCHTE INBREUKMAKENDE KINDERFIETSEN PRIJSKILLER VAN HET TYPE [INVULLEN AANGEBODEN, GELEVERDE EN VERKOCHTE INBREUKMAKENDE KINDERFIETSEN VAN HET TYPE 2Cycle Desire, 2Cycle Superstar, 2Cycle BMX, 2Cycle Magic, 2Cycle Firefighter en/of 2Cycle Lovely, MET VERMELDING VAN AANTALLEN, ARTIKELNUMMERS EN INCHMATEN]
These children's bicycles violate the exclusive rights of T.O.M. B.V. by whom the original bicycles are designed and marketed.
These bikes are from now on no longer offered and sold by Eastman",
8.5.
veroordeelt gedaagden 1, 2, 3 en 8 ieder tot betaling aan T.O.M. van een dwangsom ter hoogte van EUR 5.000,00 (vijfduizend euro) voor iedere dag of gedeelte van een dag dat, dan wel EUR 500,00 (vijfhonderd euro) voor ieder product waarmee – ter keuze van T.O.M.. – de betrokken gedaagde geheel of gedeeltelijk in strijd heeft gehandeld met een van de aan hem/haar onder 8.1 tot en met 8.4 gegeven verboden en bevelen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van EUR 500.000,- (vijfhonderdduizend euro) per gedaagde,
8.6.
veroordeelt gedaagden 1, 2 en 3 hoofdelijk om de door T.O.M. als gevolg van het in dit vonnis omschreven onrechtmatig handelen door gedaagden sub 1, 2 en 3 geleden en nog te lijden schade te betalen, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
8.7.
veroordeelt gedaagde sub 8 om de door T.O.M. als gevolg van het in dit vonnis omschreven onrechtmatig handelen door gedaagde sub 8 geleden en nog te lijden schade en/of de met de verkoop van de inbreukmakende Prijskiller kinderfietsen door gedaagde sub 8 genoten winst – voor zover deze vordering is gebaseerd op inbreuk op de auteursrechten betreft het de genoten winst in Nederland; voor zover deze vordering is gebaseerd op inbreuk op de modelrechten betreft het de door gedaagde sub 8 genoten winst in de Europese Unie – te betalen, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
8.8.
verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van de jegens gedaagde sub 8 ingestelde vordering tot betaling van een voorschot op een contractuele boete zoals geformuleerd in het petitum onder nummer XI,
8.9.
veroordeelt gedaagden 1, 2, 3 en 8 in de proceskosten aan de zijde van T.O.M., tot op heden begroot op € 32.389,90 en in de nakosten, begroot op € 163,00, de nakosten te vermeerderen - onder de voorwaarde dat niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis is voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden - met een bedrag van € 85,- , een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
8.10.
veroordeelt T.O.M. in de proceskosten aan de zijde van de gedaagden sub 4, 5, 6 en 7, tot op heden begroot op € 7.998,00 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
in reconventie
8.11.
verklaart voor recht dat T.O.M. door het leggen van conservatoir beslag tot afgifte van roerende zaken ten aanzien van de kinderfietsen van het type 2Cycle BMX, BMX Fun, Cruiser/Cargo, onrechtmatig heeft gehandeld jegens gedaagde sub 1,
8.12.
veroordeelt T.O.M. om de door gedaagde sub 1 geleden en nog te lijden schade als gevolg van het onder 8.11 genoemde onrechtmatig handelen te vergoeden, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
8.13.
compenseert de kosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
In conventie en reconventie
8.14.
wijst af het meer of anders gevorderde,
8.15.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.F.R. van Heemstra en in het openbaar uitgesproken door mr. J.Th. van Walderveen, rolrechter, op 20 april 2022.