In deze zaak heeft eiser, een inwoner van Den Haag, een aanvraag ingediend voor een Europese gehandicaptenparkeerkaart. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag afgewezen op basis van een medisch advies van de adviserend geneeskundige E. Kuyken, die concludeerde dat eiser in staat was meer dan 100 meter te lopen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat het medisch advies onzorgvuldig was en niet inzichtelijk genoeg. De rechtbank heeft het beroep op 10 maart 2022 behandeld. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de adviserend geneeskundige wel degelijk een lichamelijk onderzoek had verricht, maar dat de rapportage hierover onvoldoende inzichtelijk was. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit vernietigd moest worden vanwege strijd met het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel, maar dat de rechtsgevolgen in stand konden blijven. De rechtbank oordeelde dat de adviserend geneeskundige zorgvuldig had gehandeld en dat er geen reden was om aan zijn conclusies te twijfelen. Eiser werd in het gelijk gesteld, maar de rechtbank bepaalde dat de rechtsgevolgen van de afwijzing van de aanvraag in stand blijven. Verweerder werd veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van eiser.