ECLI:NL:RBDHA:2022:4915

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 mei 2022
Publicatiedatum
24 mei 2022
Zaaknummer
NL22.5883
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag wegens niet verschijnen op gehoor

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 mei 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, is tweemaal niet verschenen op een gehoor. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 29 maart 2022 buiten behandeling gesteld, omdat eiseres niet had aangetoond dat haar afwezigheid niet aan haar toe te rekenen was. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is zonder bericht niet verschenen op de zitting op 6 mei 2022. De rechtbank heeft de zaak onmiddellijk na de zitting behandeld en uitspraak gedaan.

De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld. Eiseres was tweemaal uitgenodigd voor een gehoor, maar heeft geen medische documenten overgelegd die haar afwezigheid konden onderbouwen. De rechtbank oordeelt dat de vermelding van haar depressieve toestand en geheugen- en concentratieproblemen in het aanvraagformulier onvoldoende is om te concluderen dat zij niet in staat was om te verschijnen. De eerst in beroep overgelegde brief van een coördinator van een zorginstelling is niet van een deskundige en biedt geen nieuwe inzichten die de afwezigheid kunnen rechtvaardigen.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.5883
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiseres,

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. M.R. van der Linde),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. F.M. van de Kamp).

ProcesverloopBij besluit van 29 maart 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd buiten behandeling gesteld.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL22.5884, op 6 mei 2022 op zitting behandeld in Breda. Eiseres is, met bericht vooraf, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk
uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Verweerder kan een aanvraag buiten behandeling stellen indien een vreemdeling niet is verschenen bij een gehoor en hij binnen een termijn van twee weken niet heeft aangetoond dat dit niet aan hem toe te rekenen is. [2]
2. Eiseres is twee keer uitgenodigd voor een gehoor opvolgende aanvraag. Op 18 februari 2022 is eiseres voor het eerst zonder bericht niet verschenen bij het gehoor. Bij brief van 8 maart 2022 is zij in de gelegenheid gesteld om haar medische situatie met medische documenten te onderbouwen, zodat beoordeeld kan worden of een medisch onderzoek moet worden verricht voorafgaande aan het gehoor. Daar is geen gevolg aan gegeven. Zij is bovendien op 29 maart 2022 zonder voorafgaand bericht wederom niet verschenen bij het gehoor. Gelet hierop heeft verweerder de opvolgende asielaanvraag van eiseres terecht buiten behandeling gesteld. De vermelding in het aanvraagformulier voor de opvolgende asielaanvraag [3] dat zij depressief is en dat zij geheugen- en concentratieproblemen heeft, is onvoldoende om anders te oordelen. In dat formulier wordt immers vermeld dat de aanvrager, indien mogelijk, medische documenten dient over te leggen. Dat is niet gebeurd. Niet is gebleken dat dit voor eiseres niet mogelijk was.
3. De eerst in beroep overgelegde brief van de coördinator van SNDVU [4] kan niet leiden tot een ander oordeel. Allereerst: de brief is niet van een (medisch) deskundige. In die brief staat dat de GGZ-instelling Altrecht heeft geadviseerd om een zorgmelding te doen, maar dat dit nooit echt is opgepakt. Verder staat in de brief dat eiseres door haar huisarts is verwezen naar een psycholoog, maar dat zij daaraan geen gevolg heeft gegeven. Eiseres heeft dus ook in beroep niet kunnen aantonen dat haar situatie aanleiding geeft voor een medisch onderzoek dat voorafgaat aan een gehoor voor haar opvolgende asielaanvraag.
4. De aanvraag is terecht buiten behandeling gesteld. Het beroep is ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Zie hiervoor ook de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 7 april 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1033.
3.Formulier M35-O.
4.Stichting Noodopvang Dakloze Vreemdelingen Utrecht.