ECLI:NL:RBDHA:2022:5006
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende verstrekking van politiegegevens aan curator
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, de voormalig statutair directeur van een vennootschap, heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om stukken uit een strafrechtelijk onderzoek te verstrekken aan de curator van zijn failliete vennootschap. Verzoeker heeft een beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat de stukken worden verstrekt. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de belangenafweging in deze spoedprocedure complex is en dat de beroepsgronden van verzoeker niet op voorhand kansloos zijn. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het belang van verzoeker bij het niet verstrekken van de stukken in afwachting van de beroepsprocedure evident is, en dat er geen zwaarwegende belangen van de zijde van de verweerder zijn die onmiddellijke verstrekking rechtvaardigen. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek toegewezen en het bestreden besluit geschorst tot twee weken na de uitspraak op het beroep. Tevens is de verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoeker.