Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[gedaagde 1] te [plaats 2] ,
[gedaagde 2]te [plaats 2] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 juli 2021 met producties 1 tot en met 11;
- het herstelexploot van 16 augustus 2021;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende conclusie van eis in reconventie met producties 1 tot en met 11;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- het tussenvonnis van 15 december 2021 waarbij de mondelinge behandeling is bepaald op 15 februari 2022;
- de akte overlegging producties van [gedaagden] met producties 12 en 13;
- de brief van 5 februari 2022 van [eiser] met producties 12 en 13;
- de ambtshalve beschikking van 11 februari 2022 waarbij een plaatsopneming is bepaald op 15 februari 2022;
- het proces-verbaal van de plaatsopneming en de aansluitende mondelinge behandeling gehouden op 15 februari 2022.
2.De feiten
een perceel grond, gelegen te [plaats 2] nabij [adres 1] , kadastraal bekend gemeente [plaats 2] , sectie G nummer [perceelnr 3] , ter grootte van ongeveer vijftig are (50 a), aan welk perceel door de Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers een voorlopige kadastrale grens en oppervlakte is toegekend op grond van het verzoek tot splitsing met ordernummer 6162064. (…).”
wordt aan de noord- en noordoostkant begrensd door definitief vastgelegde kadastrale grenzen. Aan de zuid- en zuidwestkant wordt het perceel begrensd door de voorlopige kadastrale grens met perceel [perceelnr 3] .