In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 11 mei 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Bar-restaurant Het Alternatief/Massada B.V. (hierna: huurder) en Elsgeester Exploitatie Maatschappij B.V. (hierna: verhuurder). De huurder heeft een bedrijfsruimte gehuurd van de verhuurder, maar na een brand op 20 februari 2022 in de bovenwoningen, heeft de verhuurder de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden op grond van artikel 7:210 BW, stellende dat het genot van het gehuurde geheel onmogelijk was geworden. De huurder betwistte dit en vorderde in conventie dat de verhuurder zou worden verboden tot sloop van het gehuurde en dat de verhuurder zou worden veroordeeld tot herstelwerkzaamheden. In reconventie vorderde de verhuurder ontruiming van het gehuurde.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een gebrek dat het genot van het gehuurde geheel onmogelijk maakte, en dat de verhuurder niet verplicht was om de gebreken te verhelpen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de huurovereenkomsten rechtsgeldig waren ontbonden en dat de huurder het gehuurde zonder recht of titel gebruikte. De vorderingen van de huurder werden afgewezen, en de huurder werd veroordeeld in de kosten van het geding. De verhuurder kreeg toestemming om het gehuurde te laten ontruimen, met een dwangsom als prikkel tot nakoming.