Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eiser 1] te [plaats 1], Iran,
[eiser 2]te [plaats 2], Iran,
[eiser 3]te [plaats 3], Iran,
[eiser 4]te [plaats 1], Iran,
[eiser 5]te [plaats 1], Iran,
1.FORAFINA BELEGGINGEN I B.V.te Amsterdam,
OTJIAHA B.V.te Arnhem,
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 oktober 2021, met producties 1 tot en met 58;
- het ter rolzitting van 1 december 2021 tegen Forafina verleende verstek;
- de incidentele vordering tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten op grond van artikel 224 Rv; incidentele vordering tot vaststelling van het toepasselijk recht aan de zijde van Otjiaha, met producties 1 tot en met 3;
- de conclusie van antwoord in incident aan de zijde van [eisers], met producties 59 tot en met 61;
- het bericht van de zijde van Otjiaha en de rolbeslissing van 6 juli 2022, waaruit blijkt dat Otjiaha heeft afgezien van het nemen van een akte uitlaten producties.
2.Het geschil en de beoordeling daarvan in het incident
3.De beslissing
31 augustus 2022voor conclusie van antwoord door Otjiaha;