Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eiser 1] te [plaats 1] , Iran,
[eiser 2]te [plaats 2] , Iran,
[eiser 3]te [plaats 3] , Iran,
[eiser 4]te [plaats 1] , Iran,
[eiser 5]te [plaats 1] , Iran,
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 januari 2021, met producties 1 tot en met 59;
- de incidentele vordering tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten op grond van artikel 224 Rv; incidentele conclusie tot vaststelling van het toepasselijk recht namens [gedaagde] , met producties 1 tot en met 3;
- de conclusie van antwoord in incident namens [eisers] , met producties 60 en 61;
- het bericht van de zijde van [gedaagde] en de rolbeslissing van 6 juli 2022, waaruit blijkt dat gedaagde heeft afgezien van het nemen van een akte uitlaten producties.
2.Het geschil en de beoordeling daarvan in het incident
3.De beslissing
31 augustus 2022voor conclusie van antwoord door [gedaagde] ;