In deze zaak heeft eiser, de vader van een dochter met epilepsie, een aanvraag ingediend voor dubbele kinderbijslag op basis van de Algemene kinderbijslagwet (AKW). De aanvraag werd afgewezen door de Sociale verzekeringsbank (Svb) omdat de dochter niet voldeed aan de vereiste zorgscore van vier punten. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld op basis van de adviezen van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), die een score van twee punten toekenden voor de zorgbehoefte van de dochter. Eiser betwistte deze score en voerde aan dat er ten onrechte geen punten waren toegekend voor lichaamshygiëne en zindelijkheid, en dat de adviezen van het CIZ innerlijk tegenstrijdig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dochter van eiser grotendeels zelfstandig kan functioneren op het gebied van lichaamshygiëne en zindelijkheid, en dat er geen noodzaak is voor permanente aanwezigheid van een ouder bij deze handelingen. De rechtbank concludeert dat de CIZ-adviezen niet tegenstrijdig zijn, aangezien de criteria voor de verschillende zorgitems verschillen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag voor dubbele kinderbijslag door de Svb terecht was.
De uitspraak is gedaan door mr. P.M. de Keuning op 20 juli 2022, en de rechtbank heeft geoordeeld dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.