Eiseres heeft in de onderhavige procedure verschillende nieuwe bewijsstukken en verklaringen overgelegd.
Eiseres heeft stukken (inclusief foto’s) overgelegd van het voltrekken van het huwelijk. De stelling van verweerder dat dit vooral ziet op de juridische kwalificatie van de relatie is op zich juist, maar deze gegevens kunnen ook niet geheel ter zijde worden geschoven. Het sluiten van een huwelijk legt enig gewicht in de schaal voor het aannemelijk maken van de relatie. Ook heeft eiseres meerdere poststukken overgelegd (inschrijving tandarts, inschrijving dokter, bevolkingsonderzoek, inschrijving zorgverzekering en inschrijving Tempo-Team, inschrijving Basisregistratie Personen (BRP) om het daadwerkelijk samenwonen te onderbouwen. Ondanks dat deze poststukken niets zeggen over de aard en exclusiviteit van de relatie met referent tonen deze wel aan dat eiseres al langere tijd gebruik maakt van hetzelfde adres als referent. Verweerder heeft daar geen inhoudelijke overwegingen aan gewijd of onderzoek naar gedaan anders dan bij elk van die stukken te overwegen dat die niets zeggen over de aard van de relatie.
Uit de overgelegde reisbescheiden blijkt dat eiseres zeven dagen naar Griekenland is geweest samen met referent en zijn dochters. De rechtbank overweegt dat verweerder met een stelling van algemene aard heeft geconcludeerd dat deze reis kan zijn ondernomen als goede vrienden, zonder daar verder enig onderzoek naar te verrichten of eiseres daarover te horen.
In het bestreden besluit stelt verweerder dat de getuigenverklaring van de dochters van referent niet is voorzien van de identiteitsbewijzen van de ondertekenaars van de verklaring. Daarbij beoordeelt verweerder deze verklaring als niet objectief omdat de verklaring afkomstig is van de dochters van referent.
De rechtbank is van oordeel dat het op de weg van verweerder had gelegen om eiseres herstelverzuim te verlenen voor het aanleveren van de identiteitsbewijzen van de dochters, nu verweerder dat kennelijk belangrijk vindt bij de weging van die verklaring.
De rechtbank acht het verder onjuist om deze verklaring in zijn geheel niet mee te nemen in de beoordeling vanwege de discutabele objectiviteit. Verweerder had deze verklaringen in samenhang moeten bezien met de overige stukken die in het geding zijn gebracht en moeten betrekken bij zijn beoordeling. Nu verweerder twijfelt aan de objectiviteit van de verklaring van de dochters had verweerder er ook voor kunnen kiezen om de dochters zelf te horen.
De verklaring van [naam 2] is summier. Uit die verklaring kan echter wel worden afgeleid dat er een band bestaat tussen eiseres en referent: zij spreekt over “waren verliefd”, “een rustig en aardig stel dat in harmonie met elkaar leeft” en dat zij onlangs hun huis opnieuw hebben ingericht. Hoewel uit die verklaring niet heel duidelijk naar voren komt dat er sprake is van een exclusieve liefdesrelatie, is hij ook niet geheel irrelevant.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het bestreden besluit niet berust op een deugdelijke motivering en evenmin op een zorgvuldige voorbereiding. Verweerder heeft de door eiseres overgelegde stukken onvoldoende onderzocht en onvoldoende in samenhang beoordeeld. In zoverre kan het bestreden besluit dan ook niet in stand blijven.
De verklaring van de gemachtigde van eiseres en referent dat zij gezamenlijk het kantoor bezoeken van gemachtigde, heeft verweerder terecht als van minder belang beschouwd. Zij bezoeken de gemachtigde in het kader van de onderhavige procedure. Dat gezamenlijk bezoek en de gezamenlijke telefonische contacten zeggen weinig over de gestelde exclusieve en duurzame liefdesrelatie. Verweerder heeft dit standpunt niet ten onrechte ter zijde geschoven.