ECLI:NL:RBDHA:2022:838
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsdocument op basis van het arrest Chavez-Vilchez
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiseres uit Salvador en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsdocument EU/EER, waarbij zij haar verblijfsrecht wilde baseren op het arrest Chavez-Vilchez. De staatssecretaris had eerder de aanvraag afgewezen, wat leidde tot een beroep van eiseres tegen het bestreden besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres al in het bezit is van een geldig verblijfsdocument tot 8 mei 2024 en dat de afwijzing van de aanvraag niet leidt tot een situatie waarin haar dochter, die de Nederlandse nationaliteit heeft, gedwongen zou worden het grondgebied van de EU te verlaten. De rechtbank oordeelde dat eiseres geen recht kan ontlenen aan het arrest Chavez-Vilchez, omdat de voorwaarden daarvoor niet zijn vervuld. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.