ECLI:NL:RBDHA:2022:8757

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 september 2022
Publicatiedatum
1 september 2022
Zaaknummer
SGR 22/4092
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening omgevingsvergunning geluidsscherm padelbaan

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 september 2022, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoekster, die bezwaar heeft gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar, verzoekt om schorsing van de verleende omgevingsvergunning voor het plaatsen van een geluidsscherm op een padelbaan. Het college had op 6 juli 2022 de vergunning verleend, waarbij het aannemelijk werd geacht dat het bouwplan voldeed aan het Bouwbesluit en de Wassenaarse Bouwverordening, en dat er geen strijd was met de bestemmingsplannen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 18 augustus 2022 behandeld. Tijdens de zitting waren verzoekster, de gemachtigde van het college en twee deskundigen aanwezig. De voorzieningenrechter oordeelt dat het geluidsscherm niet als erfafscheiding moet worden aangemerkt, omdat de sloot tussen de erven de feitelijke begrenzing vormt. Het geluidsscherm voldoet aan de hoogte-eisen van het bestemmingsplan en is niet in strijd met de relevante regelgeving.

De voorzieningenrechter concludeert dat de kans groot is dat het bestreden besluit in bezwaar in stand blijft. Daarom wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, wat betekent dat de omgevingsvergunning niet wordt geschorst en de vergunninghouder gebruik mag maken van de vergunning, wel op eigen risico. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/4092

uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 september 2022 in de zaak tussen

[verzoekster], uit [woonplaats], verzoekster

en

het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar (het college)

(gemachtigde: mr. L. de Heij).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
Tennispark De Oude Eikte Wassenaar (vergunninghouder).

Inleiding

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen het besluit van het college van 6 juli 2022. In dit besluit heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een geluidsscherm op het perceel [adres] [huisnummer] te [plaats]. Verzoekster heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 18 augustus 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, gemachtigde van verweerder, vergezeld door ing. [A] en [B].

Totstandkoming van het besluit

1. Op 16 december 2021 heeft vergunninghouder bij verweerder een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een geluidsscherm op het perceel [adres] [huisnummer] te [plaats]. Dit is een omgevingsvergunning voor de activiteit ‘het bouwen van een bouwwerk’, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
2. Bij besluit van 6 juli 2022 heeft het college de gevraagde omgevingsvergunning verleend. Het college stelt zich in dit besluit – samengevat weergegeven – op het standpunt dat het aannemelijk is dat het bouwplan voldoet aan het Bouwbesluit en de Wassenaarse Bouwverordening. Ook is er geen strijd met de bestemmingsplannen ‘Ammonslaantje-Maaldrift 2013’ en ‘Paraplubestemmingsplan Cultureel Erfgoed Wassenaar – Panden, objecten en archeologie’. Ten slotte heeft het college opgemerkt dat het bouwplan wordt gerealiseerd in welstandsvrij gebied en niet is opgenomen op de pandenlijst behorend bij ‘Paraplubestemmingsplan Cultureel Erfgoed Wassenaar – Panden, objecten en archeologie’.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

3. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een eventuele beroepsprocedure niet.
4. Volgens verzoekster is het bouwplan in strijd met het geldende bestemmingsplan ‘Ammonslaantje-Maaldrift 2013’ omdat een erfafscheiding volgens de planregels maximaal 2 meter hoog mag zijn. Ook is het bouwplan volgens verzoekster in strijd met het ‘Paraplubestemmingsplan cultureel erfgoed Wassenaar’ – Panden, objecten en archeologie’ omdat de bodemingreep dieper reikt dat 30 centimeter onder het maaiveld.
4.1.
De relevante planregels zijn opgenomen in een bijlage die deel uitmaakt van deze uitspraak.
4.2.
Het college stelt zich naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter terecht op het standpunt dat het geluidsscherm niet moet worden aangemerkt als erfafscheiding. Volgens de definitie in artikel 1 van de planregels is een erf(af)scheiding de feitelijke begrenzing van een erf. In dit geval vormt de sloot tussen de erven van verzoekster en vergunninghouder de feitelijke begrenzing. Dit betekent dat verweerder het geluidsscherm terecht als overig bouwwerk heeft aangemerkt. Nu de bouwhoogte van een overig bouwwerk volgens de planregels 4,50 meter mag zijn en het vergunde geluidsscherm 3 meter hoog is, is het bouwplan in zoverre niet in strijd met het bestemmingsplan ‘Ammonslaantje-Maaldrift 2013’.
4.3.
Het bouwplan is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter ook niet in strijd met artikel 4.2.1 van het ‘Paraplubestemmingsplan cultureel erfgoed Wassenaar – Panden, objecten en archeologie’. Verzoekster heeft niet bestreden dat de oppervlakte van het bouwwerk kleiner dan 100 m2 is. Daarnaast vindt de voorzieningenrechter het aannemelijk dat de bodemingreep niet dieper zal zijn dan 30 centimeter. Hierbij betrekt de voorzieningenrechter de toelichting van het college ter zitting dat de bestaande ringbalk op ongeveer 60 centimeter diepte ligt en de bodemingreep om het geluidsscherm te bevestigen ongeveer tot de helft van die diepte zal zijn. De stelling van verzoekster dat de bodemingreep in de sloot dieper zal zijn dan 30 cm volgt de voorzieningenrechter ook niet. Verweerder heeft ter zitting toegelicht dat in de sloot werkzaamheden moeten worden uitgevoerd om het geluidscherm te bevestigen, maar dat dit geen werkzaamheden zijn waarvoor in de grond moet worden gegraven.
4.4.
De voorzieningenrechter komt dan ook tot de voorlopige conclusie dat het bouwplan niet in strijd is met de bestemmingsplannen. Nu er ook geen sprake is van strijd met het Bouwbesluit, de Bouwverordening en de redelijke eisen van welstand, was het college op grond van artikel 2.10 van de Wabo verplicht om de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen. Bij zo’n gebonden beschikking spelen belangen van derden, zoals verzoekster, geen rol. Het betoog van verzoekster dat het geluidsscherm bij een hoogte van 3 meter onvoldoende effect heeft, kan er niet toe leiden dat verweerder de vergunning had moeten weigeren.
Conclusie en gevolgen
5. De voorzieningenrechter acht de kans groot dat het bestreden besluit in bezwaar in stand blijft. Daarom zal het verzoek om een voorlopige voorziening worden afgewezen. Dat betekent dat omgevingsvergunning niet wordt geschorst en vergunninghouder daarvan gebruik mag maken. Zolang de omgevingsvergunning nog niet onherroepelijk is, doet hij dat wel op eigen risico.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
mr. J.P. Brand, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 1 september 2022.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

BIJLAGE

I. Volgens het bestemmingsplan ‘Ammonslaantje-Maaldrift 2013’ heeft het perceel van vergunninghouder de bestemming ‘Sport’.
II. In artikel 1 van de planregels is een ‘overig bouwwerk’ als volgt gedefinieerd: “Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.”
III. In artikel 1 van de planregels is een ‘erf(af)scheiding als volgt gedefinieerd: “De feitelijke begrenzing van een erf.”
IV. Artikel 7.2 van de planregels luidt als volgt:
“(…)
Overige bouwwerken:
5 Ten aanzien van de bouwhoogte van overige bouwwerken geldt dat:
a. de bouwhoogte van ballenvangers maximaal 15,00 meter mag bedragen;
b. de bouwhoogte van erfafscheidingen langs het sportveld maximaal 2 meter mag bedragen;
c. de bouwhoogte van toegangshekken maximaal 2,00 meter mag bedragen;
d. de bouwhoogte van de tribune maximaal 5,00 meter mag bedragen;
e. de bouwhoogte van lichtmasten maximaal 10,00 meter mag bedragen;
f. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken maximaal 4,50 meter mag bedragen.”
V. De dubbelbestemming van het perceel van vergunninghouder is volgens het bestemmingsplan ‘Paraplubestemmingsplan cultureel erfgoed Wassenaar – Panden, objecten en archeologie’: ‘Waarde – archeologie 3’.
VI. Artikel 4.1 van de planregels luidt als volgt:
“4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende en te verwachten archeologische waarden.
VII. 4.2 Bouwregels
4.2.1
Algemeen
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag niet worden gebouwd, tenzij het bouwplan betrekking heeft op:
a. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
b. een bouwwerk met een oppervlakte kleiner dan 100 m² waarbij de bodemingreep niet dieper reikt dan 30 cm beneden maaiveld;
c. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.”