ECLI:NL:RBDHA:2022:8827

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 augustus 2022
Publicatiedatum
2 september 2022
Zaaknummer
C/09/616978 / HA ZA 21-776
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verklaring dat gebruik domeinnaam geen inbreuk maakt op handelsnaamrecht

In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de rechtspersoon SaFirety Ltd en Fire-Control B.V. SaFirety, opgericht in 2014, had de domeinnaam geregistreerd, terwijl Fire-Control, opgericht in 1981, de domeinnaam bezit. Fire-Control vorderde dat de domeinnaam aan haar zou worden overgedragen, omdat deze verwarringwekkend zou zijn en inbreuk zou maken op haar handelsnaamrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de domeinnamen visueel en auditief overeenkomen, en dat het gebruik van de domeinnaam door SaFirety verwarring kan veroorzaken bij het publiek. De rechtbank oordeelde dat SaFirety onrechtmatig handelt door de domeinnaam te gebruiken, en dat er geen legitiem belang is voor SaFirety om de domeinnaam te behouden. De vordering van Fire-Control werd toegewezen, en SaFirety werd veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/616978 / HA ZA 21-776
Vonnis van 3 augustus 2022 (bij vervroeging)
in de zaak van
de rechtspersoon naar vreemd recht
SAFIRETY LTD,
te Stockport (Verenigd Koninkrijk),
eiseres,
advocaat mr. A.S. Douma te Den Haag,
tegen
FIRE-CONTROL B.V.,
te Wassenaar,
gedaagde,
advocaat mr. E. Spijer te Honselersdijk.
Partijen zullen hierna respectievelijk SaFirety en Fire-Control worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de op 17 augustus 2021 betekende dagvaarding;
  • de conclusie van antwoord;
  • het tussenvonnis van 23 februari 2022 waarbij ambtshalve een mondelinge behandeling is bevolen;
  • de mondelinge behandeling die, na uitstel, op 5 juli 2022 heeft plaatsgehad.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Fire-Control is een in 1981 opgerichte vennootschap die zich onder meer bezighoudt met het adviseren over en aanbieden en onderhouden van brandbeveiligingen, brandblusinstallaties, brandblussers en bedrijfshulpverleningstrainingen. Fire-Control is gevestigd in Den Haag. Haar bestuurder is [A] .
2.2.
Op 30 april 1998 heeft Fire-Control de domeinnaam (met koppelteken) geregistreerd bij Stichting Internet Domeinnaamregistratie Nederland (hierna: SIDN). Sindsdien is zij houdster van genoemde domeinnaam en is haar onderneming op dat adres via het internet vindbaar.
2.3.
SaFirety is opgericht op 20 november 2014. Haar bestuurder tevens enig aandeelhouder is [B] (hierna: [B] ).
2.4.
Fire-Control heeft e-mailcorrespondentie uit 2012 overgelegd waaruit volgt dat [B] , handelend onder een fictieve naam, tegen betaling van € 1.000,- de domeinnaam (zonder koppelteken) heeft overgenomen van een derde. Het laatste bericht van bedoelde correspondentie, een e-mail van [B] aan zijn ouders, is hieronder afgebeeld:
2.5.
In 2016 hebben [B] en zijn toenmalige partner [C] (hierna: [C] ), via de rechtspersoon SafetyNL Holding B.V. waarvan beiden aandeelhouder waren, de aandelen in HBO Safe B.V. van [B] vader overgenomen. [C] dreef daarnaast een eenmanszaak onder de naam BrandveiligNL.
2.6.
Fire-Control heeft de volgende e-mailwisseling tussen [B] en [D] , destijds nog werknemer van Fire-Control, uit begin 2016 in het geding gebracht, waaruit onder meer blijkt dat [B] , gebruikmakend van het e-mailaccount info@brandveilignl.com, aan [D] voorstelt een aantal e-mailadressen aan te maken, waaronder info@firecontrol.nl (zonder koppelteken) “en alle adressen die jij kent waarop foutmeldingen kunnen ontstaan”:
Afbeeldingen zijn wel opgenomen in het oorspronkelijke vonnis, maar niet in deze geanonimiseerde versie omdat anonimisering van deze afbeeldingen niet mogelijk was.
2.7.
Fire-Control heeft verder onder meer onderstaande schermafbeelding overgelegd waarop de (gevulde) inbox van het e-mailaccount [e-mailaccount] (dus
zonderkoppelteken), dat is gekoppeld aan de inbox van het e-mailaccount info@brandveilignl.com, is weergegeven:
Deze afbeelding is wel opgenomen in het oorspronkelijke vonnis, maar niet in deze geanonimiseerde versie omdat anonimisering van deze afbeelding niet mogelijk was.
2.8.
Daarnaast heeft Fire-Control vergelijkbare schermafbeeldingen in het geding gebracht waarop de (gevulde) inboxen van de volgende emailaccounts (met de extensie ‘firecontrol’ – ook weer
zonderkoppelteken), die elk zijn gekoppeld aan het e-mailaccount info@brandveilignl.com, zichtbaar zijn:
- onderhoud@firecontrol.nl;
- opleidingen@firecontrol.nl;
- [… 1] @firecontrol.nl;
- [… 2] @firecontrol.nl; en
- [… 3] @firecontrol.nl.
2.9.
Per 27 september 2018 is de eenmanszaak van [C] omgezet in de rechtspersoon BrandveiligNL B.V., waarvan [B] toen bestuurder en SafetyNL Holding B.V. enig aandeelhouder werd. Brandveilig NL B.V. houdt zich bezig met het adviseren over en aanbieden en onderhouden van brandbeveiligingen, brandblusinstallaties, brandblussers en bedrijfsveiligheidstrainingen.
2.10.
Per 1 februari 2020 is SaFirety bij SIDN geregistreerd als houder van de domeinnaam , nadat zij die domeinnaam via een internetveiling (via Dan.com) en tegen betaling van € 1.150,- had verkregen.
2.11.
In 2020 zijn SafetyNL Holding B.V. en HBO Safe B.V. in staat van faillissement komen te verkeren. [B] verwierf vervolgens via de vennootschap (met de een bijna identieke statutaire naam) NLSafety Holding B.V. op 3 december 2020 de aandelen in BrandveiligNL B.V. Laatstgenoemde vennootschap is thans gevestigd in Den Haag en gebruikt voor haar onderneming onder meer de domeinnaam , die door SaFirety wordt gehouden.
2.12.
Bezoekers van de website worden direct doorgeleid naar de website .
2.13.
Eind 2020 ontdekte Fire-Control het gebruik van de domeinnaam . Bij schrijven van 11 maart 2021 heeft zij BrandveiligNL B.V. en [B] verzocht het gebruik van die domeinnaam te staken. [B] heeft daar bij e-mail van 19 maart 2021 afwijzend op gereageerd.
2.14.
Vervolgens heeft Fire-Control gebruik gemaakt van de door de geschillenregeling van SIDN geboden mogelijkheid om een geschilbeslechtingsprocedure in te leiden bij de World Intellectual Property Organization Arbitration and Mediation Center (hierna: WIPO). Die procedure, waaraan SaFirety zich als domeinnaamhouder diende te onderwerpen op grond van de overeenkomst die zij met SIDN heeft gesloten, strekte ertoe dat, ingevolge bedoelde overeenkomst, de domeinnaam aan Fire-Control zou moeten worden afgestaan. Daartoe heeft Fire-Control betoogd dat (a) die domeinnaam zodanig overeenstemt met de naar Nederlands recht beschermde handelsnaam “Fire-Control” waarvan Fire-Control rechthebbende is, dat er verwarring kan ontstaan; (b) SaFirety geen recht heeft op of legitiem belang heeft bij die domeinnaam; en (c) die domeinnaam door SaFirety te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt.
2.15.
De geschillenbeslechter van de WIPO heeft bij uitspraak van 27 juli 2021 [1] Fire-Control in het gelijk gesteld en de wijziging van de domeinnaamhouder van de domeinnaam bevolen, zodat Fire-Control in plaats van SaFirety domeinnaamhouder wordt.
2.16.
Overeenkomstig de eerder genoemde geschillenregeling zal SIDN
niet meewerken aan de door de geschillenbeslechter bevolen wijziging van de domeinnaamhouder indien SaFirety binnen een bepaalde termijn voor een Nederlandse rechter een gerechtelijke procedure tegen Fire-Control heeft ingeleid met betrekking tot het houderschap van de gewraakte domeinnaam.

3.Het geschil

3.1.
SaFirety vordert, voor zover mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, voor recht te verklaren dat het gebruik, althans de registratie van de domeinnaam geen inbreuk maakt op enig recht van Fire-Control uit hoofde van de Handelsnaamwet, noch op enige andere wijze jegens laatstgenoemde een onrechtmatige daad oplevert welke SaFirety kan worden toegerekend en welke ertoe zou kunnen nopen dat de domeinnaamregistratie om niet dient te worden overgedragen aan Fire-Control, met veroordeling van Fire-Control in de kosten van dit geding en in de eventuele nakosten.
3.2.
Fire-Control voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering met veroordeling van SaFirety in de kosten van dit geding, te verhogen met de nakosten en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na de datum van het vonnis tot de dag van volledige betaling.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het recht op een domeinnaam is niet wettelijk geregeld. Tot uitgangspunt dient dat degene die zich als domeinnaamhouder heeft laten registeren, alleen gedwongen kan worden de domeinnaam aan een ander over te dragen als hij daartoe rechtens verplicht is. Die plicht kan berusten op een overeenkomst of kan voortvloeien uit de omstandigheid dat de registratie of het gebruik van de domeinnaam jegens die ander onrechtmatig is. [2]
4.2.
In dit geval staat ter beoordeling of SaFirety met het gebruik van de domeinnaam inbreuk maakt op enig recht dat Fire-Control heeft uit hoofde van de Handelsnaamwet dan wel anderszins onrechtmatig handelt jegens laatstgenoemde.
4.3.
Ten aanzien van een eventuele inbreuk op het handelsnaamrecht dat aan Fire-Control toekomt met betrekking tot het gebruik van de handelsnaam “Fire-Control”, stelt SaFirety zich op het standpunt dat zij de domeinnaam niet gebruikt als handelsnaam, dat wil zeggen als naam waaronder zij haar onderneming drijft. Zij gebruikt de domeinnaam enkel als zogenaamde doorlink naar de website van BrandveiligNL B.V. Gelet op de wijze waarop SaFirety de gewraakte domeinnaam thans in gebruik heeft, kan naar het oordeel van de rechtbank van de juistheid van dat – door Fire-Control overigens ook niet (expliciet) bestreden – standpunt worden uitgegaan. Van een handelsnaamrechtinbreuk is derhalve geen sprake.
4.4.
Fire-Control betoogt dat SaFirety niettemin onrechtmatig handelt jegens haar. Daartoe heeft Fire-Control gemotiveerd en onder verwijzing naar de hiervoor onder 2.4, 2.6, 2.7 en 2.8 genoemde e-mails en schermafbeeldingen, gesteld dat [B] de domeinnaam enkel en alleen heeft geregistreerd om op een voor het publiek verwarrende wijze te kunnen aanhaken bij de naamsbekendheid van Fire-Control en/of om ten eigen voordele en ten koste van Fire-Control gebruik te maken van typefouten van het publiek (typosquatting). Daardoor zijn (potentiële) klanten van en (vertrouwelijke) e-mails bedoeld voor Fire-Control terechtgekomen bij BrandveiligNL B.V.
4.5.
De rechtbank gaat allereerst in op het eerst ter zitting gevoerde betoog van [B] dat hij de door Fire-Control overgelegde emailcorrespondentie en de beweerdelijk door hem aangemaakte e-mailadressen niet kent, dat hij daarbij geen betrokkenheid heeft gehad en dat hij vermoedt dat de overgelegde berichten en schermafbeeldingen niet authentiek zijn, althans door zijn ex-partner [C] “in elkaar zijn geknutseld”. De rechtbank verwerpt dit niet nader onderbouwde betoog omdat het tardief is aangevoerd en het haar overigens niet geloofwaardig voorkomt. Daartoe wijst zij op het volgende.
4.5.1.
Ter zitting hebben zowel [B] als de raadsman van SaFirety gesteld niet eerder dan in deze procedure kennis te hebben genomen van de door Fire-Control bij conclusie van antwoord in het geding gebrachte e-mailcorrespondentie en schermafbeeldingen zoals hiervoor onder 2.4, 2.6, 2.7 en 2.8 genoemd en deels weergegeven. De rechtbank stelt echter vast dat SaFirety vóór het inleiden van deze procedure reeds op de hoogte moet zijn geweest van het bestaan van die stukken, nu zij daarover in randnummer 16 van de dagvaarding het volgende heeft gesteld:
“Het was ook [C] die concullega Fire-Control heeft voorzien van allerhande suggestieve stukken omtrent de aankoop door SaFirety van de domeinnaam ‘firecontrol.nl’ waarmee volgens haar stelling allerlei onoirbare dingen zouden worden gedaan zoals het doelbewust en gericht afvangen van emailcorrespondentie. SaFirety zou bovendien met gebruikmaking van ‘valse namen’ op clandestiene wijze de domeinnaamregistratie hebben bemachtigd.”
4.5.2.
Dat SaFirety en [B] de bewuste stukken op het moment van dagvaarden wel degelijk kenden, blijkt uit het feit dat deze – zo heeft Fire-Control ter zitting onweersproken gesteld – ook in de procedure bij de WIPO zijn overgelegd. Dat deze stukken ook daar onderwerp van debat zijn geweest tussen partijen, volgt bovendien uit de uitspraak van de geschillenbeslechter van de WIPO waarin de stellingen van partijen met betrekking tot de betreffende stukken zijn weergegeven [3] .
4.5.3.
De rechtbank stelt vast dat SaFirety de stellingen van Fire-Control die steunen op de door haar overgelegde e-mails en schermafbeeldingen, bij dagvaarding inhoudelijk onbesproken heeft gelaten. Door pas tijdens de mondelinge behandeling die stellingen en de authenticiteit van de daaraan ten grondslag liggende stukken te betwisten, overigens zonder daarbij concrete aanknopingspunten te geven die erop duiden dat hetgeen daaruit blijkt niet overeenstemt met de werkelijkheid, heeft zij aan Fire-Control iedere mogelijkheid ontnomen om zich daartegen deugdelijk te verweren en heeft zij gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 111 lid 3 Rv. De rechtbank zal reeds daarom aan dat betoog van SaFirety voorbijgaan.
4.5.4.
Overigens merkt de rechtbank op dat de door SaFirety in de geschilbeslechtingsprocedure gegeven toelichting met betrekking tot de betreffende stukken niet valt te rijmen met de in deze procedure, tijdens de mondelinge behandeling, door haar en [B] ingenomen stellingen, namelijk dat [B] de door Fire-Control overgelegde emailcorrespondentie en de beweerdelijk door hem aangemaakte e-mailadressen niet kent, dat hij daarbij geen betrokkenheid heeft gehad en dat hij vermoedt dat de overgelegde berichten en schermafbeeldingen niet authentiek zijn, althans door zijn ex-partner [C] “in elkaar zijn geknutseld”. Uit de volgende passage van de uitspraak van de geschillenbeslechter blijkt dat SaFirety in de procedure bij de WIPO heeft verklaard dat de overdracht van de domeinnaam in 2020 verband hield met de faillissementen en doorstart van de bedrijven van [B] en met de Brexit, waaruit kan worden afgeleid dat SaFirety de domeinnaam van haar bestuurder [B] kocht [4] :
“(…) Volgens Verweerder [
SaFirety, toevoeging rechtbank] leert een juiste lezing van de overgelegde correspondentie dat de Bestuurder [
[B] , toevoeging rechtbank] de onderhavige domeinnaam destijds voor EUR 1.000 van een zogenaamde “domain name reseller” heeft gekocht, net zoals hij op die manier verschillende andere domeinnamen kocht. Volgens Verweerder heeft hij de onderhavige domeinnaam vervolgens in september 2020 [
volgens de Geschillenbeslechter zal februari 2020 bedoeld zijn] aangekocht via een domeinmarktplaats. Deze overdracht van de onderhavige domeinnaam aan Verweerder hield volgens Verweerder verband met de faillissementen van bedrijven van de Bestuurder, de doorstart van onder meer BrandveiligNL en de Brexit. (…).”
De discrepantie tussen de door haar ingenomen stellingen in de WIPO-procedure en in onderhavige procedure heeft SaFirety niet toegelicht, laat staan verklaard. Dit had wel van SaFirety verwacht mogen worden, nu van de zijde van SaFirety en [B] , zowel in de dagvaarding als tijdens de mondelinge behandeling, meermaals is gesuggereerd dat er mogelijk wel onrechtmatige praktijken hebben plaatsgehad, maar enkel door en onder verantwoordelijkheid van andere (rechts)personen, waaronder [B] ex-partner [C] .
4.5.5.
De rechtbank ziet in ieder geval geen aanleiding te oordelen dat de hiervoor onder 2.4, 2.6, 2.7 en 2.8 genoemde en deels weergegeven e-mails en schermafbeeldingen geen betrouwbaar beeld van de werkelijkheid geven. De rechtbank ziet daarom ook geen aanleiding om aan deze stukken geen of minder waarde te hechten, zoals – zo begrijpt de rechtbank – [B] met zijn betoog in wezen wenst te bewerkstelligen. De rechtbank zal (de inhoud van) bedoelde stukken daarom, als zodanig, betrekken bij de beoordeling.
4.6.
Bij de beoordeling van de vraag of SaFirety onrechtmatig handelt jegens Fire-Control door de registratie en het gebruik van de domeinnaam , stelt de rechtbank voorop dat de aanduidingen “Fire-Control” en “firecontrol” beschrijvend zijn voor de diensten die Fire-Control en BrandveiligNL B.V., naar wiens website de door SaFirety gehouden website thans doorgeleidt, leveren.
4.7.
Nu het in beginsel voor een ieder mogelijk moet zijn zich van een aanduiding te bedienen die beschrijvend is voor zijn diensten of producten, ook in een domeinnaam, is in een geval als het onderhavige het gebruik van een dergelijke aanduiding alleen onrechtmatig in de zin van artikel 6:162 BW [5] indien bijkomende omstandigheden dat meebrengen. [6] Naar het oordeel van de rechtbank zijn dergelijke bijkomende omstandigheden aan de orde indien het gebruik van een dergelijke domeinnaam nodeloos verwarring wekt. Daarvan is in ieder geval sprake in de volgende twee situaties [7] :
- bij het bewust verwarring creëren om zo op misleidende wijze klanten weg te lokken bij de concurrent; of
- wanneer geen valide reden bestaat voor het gebruik van een verwarringwekkende domeinnaam, maar alleen het dwarszitten van die concurrent wordt beoogd.
4.8.
De rechtbank is van oordeel dat de door SaFirety gehouden domeinnaam verwarringwekkend is. Daartoe overweegt zij dat de aanduidingen die zijn verwerkt in de domeinnamen en , vanuit auditief, visueel en begripsmatig oogpunt geheel overeenstemmen. Enkel het gebruik van het koppelteken wijkt af. Daar komt bij dat Fire-Control, die deze aanduiding tevens gebruikt als handelsnaam, en BrandveiligNL B.V., naar wiens website de door SaFirety gehouden domeinnaam doorgeleidt, actief en gevestigd zijn in dezelfde regio en branche. Het is geenszins onwaarschijnlijk, en zulks illustreren de overgelegde schermafbeeldingen van de onder 2.7 en 2.8 genoemde e-mailaccounts, dat (potentiële) klanten van Fire-Control zich per vergissing – door het abusievelijk weglaten van het koppelteken – tot (de website van) BrandveiligNL B.V. richten.
4.9.
Gelet daarop komt de vraag aan de orde of er bijkomende omstandigheden zijn die maken dat het gebruik van de domeinnaam door SaFirety onrechtmatig is. Met andere woorden: wekt zij met de door haar gebruikte domeinnaam
nodeloosverwarring? De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend. Daartoe stelt zij vast dat uit de hiervoor onder 2.4 aangehaalde en (deels) weergegeven e-mailcorrespondentie volgt dat [B] , handelend onder een fictieve naam, de domeinnaam in 2012 heeft verworven om doelbewust te kunnen profiteren van de naamsbekendheid van Fire-Control (zie de zinsnede “ik zal begin 2013 de HBO website updaten en gebruik deze naam voor extra naamsbekendheid”), in het bijzonder door te profiteren van typefouten van (potentiële) klanten. Daarvan getuigen ook de (“@firecontrol.nl”)emailadressen die [B] in 2016 heeft aangemaakt en waarin namen van medewerkers van Fire-Control, waaronder de naam van haar bestuurder, voorkomen (zie de onder 2.6 weergegeven emailcorrespondentie en, ter illustratie, de schermafbeelding onder 2.7). Zonder nadere verklaring, die ontbreekt, valt voor de rechtbank niet in te zien welk legitiem, in rechte te respecteren belang [B] had of heeft bij het registreren van die e-mailadressen of het gebruik van de domeinnaam , anders dan het bewust verwarring creëren om zo e-mails, bedoeld voor Fire-Control, af te vangen en haar klanten weg te lokken, althans Fire-Control dwars te zitten.
4.10.
Een legitiem belang bij het gebruik van de domeinnaam kan niet zonder meer worden afgeleid uit de stelling van SaFirety dat zij inmiddels actief is in de import- en exporthandel van brandblussers en rookmelders en zich aldus ook richt op de markt in het Verenigd Koninkrijk. Fire-Control betwist die ter zitting geponeerde stelling uitdrukkelijk en heeft in dat verband verwezen naar de door haar bij conclusie van antwoord overgelegde stukken waaruit blijkt dat SaFirety een zogenaamde “dormant company” is (een onderneming die geen activiteiten ontplooit). Gelet daarop had het op de weg van SaFirety gelegen om haar stelling dat zij inmiddels wel actief is, nader te onderbouwen. Dat heeft zij niet gedaan. Overigens merkt de rechtbank op dat, zelfs als van de juistheid van de stelling van SaFirety zou worden uitgegaan, onduidelijk blijft waarom SaFirety, die zich met de gewraakte domeinnaam dan op de Engels(talig)e markt zou richten, behoefte heeft aan een .nl-extensie en waarom zij de domeinnaam tot op heden enkel gebruikt als doorlink naar de Nederlandstalige website van BrandveiligNL B.V., te weten .
4.11.
Uit het voorgaande volgt dat het steeds [B] is geweest, ook in zijn hoedanigheid van bestuurder van SaFirety, die de relevante (onrechtmatige) handelingen met betrekking tot de registratie en het gebruik van de domeinnaam heeft verricht, waaronder de registratie van SaFirety als houder van de gewraakte domeinnaam per 1 februari 2020 en het realiseren van een doorlink naar de website van BrandveiligNL B.V. Aangezien vaststaat dat [B] sinds haar oprichting per 20 november 2014 volledige zeggenschap heeft over SaFirety, kan zijn (onrechtmatig) handelen in ieder geval vanaf die datum, en de kennis van zijn (onrechtmatig) handelen van eerdere datum, mede aan die rechtspersoon worden toegerekend. [8]
4.12.
Gelet op het voorgaande staat vast dat het gebruik van de domeinnaam door SaFirety onrechtmatig is. Bij die stand van zaken valt niet in te zien welk (legitiem) belang zij nog heeft bij (het houden van) de registratie van die domeinnaam. Tegelijkertijd geldt dat Fire-Control op grond van de geschillenregeling van SIDN en overeenkomstig de uitspraak van de geschillenbeslechter recht heeft op wijziging van de domeinnaamhouder van de gewraakte domeinnaam zonder daarvoor aan SaFirety een vergoeding te betalen. De gevorderde verklaring voor recht zal daarom in zijn geheel worden afgewezen.
4.13.
SaFirety zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van deze procedure worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Fire-Control conform het geldende liquidatietarief begroot op € 1.793,-, waarvan € 1.126,- aan salaris advocaat (Tarief II, twee punten) en € 667,- griffierecht. De rechtbank zal tevens bepalen dat SaFirety over deze kosten de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW zal zijn verschuldigd vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening.
4.14.
Voor een veroordeling in de nakosten bestaat geen aanleiding, aangezien de proceskostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert. [9]
4.15.
Nu daartegen door SaFirety geen verweer is gevoerd, zal dit vonnis, voor zover het betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt SaFirety in de proceskosten, aan de zijde van Fire-Control tot op heden begroot op € 1.793,-, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening;
5.3.
verklaart dit vonnis, voor zover het betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.C. Kranenburg en in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2022.

Voetnoten

1.WIPO Zaaknr. DNL2021-0021; de tekst van de uitspraak is te raadplegen via de website van WIPO: https://www.wipo.int/amc/en/domains/search/text.jsp?case=DNL2021-0021.
2.Vgl. HR 30 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2221.
3.Onder 5. Stellingen van Partijen, A. Eiser, p. 2 en Stellingen van Partijen, B. Verweerder, p. 3.
4.Onder 5. Stellingen van Partijen, B. Verweerder, p. 3.
5.Burgerlijk Wetboek.
6.Vgl. HR 11 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3554 (Artiestenverloningen), r.o. 3.4.4.
7.De rechtbank zoekt in dit verband aansluiting bij de door A-G Van Peursem in zijn conclusie van 11 september 2015 (ECLI:NL:PHR:2015:1879) genoemde gevallen.
8.Vgl. HR 7 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2285.
9.Vgl. HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1116.