ECLI:NL:RBDHA:2022:9132
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.L. Roubos
- J.P. Ankum
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanvraag voor een verblijfsvergunning als zelfstandige in de stucadoorsbranche
In deze zaak heeft eiser, een stukadoor, een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning om als zelfstandige te kunnen werken bij zijn vennootschap onder firma (V.O.F.). De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, na advies van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO), die twijfels uitte over de levensvatbaarheid van de onderneming en de zelfstandigheid van eiser. Eiser heeft de afwijzing bestreden en de rechtbank heeft de zaak behandeld. De rechtbank oordeelde dat er voldoende redenen zijn om te twijfelen aan de juistheid van het RvO-advies, vooral omdat de RvO niet duidelijk heeft gemaakt waarom er sprake zou zijn van oneerlijke concurrentie en schijnzelfstandigheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser voldoende bewijs heeft geleverd van zijn werkervaring en dat de RvO niet voldoende gemotiveerd heeft waarom de markt- en concurrentieanalyse niet voldoet. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen tien weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de eerdere adviezen van de RvO opnieuw moeten worden beoordeeld. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiser.