ECLI:NL:RBDHA:2022:9166
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake woningsluiting na beschieting
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 september 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoeker 2], hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van Leiden, die op 21 juli 2022 had bevolen de woning van verzoekers te sluiten voor een aanvullende termijn van drie maanden. Dit besluit volgde op een beschieting van hun woning in de nacht van 7 juli 2022, waarbij met een automatisch vuurwapen is geschoten. De burgemeester had eerder al een noodbevel uitgevaardigd voor een sluiting van twee weken, maar op basis van de aanhoudende dreiging besloot hij de sluiting te verlengen. Verzoekers stelden dat er geen noodzaak meer was voor de sluiting, gezien het tijdsverloop en het feit dat er geen incidenten meer hadden plaatsgevonden sinds de spoedsluiting. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de burgemeester in redelijkheid kon concluderen dat er nog steeds ernstige vrees bestond voor het ontstaan van wanordelijkheden, gezien de informatie van de politie over een reeks geweldsincidenten in de regio. De voorzieningenrechter benadrukte dat de burgemeester beoordelingsruimte heeft en dat de belangen van de omwonenden zwaarder wogen dan die van verzoekers. Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en de voorzieningenrechter oordeelde dat de sluitingsduur van drie maanden niet onredelijk was, gezien de ernst van de dreiging en de informatie die de burgemeester had ontvangen.