Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Conclusie
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 september 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, die de Ghanese nationaliteit heeft, had eerder op 27 juni 2022 al een maatregel van bewaring opgelegd gekregen, maar betoogde dat deze niet tijdig was omgezet na de afwijzing van zijn asielaanvraag op 25 augustus 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vraag of een bewaringsmaatregel tijdig is omgezet alleen kan worden beoordeeld in een beroep tegen de maatregel waarvan wordt betoogd dat deze ten onrechte te laat is omgezet. In dit geval was de maatregel van 27 juni 2022 niet ter toetsing voorgelegd, waardoor de rechtbank niet kon oordelen over de tijdigheid van die maatregel.
De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van griffier N.F. Kreeftmeijer, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.