ECLI:NL:RBDHA:2022:9238

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 augustus 2022
Publicatiedatum
14 september 2022
Zaaknummer
21/4341
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallen verklaring tenaamstelling kenteken en bezwaar niet-ontvankelijkheid

In deze zaak heeft eiser bezwaar gemaakt tegen de vervallen verklaring van de tenaamstelling van zijn auto door verweerder, de directie van de Dienst Wegverkeer. Het primaire besluit, genomen op 25 mei 2020, verklaarde de tenaamstelling van het kenteken vervallen. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd door verweerder in het bestreden besluit van 25 mei 2021 niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft op 18 juli 2022 de zaak behandeld. Eiser stelde dat hij niet op de hoogte was van de tenaamstelling en dat de auto in 2004 in Turkije in beslag was genomen. Hij voerde aan dat hij een machtiging en een ondertekend bezwaarschrift had ingediend, maar verweerder stelde dat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk was vanwege het ontbreken van een handtekening en een geldige machtiging.

De rechtbank overwoog dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bezwaarschrift ondertekend moet zijn en dat een bestuursorgaan een schriftelijke machtiging kan verlangen. Eiser had niet aangetoond dat hij het verzuim tijdig had hersteld. De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard. Daarnaast ging de rechtbank in op de overweging dat de tenaamstelling in het kentekenregister niet met terugwerkende kracht kan vervallen, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. A.M.H. van der Poort-Schoenmakers, rechter, in aanwezigheid van mr. H.A. Abdolbaghai, griffier, en werd openbaar uitgesproken op 15 augustus 2022.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 21/4341

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 augustus 2022 in de zaak tussen

[eiser], wonende in de gemeente [gemeenteplaats], Turkije, eiser

(gemachtigde: H. Erdogan)
en

de directie van de Dienst Wegverkeer, verweerder

(gemachtigde: mr. D. Schokker).

Procesverloop

Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 25 mei 2020 (het primair besluit) waarmee verweerder de tenaamstelling van het kenteken van zijn auto vervallen heeft verklaard.
In het besluit van 25 mei 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit niet-ontvankelijk verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 18 juli 2022 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Verweerder heeft met ingang van 25 mei 2020 de registratie van de auto met kenteken [kentekennummer] op naam van eiser vervallen verklaard. Eiser heeft verweerder verzocht de tenaamstelling met terugwerkende kracht tot 20 juli 2004 vervallen te verklaren. Eiser stelt dat de auto in 2004 in Turkije in beslag is genomen en dat hij niet wist dat het kenteken nog op zijn naam stond. Verweerder heeft het verzoek van eiser afgewezen.
Wat is het standpunt van partijen in beroep?
2. Verweerder heeft eisers bezwaar niet-ontvankelijk verklaard vanwege het ontbreken van een handtekening op het bezwaarschrift en het ontbreken van een machtiging waaruit blijkt dat mevrouw [A] bevoegd was om namens eiser bezwaar in te dienen. Ten overvloede heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat op grond van de wet [1] en uitspraken van de hoogste bestuursrechter [2] geen terugwerkende kracht kan worden verleend aan de vervallenverklaring van de tenaamstelling in het kentekenregister.
3. Eiser stelt kort samengevat het volgende. Eiser heeft een machtiging en een ondertekend bezwaarschrift per e-mail naar verweerder gestuurd. Nu hij het verzuim heeft hersteld, is het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft de auto in 2004 naar Turkije gereden en na de inbeslagname in 2004 niet meer teruggezien. Ook van de inbeslagname zijn bewijsstukken naar verweerder toegestuurd. De tenaamstelling moet daarom met terugwerkende kracht tot 20 juli 2004 vervallen worden verklaard.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. Op grond van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (de Awb) moet een bezwaarschrift worden ondertekend en op grond van artikel 2:1 lid 2 van de Awb kan een bestuursorgaan van een gemachtigde een schriftelijk machtiging verlangen. Indien hier niet aan is voldaan kan een bezwaarschrift niet-ontvankelijk worden verklaard op grond van artikel 6:6 van de Awb. De indiener moet wel in de gelegenheid zijn gesteld om het verzuim te herstellen. In dit geval heeft verweerder eiser bij brief van 4 maart 2021 in de gelegenheid gesteld om binnen een termijn van 28 dagen het verzuim te herstellen. Hoewel eiser stelt dat hij per e-mail op de brief van 4 maart 2021 heeft gereageerd, heeft hij deze stelling niet met bewijsstukken onderbouwd. Eiser heeft dus niet aannemelijk gemaakt dat het verzuim tijdig is hersteld. Verweerder heeft eiser daarom niet-ontvankelijk mogen verklaren in zijn bezwaar. Het beroep van eiser hiertegen is ongegrond.
5. De rechtbank ziet aanleiding om ook in te gaan op de overweging ten overvloede van het bestreden besluit. De rechtbank overweegt daarover het volgende. De tenaamstelling in het kentekenregister vervalt niet eerder dan op de dag waarop daartoe een verzoek bij verweerder is ingediend [3] . In beginsel wordt er geen terugwerkende kracht verleend aan de vervallenverklaring van een tenaamstelling. Enkel in bepaalde gevallen kunnen onjuiste gegevens met terugwerkende kracht worden gecorrigeerd. [4] Zo is artikel 40c, derde lid, van het Kentekenreglement bedoeld voor gevallen waarin de geregistreerde op geen enkele manier deel heeft aan de tenaamstelling, bijvoorbeeld als gevolg van identiteitsfraude of sloop van het voertuig.
6. Ter zitting is namens eiser aangegeven dat hij op 25 mei 2020 heeft verzocht de registratie van het kenteken op zijn naam vervallen te verklaren. Dit verzoek heeft hij gedaan nadat hij na de beslaglegging door Belastingdienst op zijn pensioen heeft gemerkt dat het kenteken nog op zijn naam stond. Hieruit blijkt niet dat eiser eerder een dergelijk verzoek heeft gedaan. Uit de overlegde stukken komt naar voren dat de auto in 2004 in beslag is genomen, omdat de politie in de kofferbak en de binnenband van het reservewiel van de auto een groot geldbedrag heeft aangetroffen. Ook blijkt uit deze stukken dat de auto in 2012 is verkocht. Hiermee is niet aangetoond dat eiser vanaf 2004 dan wel vanaf 2012 geen binding meer had met de tenaamstelling van het kenteken van de auto. Niet is uitgesloten dat eiser na 2004 met de auto heeft deelgenomen aan het verkeer of de auto of onderdelen van de auto heeft verhandeld. Het is verder de keuze van eiser geweest om de tenaamstelling niet te beëindigen op het moment dat de auto in Turkije in beslag is genomen of nadat de auto in 2012 in Turkije is verkocht. Eiser was hiertoe wel verplicht op het moment dat de auto voorgoed buiten Nederland is gebracht. [5] De rechtbank is daarom van oordeel dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat geen terugwerkende kracht kan worden verleend aan de vervallenverklaring van de tenaamstelling.
Conclusie
7. De conclusie is dat het beroep ongegrond is.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M.H. van der Poort-Schoenmakers, rechter, in aanwezigheid van mr. H.A. Abdolbaghai, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 augustus 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Artikel 33 en 40c van het Kentekenreglement.
2.Bijvoorbeeld de uitspraak van 15 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:89.
3.Artikel 33 en 40c van het Kentekenreglement.
4.Nota van Toelichting bij het Besluit van 26 november 2013, tot wijziging van het Kentekenreglement (Stb. 2013, 523, blz. 45).
5.Zie artikel 33 van het Kentekenreglement.