ECLI:NL:RBDHA:2022:934
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake verblijfsvergunning voor medische behandeling en gebrek in de besluitvorming
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, wordt de zaak behandeld van een eiseres die een verblijfsvergunning voor medische behandeling heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft haar aanvraag afgewezen, waarna eiseres bezwaar heeft gemaakt. De rechtbank heeft het beroep op 19 januari 2022 behandeld. Eiseres, geboren in Cambodja, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning met als doel medische behandeling, specifiek peritoneale dialyse. De staatssecretaris heeft het bezwaar ongegrond verklaard, onder verwijzing naar een medisch advies van het Bureau Medische Advisering (BMA) dat stelt dat de benodigde behandeling beschikbaar is in Cambodja. Eiseres heeft echter bewijs overgelegd waaruit blijkt dat deze behandeling niet beschikbaar is in het Calmette Hospital, wat de rechtbank aanleiding geeft om te twijfelen aan de juistheid van het BMA-advies. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en biedt de staatssecretaris de gelegenheid om het gebrek te herstellen. De rechtbank stelt een termijn van acht weken voor herstel en houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.