ECLI:NL:RBDHA:2022:9444
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing machtiging tot voorlopig verblijf op basis van niet rechtsgeldig huwelijk en onvoldoende bewijs van duurzame relatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 januari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen een eiser van Somalische nationaliteit en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) aangevraagd met als doel 'familie en gezin', maar deze aanvraag werd afgewezen door de verweerder. De rechtbank heeft de afwijzing van de mvv-aanvraag beoordeeld, waarbij de verweerder stelde dat er geen sprake was van een naar Nederlands internationaal privaatrecht geldig huwelijk tussen eiser en referente, omdat het religieuze huwelijk niet geregistreerd was en er geen bewijs was van samenwoning.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser en referente elkaar in 2014 via Facebook hebben ontmoet en in 2015 een religieus huwelijk hebben gesloten in Ethiopië. Echter, de rechtbank oordeelde dat de huwelijksakte onjuistheden bevatte, zoals de nationaliteit van referente ten tijde van het huwelijk. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet voldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat er sprake was van een duurzame en exclusieve relatie die met een huwelijk op één lijn te stellen was. De rechtbank oordeelde dat de verweerder zich terecht op het standpunt had gesteld dat de eiser niet in zijn bewijsvoering was geslaagd.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat de eiser niet in staat was geweest om de gestelde duurzame relatie voldoende te onderbouwen. De rechtbank benadrukte dat het aan de eiser was om te bewijzen dat er een duurzame en exclusieve relatie bestond, maar dat de overgelegde bewijsstukken, zoals chatberichten en foto's, niet voldoende waren om dit te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat de verweerder niet verplicht was om eiser en referente te horen over de chatberichten, omdat er geen twijfel bestond over de afwijzing van de aanvraag.