Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 september 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de inbewaringstelling van een vreemdeling. Eiser, die de Sierra Leoonse nationaliteit bezit, was op 10 augustus 2022 in bewaring gesteld op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen rechtsbijstand heeft ontvangen op het moment dat zijn vrijheid werd ontnomen, ondanks zijn verzoek om een raadsman. Verweerder heeft onvoldoende inspanningen verricht om eiser van rechtsbijstand te voorzien, wat in strijd is met de wettelijke verplichtingen. Hierdoor is eiser gedurende vier weken verstoken gebleven van juridische bijstand, wat zijn processuele belangen heeft geschaad.
De rechtbank oordeelt dat de inbewaringstelling onrechtmatig is, omdat de belangen die met de maatregel gediend zijn niet in redelijke verhouding staan tot de ernst van het gebrek in de rechtsbijstand. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en de opheffing van de maatregel van bewaring bevolen. Tevens is er een schadevergoeding toegekend voor de onrechtmatige vrijheidsontneming van 37 dagen, ter hoogte van € 3700. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1518.
De uitspraak benadrukt het belang van rechtsbijstand voor vreemdelingen en de verplichtingen van de overheid om te zorgen voor adequate juridische ondersteuning bij inbewaringstelling. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt en aangegeven dat er binnen een week hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.