Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder
Zitting
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Overwegingen
2. Verweerder heeft het bezwaar van eiseres met het besluit van 3 augustus 2022 (het bestreden besluit) ongegrond verklaard. Verweerder heeft hierin uitgelegd verplicht te zijn een beslag van een deurwaarder uit te voeren. Wel heeft verweerder bekeken of het beslag op de juiste manier is uitgevoerd. Volgens verweerder is dat het geval, omdat rekening is gehouden met de door de deurwaarder vastgestelde beslagvrije voet.
3. Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Eiseres verzoekt – kort gezegd – om de beslaglegging terug te draaien en het ingehouden geld terug te storten. Volgens eiseres heeft de gemeente Leiden ten onrechte dwangsommen aan haar opgelegd. Zij stelt geen enkele overtreding te hebben begaan.
4. Uit vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep [1] , dat is de hoogste rechter in sociale verzekeringszaken, volgt dat bezwaren over een beslag kunnen worden voorgelegd aan de burgerlijke rechter en dat het niet op de weg van verweerder, als derdenbeslagene, ligt om de geldigheid van het beslag te beoordelen. De bestuursrechter mag daarover dan ook niet oordelen. Bij de beoordeling van een betalingsbeslissing als in dit geding aan de orde, moet het gelegde beslag als een gegeven worden aanvaard.
5. De bestuursrechter moet zijn toetsing daarom beperken tot het beantwoorden van de vraag of het bestuursorgaan (in dit geval verweerder) bij de uitbetaling van het AOW-pensioen aan eiseres (de betalingsbeslissing) is gebleven binnen het kader van het beslag.
te ondertekenen.