Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[minderjarige 2], V-nummer [V-nummer] , (gemachtigde: mr. A.P.E.M. Pover),
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 februari 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, die samen met haar minderjarige kinderen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 4 januari 2023, wees de aanvraag af als kennelijk ongegrond.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 31 januari 2023, maar verzoekster was niet verschenen. De gemachtigde van de Staatssecretaris was wel aanwezig. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening samen met een andere zaak (NL23.947) behandeld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft hij het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 februari 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.