ECLI:NL:RBDHA:2023:10650
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beëindiging van de Ziektewetuitkering van eiseres met psychische klachten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. M. Berkel, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), vertegenwoordigd door mr. J.S. de Vreeze. Eiseres had een Ziektewetuitkering die door het UWV was stopgezet op basis van de conclusie dat zij vanaf 25 januari 2022 weer arbeidsgeschikt was voor bepaalde functies. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft de zaak op 19 mei 2023 behandeld.
Eiseres heeft psychische klachten, waaronder PTSS en een depressieve stoornis, die door haar psychologen zijn vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV in zijn besluitvorming rekening heeft gehouden met deze klachten. Eiseres betwistte de conclusie van het UWV en stelde dat haar klachten ernstiger waren dan het UWV had aangenomen. De rechtbank oordeelde echter dat het UWV op basis van de beschikbare medische rapportages en het gedrag van eiseres tijdens de onderzoeken en de zitting, terecht had geconcludeerd dat zij geschikt was voor de geduide functies.
De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen reden was om aan te nemen dat eiseres verdergaand arbeidsongeschikt was dan vastgesteld. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van het UWV om de Ziektewetuitkering te beëindigen in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.