ECLI:NL:RBDHA:2023:10650

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
19 juli 2023
Zaaknummer
22/4970
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de beëindiging van de Ziektewetuitkering van eiseres met psychische klachten

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. M. Berkel, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), vertegenwoordigd door mr. J.S. de Vreeze. Eiseres had een Ziektewetuitkering die door het UWV was stopgezet op basis van de conclusie dat zij vanaf 25 januari 2022 weer arbeidsgeschikt was voor bepaalde functies. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft de zaak op 19 mei 2023 behandeld.

Eiseres heeft psychische klachten, waaronder PTSS en een depressieve stoornis, die door haar psychologen zijn vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV in zijn besluitvorming rekening heeft gehouden met deze klachten. Eiseres betwistte de conclusie van het UWV en stelde dat haar klachten ernstiger waren dan het UWV had aangenomen. De rechtbank oordeelde echter dat het UWV op basis van de beschikbare medische rapportages en het gedrag van eiseres tijdens de onderzoeken en de zitting, terecht had geconcludeerd dat zij geschikt was voor de geduide functies.

De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen reden was om aan te nemen dat eiseres verdergaand arbeidsongeschikt was dan vastgesteld. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van het UWV om de Ziektewetuitkering te beëindigen in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/4970

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 juni 2023 in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres

(gemachtigde: mr. M. Berkel),
en
de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, het UWV
(gemachtigde: mr. J.S. de Vreeze).

Inleiding

In het besluit van 28 februari 2022 (het primair besluit) heeft het UWV de uitkering ingevolge de Ziektewet (ZW) van eiseres stopgezet, omdat eiseres vanaf 25 januari 2022 geschikt zou zijn voor de eerder geduide functies.
Met het besluit van 14 juli 2022 (het bestreden besluit) op het bezwaar van eiseres is het UWV bij dat besluit gebleven.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 19 mei 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het UWV.

Totstandkoming van het besluit

1. Eiseres is werkzaam geweest als medewerkster in de glastuinbouw. Zij heeft zich vanwege psychische klachten ziek gemeld op 31 maart 2020, waarna zij een ZW-uitkering heeft ontvangen. In het kader van een Eerstejaars ZW-beoordeling (EZWb) is vastgesteld dat eiseres op 25 januari 2022 weer arbeidsgeschikt is voor de geduide functies. Dit zijn de functies textielproductmaker (SBC-code 111160), productiemedewerker industrie (SBC-code 111180), productiemedewerker metaal en elektro-industrie (SBC-code 111171) en productiemedewerker machinaal inpakken (SBC-code 111175). Er wordt verwezen naar de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) van 3 december 2019 ter onderbouwing van de functies. Het UWV heeft daarom in het primaire besluit bepaald dat eiseres met ingang van 25 januari 2022 niet meer in aanmerking komt voor een ZW-uitkering.
1.1.
In het bestreden besluit blijft het UWV bij het primair besluit. In dit besluit wordt verwezen naar de medische rapportage in bezwaar van 11 juli 2022 van de verzekeringsarts bezwaar & beroep (b&b). In deze medische rapportage staat dat uit de beschikbare informatie niet volgt dat eiseres bekend is met een ernstige psychiatrische stoornis. Eiseres is ook nooit in behandeling geweest voor een ernstig psychiatrische stoornis. De beoordelend primair verzekeringsarts heeft een psychiatrische expertise willen laten verrichten, maar dit was niet mogelijk was door het gedrag van eiseres. Een verklaring voor het gedrag van eiseres dient volgens de psychiater waarschijnlijk buiten het psychiatrisch vakgebied te worden gezocht, want hierbinnen bestaat er geen verklaring voor haar gedrag. De door de behandeld sector overgedragen informatie wijst niet op volledige arbeidsongeschiktheid. Een eventuele posttraumatische stressstoornis (PTSS) en stemmingsklachten maken eiseres niet ongeschikt voor werk waarin rekening is gehouden met een verminderde psychische belastbaarheid. Naar medisch objectieve maatstaven gemeten moet eiseres de geduide werkzaamheden kunnen verrichten.

Beoordeling door de rechtbank

Het standpunt van eiseres
2. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit. Eiseres vindt dat het UWV een onjuist beeld heeft van haar psychische klachten. Het UWV onderschat de PTSS en depressieve stoornis van eiseres. Het UWV heeft tijdens de hoorzitting gezien dat er niet met eiseres gecommuniceerd kan worden. Op basis hiervan had het UWV moeten oordelen dat eiseres niet belastbaar is. Ook heeft het UWV miskend dat onderzocht diende te worden in hoeverre eiseres belastbaar is, in plaats daarvan is er onderzoek gedaan naar de verklaring van de klachten. Eiseres stelt dat het niet logisch is dat de verzekeringsarts een conclusie heeft kunnen formuleren over haar klachten aangezien zij tijdens het onderzoek niet heeft kunnen communiceren. Eiseres stelt verder dat het UWV in het bestreden besluit voorbij gaat aan de bevindingen zoals deze uit het dossier blijken. Het UWV miskent dat eiseres is aangewezen op vertrouwde gezichten in haar omgeving en dat zij met forse psychische klachten te maken heeft. Daarbij is bekend dat eiseres niet in staat is om te functioneren met onbekenden in haar omgeving. De geduide functies kunnen vanwege de psychische klachten door eiseres niet worden uitgevoerd. De functies zijn niet geschikt omdat eiseres niet kan samenwerken door mensenschuwheid, geen gezamenlijke verantwoordelijkheid kan dragen, de druk van het behalen van targets en continue werkzaamheden niet kan dragen en omdat zij niet kan functioneren onder directe leiding.
2.1.
De beroepsgrond dat het dossier incompleet is, vanwege het ontbreken van een reactie op een email van 11 maart 2022, heeft eiseres op de zitting ingetrokken. Dit zal dus ook niet betrokken worden bij de beoordeling.
Het oordeel van de rechtbank
De medische beoordeling
3. De rechtbank overweegt dat tussen partijen niet in geschil is dat eiseres psychische klachten heeft. Deze klachten zijn in een brief, ontvangen op 12 februari 2021, door psycholoog NIP F. Avci-Cobanoglu en klinisch psycholoog C. Cengel geduid als PTSS en depressieve stoornis (eenmalige episode). De rechtbank stelt vast dat met deze psychische klachten in de medische rapportages rekening is gehouden. In de medische rapportage in bezwaar van 11 juli 2022 staat dat deze psychische klachten eiseres niet ongeschikt maken voor de geduide functies waarin rekening is gehouden met een verminderde psychische belastbaarheid.
3.1.
De rechtbank overweegt dat tussen partijen wel in geschil is of bij eiseres sprake is van ernstigere klachten bestaande uit een psychiatrische stoornis. In dit verband wijst de advocaat van eiseres op haar gedrag tijdens de poging een psychiatrische expertise te verrichten, zoals beschreven in het verslag van psychiater D. Lam van 25 januari 2022. In dit verslag staat dat eiseres de onderzoekskamer wordt binnengeleid door de meegekomen vriendin en haar hand blijft vasthouden. In eerste instantie reageert eiseres niet op vragen en spreekt alleen tegen haar vriendin in het Turks. Na enig wachten vertelt zij dat zij vol zit in haar hoofd, niet naar buiten kan komen en dat zij graag naar huis wil en niet langer in de kamer kan blijven. Volgens het verslag wordt de expertise na ruim 15 minuten beëindigd, zodat een adequate psychische expertise niet mogelijk is. In het verslag wordt geconcludeerd dat de psychische expertise niet mogelijk is door het gedrag van eiseres. Een verklaring voor het gedrag dient waarschijnlijk buiten het vakgebied van de psychiater te worden gezocht. Binnen het vakgebied bestaat er geen verklaring voor dit gedrag, aldus het verslag. De advocaat van eiseres wijst er verder op dat hetzelfde gedrag plaatsvond tijdens de zitting bij de rechtbank. Eiseres kwam aan de hand van haar vriendin de zittingszaal binnen, was niet in staat om vragen te beantwoorden, moest huilen, wilde naar huis en is in overleg met haar advocaat na vijf minuten weer naar buiten gegaan omdat zij zich niet in staat vond de zitting bij te wonen.
3.1.
De rechtbank overweegt echter dat verweerder in redelijkheid in dit gedrag van eiseres geen reden heeft hoeven zien om ernstigere psychische klachten aan te nemen dan PTSS en de depressieve stoornis waarmee in de medische rapportage rekening is gehouden. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
3.2.
Het UWV mag een besluit over de arbeidsongeschiktheid baseren op een rapport opgesteld door een verzekeringsarts b&b. Dat kan anders zijn in het geval waarin de betrokkene aannemelijk maakt dat dit rapport niet op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, inconsequenties bevat of onvoldoende is gemotiveerd. Voor het aanvechten van de inhoudelijke medische beoordeling van de verzekeringsarts b&b geldt dat een betrokkene in beginsel niet zal kunnen volstaan met de enkele stelling dat hij meer beperkt is dan de verzekeringsarts (b&b) heeft aangenomen. Hij zal dat standpunt moeten onderbouwen, bijvoorbeeld met medische informatie.
3.2.
De rechtbank is van het oordeel dat het medisch onderzoek op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden. In verband met de ziekmelding per 31 maart 2020 heeft de primaire verzekeringsarts in het kader van de EZWb een medische rapportage opgesteld op 17 april 2021. De verzekeringsarts heeft eiseres gezien op het spreekuur, dossierstudie gedaan en de probleemverkenning bestudeerd. Hij heeft de vragenlijst van eiseres bestudeerd en daarbij een vergelijking gemaakt met de aanwezige gegevens. Ook heeft hij de NAW-gegevens gecontroleerd. De verzekeringsarts b&b heeft een medische rapportage opgesteld op 11 juli 2022. Hierbij heeft hij de standpunten aangevoerd in de hoorzitting en bij de huisarts opgevraagde informatie betrokken.
3.3.
De stelling dat in het medische onderzoek niet genoeg rekening is gehouden met de psychische klachten van eiseres, of dat de ernst daarvan onderschat is, kan de rechtbank niet volgen. Vast staat dat er geen medische stukken aanwezig zijn die melding maken van een psychiatrische stoornis of andere psychische klachten dan de PTSS en de depressieve stoornis. Dit is door de advocaat van eiseres tijdens de zitting ook erkend. De rechtbank volgt niet dat het geobserveerde gedrag van eiseres tijdens de psychiatrische expertise en tijdens de zitting voldoende is om te kunnen concluderen dat bij eiseres sprake is van een psychiatrische stoornis dan wel dat zij verdergaand verminderd belastbaar is. De rechtbank overweegt dat in het verslag van 25 januari 2025 door de psychiater is geconcludeerd dat voor dit gedrag geen psychiatrische verklaring bestaat. De rechtbank heeft geen concrete aanknopingspunten voor twijfel aan deze conclusie. Het UWV heeft zich daarom op het standpunt kunnen stellen dat het gedrag van eiseres tijdens de psychiatrische expertise geen aanleiding biedt om tot verdergaande psychische klachten te concluderen.
De arbeidskundige beoordeling
4. De rechtbank ziet ook geen aanleiding voor het oordeel dat eiseres de geduide functies niet kan vervullen of dat onvoldoende onderzoek is gedaan naar haar belastbaarheid. Zoals hiervoor is overwogen, biedt het gedrag van eiseres geen aanknopingspunten om te kunnen oordelen dat de ernst van haar klachten zijn onderschat. Verweerder heeft er daarom vanuit kunnen gaan dat bij eiseres alleen sprake is van PTSS en een depressieve stoornis. In de geduide functies is rekening gehouden met deze klachten. Uitgaande van de juistheid van de medische beperkingen die bij eiseres zijn vastgesteld, ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. S.R. Veili, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 9 juni 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.