ECLI:NL:RBDHA:2023:10736
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en verzoek om schadevergoeding in vreemdelingenrechtelijke zaak met zicht op uitzetting naar India
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 17 juli 2023 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die de Indiase nationaliteit heeft. Eiser was op 12 mei 2023 in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet (Vw). Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten op 13 juli 2023.
Eiser stelt dat hij geen vluchtgevaar vormt en dat hij volledig meewerkt aan de procedures, met een vaste verblijfsplaats en sociale bindingen in Nederland. Hij betoogt dat de inbewaringstelling niet proportioneel is en dat verweerder had kunnen volstaan met een lichter middel. De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en dat de gronden voor de maatregel nog steeds van toepassing zijn. Eiser heeft niet aangetoond dat hij niet meer het risico op onttrekking aan het toezicht vormt.
De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die het verlengen van de bewaringsmaatregel rechtvaardigen, aangezien er nog geen zes maanden zijn verstreken sinds de oplegging van de maatregel. De rechtbank oordeelt dat verweerder voortvarend handelt en dat er zicht is op uitzetting naar India. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.