ECLI:NL:RBDHA:2023:10938
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing asielaanvraag
Op 25 juli 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een voorlopige voorziening had aangevraagd na de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De asielaanvraag van de verzoeker was op 22 juni 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond, waarbij de verzoeker werd opgedragen Nederland onmiddellijk te verlaten en terug te keren naar Marokko. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld, dat geregistreerd is onder zaaknummer NL23.18932.
De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. In de uitspraak van vandaag heeft de rechtbank ook op het beroep van de verzoeker beslist, waardoor de voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A.J. van Bruggen, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.