ECLI:NL:RBDHA:2023:11021
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. R. Achttienribbe, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder verdere behandeling. Eiser heeft betoogd dat de beslistermijn niet geldig is verlengd door het besluit WBV 2022/22, en dat hij verweerder niet prematuur in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de beslistermijn van de asielaanvraag van eiser, die op 22 juni 2022 is ingediend, met negen maanden is verlengd op basis van de WBV 2022/22. Dit betekent dat verweerder uiterlijk op 29 oktober 2023 op de aanvraag moet beslissen. De ingebrekestelling van 11 april 2023 is te vroeg ingediend, waardoor niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep wegens niet tijdig beslissen. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard.