ECLI:NL:RBDHA:2023:11256
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoeker, geboren op [geboortedatum] en van Jemenitische nationaliteit, op 21 september 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 6 oktober 2021. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 25 januari 2023 de asielaanvraag van verzoeker ingewilligd. Na deze beslissing heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om een vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek, waarop verweerder heeft aangegeven bereid te zijn om de proceskosten te vergoeden tot een bedrag van € 418,50.
De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld, gebruikmakend van artikel 8:54, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In de overwegingen van de rechtbank wordt ingegaan op de relevante artikelen van de Awb, die de veroordeling van een partij in de proceskosten regelen. De rechtbank stelt vast dat verweerder tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoeker en dat er een toezegging is gedaan om de proceskostenvergoeding te betalen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 418,50, gebaseerd op de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.