In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 17 juli 2023, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag op 23 mei 2023 afgewezen, met het argument dat Bulgarije verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiser, die van Afghaanse afkomst is, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat hij in Bulgarije een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met artikel 4 van het EU Handvest en artikel 3 van het EVRM. De rechtbank heeft het beroep op 3 juli 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigden van eiser en de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris nader onderzoek moet doen naar de feitelijke situatie van Dublinclaimanten na overdracht aan Bulgarije. Eiser heeft overtuigend aangetoond dat Bulgarije zich schuldig maakt aan pushbacks en dat er tekortkomingen zijn in de asielprocedure en opvangvoorzieningen. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken waarin is vastgesteld dat de pushbacks in Bulgarije een fundamentele systeemfout vormen in de asielprocedure. Gezien de aard en omvang van deze systeemfout, kan het ontbreken van informatie over de situatie van Dublinclaimanten niet voor risico van de vreemdeling komen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en veroordeelt de staatssecretaris tot betaling van proceskosten aan eiser.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de staatssecretaris om de situatie van asielzoekers in Bulgarije serieus te onderzoeken voordat besluiten worden genomen over hun overdracht. De rechtbank draagt de staatssecretaris op om met inachtneming van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen.