In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres, die stelt dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor gezinshereniging. De aanvraag werd op 10 oktober 2022 ingediend, maar de staatssecretaris heeft pas na de ingebrekestelling op 11 mei 2023 gereageerd. De rechtbank heeft het beroep op 17 juli 2023 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiseres als die van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en gegrond is. De staatssecretaris moet binnen 90 dagen na ontvangst van de aanvraag beslissen, maar heeft deze termijn overschreden. De rechtbank legt de staatssecretaris een termijn van acht weken op om alsnog een besluit te nemen, in plaats van de door de staatssecretaris gevraagde twintig weken. Dit besluit is gebaseerd op de bijzondere omstandigheden van eiseres, waaronder haar zwangerschap en de situatie van haar referent in Soedan.
Daarnaast legt de rechtbank een dwangsom op van € 100 per dag voor elke dag dat de staatssecretaris de termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor haar proceskosten, die is vastgesteld op € 837, plus het griffierecht van € 184. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om tijdig te beslissen op aanvragen, vooral in situaties met bijzondere omstandigheden.